Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
:
lees:Arnhem - Leeuwarden) desgevraagd eenparig hebben verklaard, staat tussen hen vast dat de [E-bank] op 14 december 2004 uit hoofde van een overeenkomst van geldlening, d.d. 9 december 2004, een bedrag van € 200.0000 (bedoeld is € 200.000) aan de vennootschap heeft verstrekt. Bij de bedoelde overeenkomst van geldlening waren enerzijds de [E-bank] en anderzijds de vennootschap en belanghebbende partij. Belanghebbende was hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen uit hoofde van de geldlening. Tot zekerheid werd door de [E-bank] een (tweede) recht van hypotheek bedongen tot een bedrag van € 200.000 op het woonhuis van belanghebbende aan de [a-straat] 20 te [woonplaats] . Door de vennootschap werden geen zekerheden gesteld.
leesArnhem – Leeuwarden) desgevraagd eenparig hebben verklaard, staat tussen hen ook vast dat, nadat is komen vast te staan dat de vennootschap niet in staat was haar verplichtingen jegens de [E-bank] na te komen, deze laatste belanghebbende heeft aangesproken tot nakoming op grond van de hiervoor - onder 2.3 - bedoelde overeenkomst van geldlening. Na onderhandeling tussen belanghebbende en de [E-bank] , heeft belanghebbende in 2007 tegen finale kwijting een bedrag van € 160.000 aan de [E-bank] betaald ter aflossing van de schuld van de vennootschap. Deze betaling heeft belanghebbende gefinancierd met een geldlening in privé bij de [E-bank] ter zekerheid waarvan hij deze het recht van (tweede) hypotheek op zijn hiervoor - onder 2.3 - bedoelde woonhuis heeft verleend.
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
2 Beoordeling van de middelen
dezelfdevoorwaarden eenzelfde (debiteuren)risico te aanvaarden. Het Hof heeft hierbij van doorslaggevende betekenis geacht de omstandigheid dat de verstrekte tweede hypotheek mede strekte tot zekerheid voor al hetgeen de vennootschap nu
of in de toekomstaan de [E-bank] en/of de [a-hypotheekbank] N.V. schuldig is. Naar het oordeel van het Hof is geen onafhankelijke derde bereid onder deze (door het Hof onderstreepte) voorwaarde eenzelfde debiteurenrisico te lopen. Reeds hierom slaagt het beroep van belanghebbende niet.
5.Beslissing
bevestigtde uitspraak van de Rechtbank.