Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
verhoging
f
schelding
f
f
kenmerk
schelding
f
f
kenmerk
schelding
f
f
kenmerk
schelding
f
f
kenmerk
schelding
f
f
kenmerk
2.Feiten
f118.000 op de KBL-rekening, gedaan op 13 augustus 1991, bijgevoegd.
f118.000 gestort op de rekening bij KBL. Zowel belanghebbende als de Inspecteur hebben gegevens bijgebracht over hetgeen belanghebbende aan rente en vermogen in zijn aangiften heeft vermeld. Indien de gegevens van de rekening bij KBL worden afgezet tegen de gegevens uit de aangiften, ontstaat het volgende overzicht (bedragen in guldens):
3.Geschil, alsmede standpunten en conclusies van partijen
4.Gronden
Vooraf en ambtshalve
all material evidenceovergelegd, hetgeen ingevolge het Edwards-arrest is vereist. Ten tweede stelt belanghebbende dat er onderzoeken liepen naar Belgische opsporingsambtenaren en dat de Belgische autoriteiten, meteen bij de overdracht van de microfiches, daarvan melding hadden moeten maken. Om zijn stellingen met bewijs te staven, heeft belanghebbende ter zitting een proces-verbaal van het getuigenverhoor van de heer [E] op 23 mei 2013 te Breda overgelegd. Belanghebbende verbindt aan een en ander de conclusie dat de microfiches niet mogen worden gebruikt als bewijsmateriaal.
all material evidencein de zin van het Edwards-arrest over te leggen.
f118.000 op de rekening bij KBL gestort. Dat bedrag was blijkbaar afkomstig van een Nederlandse bankrekening en de rechtbank acht aannemelijk dat de rente over de periode tot 13 augustus 1991 in 1992 is uitbetaald en is aangegeven. Uit het in 4.9 (Hof: 2.30 van de uitspraak van het Hof) opgenomen overzicht blijkt dat belanghebbende daarna, tot aan het jaar 1995, telkens lagere bedragen aan vermogen en rente in zijn aangiften heeft vermeld dan in de jaren tot en met 1992. Uit het overzicht blijkt dat belanghebbende in de jaren 1990 tot en met 1994 en in ieder geval ook in 2000 beschikte over aanzienlijke tegoeden zowel in Nederland als in Luxemburg, alsmede dat het saldo van de rekening bij KBL gedurende de onderhavige jaren gestaag toeneemt. Verder staat vast dat in de jaren 1992 tot en met 1994 het saldo van alleen al de rekening bij KBL hoger was dan het bedrag dat in de aangiften aan vermogen is vermeld. Daarnaast was in de jaren 1993 tot en met 2000 de rente die op de rekening bij KBL is ontvangen beduidend hoger dan het bedrag aan rente dat in de aangiften is vermeld.”.