Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 22 april 2025
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
Oordeel van de Rechtbank
Beoordeling van het geschil
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) die aan belanghebbende, een B.V., is opgelegd. De naheffingsaanslag van € 312 is gebaseerd op een CO2-uitstoot van 35 gr/km volgens de NEDC-meetmethode, terwijl belanghebbende een aangifte heeft gedaan met een CO2-uitstoot van 31 gr/km volgens de WLTP-meetmethode. De Inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende afgewezen, waarna belanghebbende beroep heeft ingesteld bij de Rechtbank Den Haag. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de naheffingsaanslag vernietigd en een teruggave van € 35 vastgesteld. De Inspecteur heeft vervolgens hoger beroep ingesteld, waarbij ook een incidenteel hoger beroep is ingediend. Het Hof heeft geoordeeld dat de wijziging van de CO2-uitstoot in het kentekenregister door de RDW moet worden gevolgd, en dat de naheffingsaanslag op basis van de gewijzigde CO2-uitstoot van 31 gr/km moet worden vastgesteld. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd voor wat betreft de kostenvergoeding en de teruggave van bpm, en heeft de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. De uitspraak is gedaan op 22 april 2025.