2.5.De Inspecteur heeft bij belanghebbende in 2012 en 2013 een boekenonderzoek
verricht. Blijkens het rapport daarvan van 27 november 2013 heeft de Inspecteur onder meer
en voor zover hier van belang het volgende - zakelijk weergegeven - geconcludeerd:
- belanghebbende heeft in 2009 en 2010 de ter zake van de verbouwing van het pand
aan haar in rekening gebrachte voorbelasting op de aangiften omzetbelasting in mindering
gebracht. Belanghebbende heeft het pand in 2010 verhuurd of in gebruik gegeven aan
personen die in 2010 geen (voor de omzetbelasting) belaste prestaties verrichtten (de
stichting) dan wel niet nagenoeg geheel belaste prestaties verrichtten ( [X] ). Er was
derhalve sprake van vrijgestelde verhuur. Dit had moeten leiden tot een herziening in de zin van artikel 15, vierde lid, van de Wet OB 1968 met als gevolg dat de ter zake van de verbouwing in (2009 en 2010) afgetrokken voorbelasting in 2010 op aangifte had moeten worden voldaan. Dit gold ook voor de voorbelasting ter zake van de aan belanghebbende in rekening gebrachte energiekosten (2010) en de inventariskosten (2009 en 2010) in verband met de verhuur en het in gebruik geven van het pand. De in aftrek gebrachte voorbelasting dient te worden nageheven.
- er is sprake van grove schuld waarvoor een vergrijpboete van 25% moet worden
opgelegd, gelet op de volgende feiten en omstandigheden:
• er is een huurcontract ingaande 2010 tussen belanghebbende en [X] ;
• de heer [E] is van beide lichamen bestuurder;
• in het huurcontract staat de huurprijs genoemd exclusief omzetbelasting;
• in het huurcontract wordt echter geen melding gemaakt dat er belast gaat worden
verhuurd;
• het niet verder uitwerken in het huurcontract van de optie belaste verhuur duidt
op onzorgvuldigheid;
• ook is in het huurcontract niet de zogenaamde 90%-verklaring opgenomen die
vereist is om te kunnen opteren voor belaste verhuur;
• de heer [E] is als bestuurder van [X] op de hoogte dat [X] niet
voor 90% of meer belaste prestaties verricht. Ter zake hiervan wordt immers
jaarlijks een berekening gemaakt die nodig is voor de aftrekbaarheid van de
voorbelasting bij [X] ;
• de heer [E] is eigenaar van een trustkantoor. Van hem mag een bepaald
niveau verwacht worden;
• van belastingplichtige mocht worden verwacht dat zij zich zou overtuigen van
de fiscale aanvaardbaarheid van haar gedragingen, met name nu het gaat om
aanzienlijke teruggaven omzetbelasting. Dat heeft zij nagelaten.
- belanghebbende heeft zowel in 2009 als in 2010 kosten voor de stichting betaald en
- exclusief omzetbelasting - in rekening-courant verrekend met de stichting. Belanghebbende heeft de in verband met die kosten in rekening gebrachte omzetbelasting ten onrechte bij de Belastingdienst geclaimd. De omzetbelasting dient te worden nageheven en vanwege opzet moet een vergrijpboete worden opgelegd van 50%.