Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 23 mei 2024
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
Oordeel van de Rechtbank
Nieuw of gebruikt
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 mei 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 1 februari 2023. De zaak betreft een naheffingsaanslag van € 13.153 aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) die aan belanghebbende was opgelegd. De Inspecteur had de auto, een Land Rover Range Rover Velar, aangemerkt als nieuw, terwijl belanghebbende deze als gebruikt wilde aanmerken. De Rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging.
De feiten van de zaak zijn als volgt: belanghebbende had op aangifte een bedrag van € 7.480 aan bpm voldaan bij de registratie van de auto, die op 8 januari 2020 voor het eerst was toegelaten. De kilometerstand van de auto was vastgesteld op 225. De Inspecteur had de auto als nieuw aangemerkt, omdat deze niet of nauwelijks in gebruik was geweest. De Rechtbank oordeelde dat de bewijslast voor de stelling dat de auto als gebruikt moest worden aangemerkt, bij belanghebbende lag. De Rechtbank concludeerde dat de auto, gezien de kilometerstand, als nieuw moest worden aangemerkt.
In het hoger beroep heeft het Hof de overwegingen van de Rechtbank gevolgd en geoordeeld dat de kilometerstand van 225 te laag was om de auto als gebruikt aan te merken. Het Hof bevestigde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd en dat de Inspecteur de auto correct als nieuw had aangemerkt. Het Hof wees de verzoeken van belanghebbende om de uitspraak van de Rechtbank te vernietigen en om een proceskostenvergoeding af te geven af. De uitspraak van het Hof bevestigt de eerdere beslissing van de Rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.