ECLI:NL:GHSHE:2020:584

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
18 februari 2020
Publicatiedatum
18 februari 2020
Zaaknummer
200.144.380_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Arrest over waarschuwingsplicht en deskundigenonderzoek in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van Beheer B.V. en Semax B.V. tegen F. van Lanschot Bankiers N.V. De zaak betreft een civielrechtelijk geschil dat zijn oorsprong vindt in eerdere vonnissen van de rechtbank Oost-Brabant. Het hof heeft in eerdere tussenarresten, waaronder die van 21 januari 2020, de benoeming van een deskundige overwogen. Prof. Loonen, die al opleidingen verzorgt voor Van Lanschot, heeft zich bereid verklaard om de vragen van het hof te beantwoorden. Echter, het hof heeft terughoudendheid betracht bij de benoeming van prof. Loonen als deskundige, gezien de mogelijke schijn van belangenverstrengeling. Het hof heeft partijen de mogelijkheid geboden om prof. Loonen als bindend adviseur aan te stellen, zodat de antwoorden op de vragen in het arrest van 21 januari 2020 bindend kunnen worden vastgesteld. De zaak is vervolgens naar de rol van 3 maart 2020 verwezen voor akte aan de zijde van beide partijen. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot dat moment.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team handelsrecht
zaaknummer 200.144.380/01
arrest van 18 februari 2020
in de zaak van

1.[Beheer] Beheer B.V.,

2.
Semax B.V.,
beiden gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten,
hierna afzonderlijk aan te duiden als [Beheer] Beheer en Semax,
en gezamenlijk als [appellanten] ,
advocaat: mr. J.G. Molenaar te Amsterdam,
tegen
F. van Lanschot Bankiers N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
hierna aan te duiden als Van Lanschot,
advocaat: mr. Ph.C.M. van der Ven te 's-Hertogenbosch,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 14 juni 2016, 27 september 2016, 18 april 2017, 2 oktober 2018 en 21 januari 2020 in het hoger beroep van de door de rechtbank 's-Hertogenbosch (thans: rechtbank Oost-Brabant) respectievelijk de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, onder zaaknummer C/01/202943/HA ZA 09-2705 gewezen vonnissen van 16 mei 2012 en 27 november 2013.

18.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 21 januari 2020;
  • de brief van de deskundige prof. Loonen van 24 januari 2020;
  • de e-mail van mr. Molenaar van 28 januari 2020;
  • de e-mail van [naam] namens de behandelend advocaat van Van Lanschot van 10 februari 2020.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

19.De verdere beoordeling

19.1.
Het hof heeft bij het tussenarrest van 21 januari 2020 het voornemen uitgesproken prof. Loonen te benoemen als deskundige in het kader van een aanvullend deskundigenonderzoek (16.8-9). Prof. Loonen heeft het hof bericht dat hij sinds 2019 opleidingen verzorgt voor Van Lanschot in opdracht van de raad van bestuur. Prof. Loonen acht zich in staat de zaken te scheiden en heeft zich bereid verklaard de vragen van het hof te beantwoorden. Het hof heeft vervolgens het voornemen uitgesproken een andere deskundige te zoeken en partijen verzocht zich hierover uit te laten. Mr. Molenaar heeft geschreven dat aan de onpartijdigheid, onafhankelijkheid en integriteit van prof. Loonen niet behoeft te worden getwijfeld en het hof verzocht hem alsnog te benoemen om onnodige vertraging en disproportionele kosten te voorkomen. Van Lanschot heeft bevestigd dat zij zich kan verenigen met de benoeming van prof. Loonen .
19.2.
Het hof stelt vast dat partijen gezamenlijk verzoeken prof. Loonen te benoemen en dat hij bereid is de benoeming te aanvaarden. Desondanks betracht het hof terughoudendheid. Een door het hof benoemde deskundige licht het hof voor en heeft een zelfstandige rol. Overeenstemming tussen partijen neemt een mogelijke schijn van belangenverstrengeling niet geheel weg. Het hof houdt er ook rekening mee dat partijen bij memorie na deskundigenbericht, als de inhoud van het rapport bekend is, nog zodanige bezwaren naar voren kunnen brengen, dat het hof in dat stadium aanleiding ziet om alsnog een andere deskundige te benoemen. Dat zou niet doelmatig zijn. Al met al ziet het hof zich genoodzaakt om nu een andere deskundige te benoemen, tenzij partijen een alternatieve oplossing bereiken.
19.3.
Het hof geeft partijen tegen deze achtergrond in overweging het nog resterende geschil op andere wijze op te lossen bijvoorbeeld door prof. Loonen bij overeenkomst als bindend adviseur te benoemen om de antwoorden op de vragen in het arrest van 21 januari 2020 tussen partijen bindend vast te stellen. De zaak zou dan ter rolle kunnen worden doorgehaald en vervolgens indien nodig weer kunnen worden opgebracht. Het hof zal partijen de gelegenheid geven zich bij akte hierover uit te laten.
19.4.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

20.De uitspraak

Het hof:
verwijst de zaak naar de rol van 3 maart 2020 voor akte aan de zijde van beide partijen tot het hiervoor onder 19.3. omschreven doel;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.M. Arnoldus-Smit, D.A.E.M. Hulskes en L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 18 februari 2020.
griffier rolraadsheer