ECLI:NL:GHSHE:2017:1685

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
200.144.380_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvullend voorschot deskundigenbericht in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een hoger beroep van Beheer B.V. en Semax B.V. tegen F. van Lanschot Bankiers N.V. De zaak betreft een aanvullend voorschot op een deskundigenbericht dat eerder was aangevraagd. Het hof heeft in een tussenarrest van 27 september 2016 bepaald dat er een deskundigenonderzoek zal plaatsvinden, uitgevoerd door prof. dr. A.J.C.C.M. Loonen. Het voorschot van € 18.513, inclusief btw, diende door de eisende partij, vertegenwoordigd door [directeur beheer], te worden overgemaakt. De termijn voor het indienen van het deskundigenbericht werd vastgesteld op 24 januari 2017.

Echter, de deskundige heeft uitstel aangevraagd voor de inlevering van het definitieve rapport, wat door het hof is goedgekeurd. Daarnaast heeft de deskundige een aanvullend voorschot van € 4.628,25 inclusief btw aangevraagd, waartegen Van Lanschot bezwaar heeft gemaakt. Het hof heeft de kosten van de deskundige voorlopig ten laste van de eisende partij gelegd, die geen bezwaar maakte tegen het aanvullende voorschot. Het hof heeft uiteindelijk besloten dat het aanvullende voorschot van € 4.628,25 moet worden voldaan, en heeft mr. D.A.E.M. Hulskes benoemd tot raadsheer-commissaris voor de verdere procedure.

De uitspraak van het hof bevat verschillende bepalingen met betrekking tot de betaling van het voorschot, de voortzetting van het deskundigenonderzoek en de rol van de griffier. Het hof heeft de zaak naar de rol van 20 juni 2017 verwezen in afwachting van het deskundigenbericht, en houdt verdere beslissingen aan tot dat moment. De uitspraak is openbaar gedaan op 18 april 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht
zaaknummer 200.144.380/01
arrest van 18 april 2017
in de zaak van

1.[beheer] Beheer B.V.,

2.
Semax B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. J.G. Molenaar te Amsterdam,
tegen
F. van Lanschot Bankiers N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven te 's-Hertogenbosch,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 27 september 2016 en 14 juni 2016 in het hoger beroep van de door de rechtbank ‘s-Hertogenbosch (thans: rechtbank Oost-Brabant) respectievelijk de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch onder zaaknummer C/01/202943/HA ZA 09-2705 gewezen vonnissen van 16 mei 2012 en 27 november 2013.

8.Het tussenarrest van 27 september 2016

Bij voornoemd arrest heeft het hof bepaald dat een deskundigenonderzoek zal worden verricht door de heer prof. dr. A.J.C.C.M. Loonen. Verder is bepaald dat het voorschot van
€ 18.513,= inclusief btw, door [directeur beheer] zal worden overgemaakt.
De termijn van inzending van het deskundigenbericht is vervolgens bepaald op 24 januari 2017. Iedere verdere beslissing is vervolgens aangehouden.
[directeur beheer] heeft op 4 oktober 2016 het voorschot van € 18.513,= inclusief btw, op de aangegeven wijze voldaan.

9.Het verdere verloop van de procedure

Per mailbericht van 26 januari 2017 heeft de deskundige uitstel verzocht voor inlevering van het definitieve deskundigenbericht tot 14 april 2017. Het hof heeft dit akkoord bevonden.
Bij brief van 3 maart 2017 heeft de deskundige verzocht om een aanvullend voorschot van
€ 4.628,25 inclusief btw. Van Lanschot heeft daartegen bezwaar gemaakt. Vervolgens heeft de deskundige op verzoek van het hof bij brief van 15 maart 2017 een toelichting met specificatie gegeven op de door hem verrichte en naar verwachting nog te verrichten werkzaamheden. Daarna heeft Van Lanschot andermaal bezwaar gemaakt tegen het verzochte aanvullende voorschot.
De kosten van de deskundige komen voorshands ten laste van [directeur beheer] , zijnde de eisende partij als bedoeld in artikel 195 Rv. [directeur beheer] maakt (om praktische redenen) geen bezwaar tegen het verzochte aanvullende voorschot. Gelet op dit een en ander en de door de deskundige gegeven toelichting ziet het hof aanleiding een aanvullend voorschot te bepalen van € 4.628,25 inclusief btw.
Het voorgaande laat onverlet dat Van Lanschot te zijner tijd opmerkingen kan maken over de hoogte van de uiteindelijke nota van de deskundige. Het hof zal daarna beslissen over de definitieve nota van de deskundige.
Vanwege organisatorische redenen is de samenstelling van de behandelend kamer van het hof gewijzigd. Om die reden zal in dit arrest mr. Hulskes in plaats van mr. Riemens tot raadsheer-commissaris worden benoemd, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft.
Het hof zal beslissen zoals in het dictum is bepaald.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

11.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat voor de kosten van de deskundige een aanvullend voorschot dient te worden voldaan van € 4.628,25 inclusief 21% btw;
bepaalt dat [directeur beheer] bovengenoemd bedrag zal overmaken na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek verder zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het aanvullend voorschot is ontvangen;
verzoekt de deskundige, indien de kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
benoemt mr. D.A.E.M. Hulskes tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
verwijst de zaak naar de rol van 20 juni 2017 in afwachting van het deskundigenbericht;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [directeur beheer] ;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.M. Arnoldus-Smit, D.A.E.M. Hulskes en L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 18 april 2017.
griffier rolraadsheer