ECLI:NL:GHLEE:2009:BJ3210
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Poelman
- A. Beswerda
- A. Sekeris
- Rechtspraak.nl
Oordeel over overschrijding van de redelijke termijn in WAHV-zaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 21 juli 2009 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Utrecht van 5 februari 2008. De betrokkene, gevestigd in Duitsland, had hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn beroep door de kantonrechter. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene niet tijdig hoger beroep heeft ingesteld, aangezien de beroepstermijn eindigde op 18 maart 2008 en het beroepschrift pas op 4 april 2008 bij het CJIB is ingekomen.
Het hof heeft echter ook de overschrijding van de redelijke termijn van berechting in aanmerking genomen, zoals bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Het hof oordeelt dat de betrokkene, die de Nederlandse taal niet voldoende beheerst, niet in verzuim kan worden geacht, omdat de rechtsmiddelenverwijzing niet in het Duits was gesteld. Hierdoor is het hof van oordeel dat het hoger beroep ontvankelijk is, ondanks de niet-tijdige indiening.
De beslissing van de kantonrechter is bevestigd, omdat de betrokkene geen zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie. Het hof heeft in zijn overwegingen ook de vertraging in de procedure door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) meegewogen, die niet aan de betrokkene te wijten was. Het hof concludeert dat de redelijke termijn van berechting is overschreden, maar bevestigt desondanks de beslissing van de kantonrechter.