(i) Van finale kwijting of afstand van recht door [appellant] is geen sprake (3.7.2);
(ii) Het beroep van Van Lanschot op een schending van de klachtplicht of rechtsverwerking wordt verworpen (3.8.5);
(iii) Uitgangspunt voor het hof is dat:
- Van Lanschot op zichzelf niet in strijd met de norm van een redelijk handelend en redelijk bekwaam beleggingsadviseur heeft gehandeld door te adviseren bedrijfsobligaties (en meer specifiek bedrijfsobligaties van de Duitse IKB Bank) op te nemen in de onderhavige portefeuille(s);
- geen sprake is geweest van een te sterk accent op crisisgevoelige obligaties;
- ook complexe obligaties (perpetuals en steepeners) in de gegeven omstandigheden door een redelijk handelend en redelijk bekwaam adviseur konden worden geadviseerd bij een portefeuille met een defensief risicoprofiel (3.10);
(iv) Het gaat [appellant] om de perpetuals en steepeners (3.11);
(v) Tussen partijen bestond een beleggingsadviesrelatie (3.12.1);
(vi) Een defensief risicoprofiel is vastgesteld voor de portefeuilles waar het om gaat en hiervoor geldt een normweging van 60-80% vastrentende waarden en liquiditeiten en 20-40% zakelijke waarden (3.12.2-3);
(vii) Perpetuals en steepeners zijn niet gelijk te stellen met (traditionele) vastrentende waarden en Van Lanschot had [appellant] uitdrukkelijk moeten waarschuwen voor de eigenschappen en specifieke risico’s die aan perpetuals en steepeners zijn verbonden (3.12.3);
(viii) [appellant] is niet geslaagd in het bewijs dat Van Lanschot hiervoor niet heeft gewaarschuwd (3.13.7);
(ix) Van Lanschot had de cliënt, [appellant] , moeten waarschuwen als de beleggingsbeslissingen tot gevolg hebben dat de portefeuilles gezien het afgesproken profiel te risicovol zijn ingericht en de risicoparameters behorende bij dit profiel zijn overschreden (3.14.3);
(x) Van Lanschot erkent dat zij niet heeft gewaarschuwd voor de door [appellant] gestelde overschrijding van de risicoparameters behorende bij het defensieve profiel van de obligatieportefeuilles; volgens Van Lanschot was er geen sprake van een overschrijding, zodat een waarschuwing niet aan de orde was (3.14.3);
(xi) Het hof heeft behoefte aan deskundige voorlichting over de gestelde overschrijding van het risicoprofiel (3.14.4);
(xii) Indien een dergelijke overschrijding zich heeft voorgedaan, neemt het hof het oorzakelijk verband aan; [appellant] zou hebben afgezien van (verdere) aanschaf van perpetuals en steepeners indien hij naar behoren zou zijn gewaarschuwd (3.16.4);
(xiii) De aandelenportefeuille van [appellant] (alsmede eventuele voordelen in dat verband) moet bij de eventuele schadebegroting buiten beschouwing blijven (3.17.2);
(xiv) Het hof is voorshands van oordeel dat als peildatum voor de schadeberekening 26 februari 2008 moet worden aangehouden (3.17.6);
(xv) Indien een overschrijding van de risicoparameters behorende bij het overeengekomen defensief risicoprofiel zich heeft voorgedaan, is de schade niet mede een gevolg van een omstandigheid die aan [appellant] kan worden toegerekend (3.18);
(xvi) [appellant] moet zich uitlaten en stukken overleggen over de volgende onderwerpen (3.19.1, onder verwijzing naar 3.14.6 en 3.17.4):
- vanaf welk(e) tijdstip(pen) het door de deskundige vast te stellen percentage aan perpetuals en steepeners is overschreden en om welk percentage perpetuals en/of steepeners het hierbij gaat, en:
- vanaf welk moment als gevolg van de adviezen van Van Lanschot hetzij door verkoop van traditionele obligaties hetzij door aankoop van perpetuals en/of steepeners de door de deskundige vast te stellen percentages zijn overschreden.