In deze zaak gaat het om een informatiebeschikking die door de Inspecteur is gegeven op basis van vermoedens dat belanghebbende (mede-)rekeninghouder was van een rekening bij KB Lux. De Inspecteur heeft op 21 november 2012 een informatiebeschikking opgelegd, nadat belanghebbende niet had gereageerd op eerdere verzoeken om informatie. De Rechtbank heeft het beroep van belanghebbende tegen deze beschikking ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch. Het Hof heeft op 16 juli 2015 uitspraak gedaan en de informatiebeschikking bevestigd. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen dat de gevraagde gegevens van belang konden zijn voor de belastingheffing. Belanghebbende heeft geen overtuigende argumenten aangedragen die de redelijkheid van het vermoeden van de Inspecteur ondermijnen. Het Hof heeft ook de verzoeken van belanghebbende om vergoeding van immateriële schade afgewezen, omdat de termijn voor behandeling van het bezwaar en beroep niet was overschreden. De uitspraak van de Rechtbank is bevestigd en het hoger beroep van belanghebbende is ongegrond verklaard.