2.7.Op 30 augustus 2016 stuurt [B] (hierna: [B] ), werkzaam bij de Belastingdienst als ANBI-specialist van het Programma Zeer Vermogende Personen, een
e-mail aan [C] , die de stichting als adviseur bijstaat. In zijn e-mail met het onderwerp “ANBI beoordeling [A] ” schrijft [B] :
Enige maanden geleden is er door mijn collega de heer [D] een ANBI-onderzoek verricht bij bovengenoemde stichting op het adres [adres] te [woonplaats] . Hiervan is een rapport opgemaakt dat naar de stichting is verzonden.
Zoals telefonisch met u besproken, zijn er nog enkele vragen bij mij aanwezig. Ik stel u deze
hieronder.
Periodieke gift / omvang vermogen stichting
Uit de schenkingsakte van [datum] 2011 is mij gebleken dat de stichting een periodieke gift heeft ontvangen van [belanghebbende] en mevrouw [E] van € 50.000 jaarlijks, gedurende 5 jaren (2011 tot en met 2015). De verplichting tot schenking vervalt, behalve door het tijdsverloop, tevens door het overlijden van de langstlevende schenker.
In de schenkingsakte is geen bepaling/voorwaarde opgenomen over het eventueel instandhouden van het geschonkene als stamvermogen door de ontvangende stichting.
Uit de bij mij aanwezige financiële overzichten (2012-2014) blijkt dat het eigen vermogen van de stichting is opgebouwd uit Stamkapitaal (2014: € 1.371.622) en een Doelreserve (€ 97.426).
In het beleidsplan op de website zie ik omtrent het aanhouden van vermogen het volgende:
Financiële middelen zodanig beheren of laten beheren dat er een minimale basis fondsgrootte van € 1.250.000,- beschikbaar blijft. Vanuit het rendement op dit minimale fondsbedrag kunnen de beschikbare middelen worden ingezet voor de doelstelling van [A] .
Conform artikel 1b, lid 2, onderdeel a UR AWR kan stamvermogen slechts als zodanig worden aangehouden indien dit door de gever als zodanig is bepaald. Met andere woorden, het bestuur van een stichting kan dit niet zelf bepalen. Zie artikel 1b, lid 2, onderdeel a UR AWR:
(….).
• Ik verzoek u mij aan te geven op welke wijze dit stamvermogen is opgebouwd? M.a.w. welke schenkingen hebben dit stamvermogen gevormd? Graag ontvang ik van u bescheiden
(schenkingsakten waaruit blijkt dat schenkingen zijn gedaan onder de voorwaarde van vorming stamvermogen).
• In de exploitatieoverzichten van de stichting zie ik geen giften (zie hierboven genoemd)
binnenkomen. Graag uw uitleg hierover. Waar zie ik in de financiële overzichten deze giften
terug? Worden deze rechtstreeks toegevoegd aan het Stamkapitaal?
• Ik verzoek u mij aan te geven waarvoor de Doelreserve concreet wordt aangehouden? Een
ANBI kan een zogenaamd continuïteitsreserve aanhouden maar er moet wel sprake zijn van
voorziene werkzaamheden binnen een redelijk tijdsbestek. Het lijkt erop alsof het jaarlijkse
exploitatieresultaat volledig wordt bijgeboekt aan de Doelreserve. Graag uw uitleg hierover.