Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
De behandeling van het verzet
De gronden
De proceskosten
De beslissing
cassatie is gericht.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 oktober 2019 uitspraak gedaan op het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van 10 april 2019, waarin belanghebbende niet-ontvankelijk was verklaard in het hoger beroep wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht. De zaak betreft een belastingkwestie waarbij de waarde van een onroerende zaak per peildatum 1 januari 2016 was vastgesteld op € 7.348.000. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 13 september 2019, maar zowel belanghebbende als de Heffingsambtenaar zijn niet verschenen. De gemachtigde van belanghebbende had het hoger beroepschrift ingediend, maar het griffierecht was niet voldaan, ondanks herinneringen van de griffie. Het Hof overweegt dat de griffierechtnota op de juiste wijze naar de gemachtigde is verzonden en dat er geen verwarring was over de betaling van het griffierecht. De gronden van het verzet zijn door het Hof verworpen, en het Hof concludeert dat belanghebbende terecht niet-ontvankelijk is verklaard in het hoger beroep. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad.