ECLI:NL:GHDHA:2024:217

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
2200168722
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opruiing, bezit en verspreiding van kinder- en dierenporno, vervaardigen van kinderporno, aanranding, verkrachting en belastingfraude

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 14 februari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de verdachte, die werd beschuldigd van ernstige strafbare feiten, waaronder opruiing, bezit en verspreiding van kinder- en dierenporno, vervaardigen van kinderporno, aanranding, verkrachting en belastingfraude. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 jaar en 10 maanden, met daarnaast de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging. De zaak kwam voort uit een uitgebreid onderzoek naar de activiteiten van de verdachte op verschillende websites, waar hij anderen aanzette tot het plegen van strafbare feiten en zelf betrokken was bij het vervaardigen en verspreiden van kinderpornografisch materiaal. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het aanzetten tot en het faciliteren van ernstige misdrijven, waarbij hij gebruik maakte van verschillende identiteiten om slachtoffers te manipuleren en onder druk te zetten. De verdachte werd als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar beschouwd, maar het hof oordeelde dat de ernst van de feiten en het gevaar voor herhaling een zware straf en de TBS-maatregel rechtvaardigden. De vorderingen van de benadeelde partijen werden grotendeels toegewezen, waarbij het hof rekening hield met de psychische schade die de slachtoffers hadden geleden door de daden van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001687-22
Parketnummers: 10-961505-19, 10-961530-21 (gev. ttz) en 10-961578-20 (gev. ttz)
Datum uitspraak: 14 februari 2024
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 2 juni 2022 in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
thans gedetineerd in P.I. Krimpen aan den IJssel, te Krimpen aan den IJssel.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaten-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.

Procesgang

In eerste aanleg is de verdachte – na doornummering van de feiten uit de drie dagvaardingen – ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 primair, 7 en 8 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren met aftrek van voorarrest. Daarnaast is aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege (hierna: de TBS-maatregel) opgelegd. Voorts is beslist op de vorderingen van de benadeelde partijen zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep. Tevens zijn de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven, voorwerpen waarvan geen afstand is gedaan, te weten drie harde schijven, een iPhone X en een MacBook Pro, onttrokken aan het verkeer.
Namens de verdachte en door de officier van justitie is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is - met inachtneming van de door de rechtbank reeds toegepaste doornummering en na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep – tenlastegelegd hetgeen als bijlage I bij dit arrest is opgenomen.

Vordering van de advocaten-generaal

De advocaten-generaal hebben gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte voor het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 primair, 7 en 8 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 jaren met aftrek van voorarrest en oplegging van de TBS-maatregel met dwangverpleging, ongemaximeerd.

Het vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.

Ontvankelijkheid OM: doorlaatverbod

Standpunt verdediging
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep primair aangevoerd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging dient te worden verklaard, althans dat een strafkorting dient te volgen, nu het openbaar ministerie in strijd heeft gehandeld met het in artikel 126ff Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) neergelegde doorlaatverbod.
Het door laten gaan van de downloads via Darkscandals is volgens de verdediging een flagrante schending van de rechtsorde, die tevens de belangen van de verdachte heeft geschaad. Er is, aldus de verdediging, een situatie ontstaan waarin welbewust of met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan.
Beoordeling verweer
In het arrest van de Hoge Raad van 2 juli 2002 (ECLI:NL:HR:2002:AD9915) heeft de Hoge Raad overwogen dat uit de tekst en de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 126ff Sv niet blijkt dat die bepaling in het leven is geroepen ter bescherming van enig belang waar de verdachte zich nu op beroept. Voorts blijkt daaruit en uit artikel 140a Sv dat de handhaving van het verbod op doorlaten onder directe controle van het College van procureurs-generaal en de minister van justitie geschiedt. De verdachte, van wie dus geen rechtens te beschermen belang in het geding is, kan zich niet op de niet of niet juiste naleving van het verbod op doorlaten beroepen voor zijn betoog dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vervolging. Dat brengt mee dat het onderhavige beroep op de niet of niet juiste naleving van het verbod op doorlaten als omschreven in artikel 126ff Sv, slechts kan worden verworpen.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte (in de zaak met parketnummer 10-961505-19) onder 4 is tenlastegelegd, zodat de verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Vrijspraak feit 4 primair
Onder feit 4 (na wijziging van de tenlastelegging in hoger beroep: ‘primair’) is aan de verdachte ten laste gelegd dat hij vanaf augustus 2012 tot aan zijn aanhouding via door hem beheerde websites films heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, wetende dat deze films door misdrijf verkregen waren en/of dat hij uit winstbejag deze door misdrijf verkregen films voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen.
In het hier aan de orde zijnde artikel 416, eerste lid, Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) staat het begrip ‘goed’ centraal. Nu het in casu gaat om digitale films dient de vraag beantwoord te worden of deze kunnen worden gekwalificeerd als ‘goed’ in de zin van deze strafbepaling.
De Hoge Raad heeft in het arrest van 31 januari 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BQ9251)- in welke zaak het ging over een virtueel amulet en masker in het online spel RuneScape - in het kader van de vraag of sprake is van een ‘goed’ in de zin van artikel 310 Sr in aanmerking genomen dat het hof had vastgesteld dat de in die zaak aan de orde zijnde objecten voor de aangever, de verdachte en diens medeverdachte een reële waarde hadden, die van hen kan worden afgenomen, dat het ging om waarden die door inspanning en tijdsinvestering waren verworven, dat de aangever de feitelijke en exclusieve heerschappij over die objecten had en dat hij door het handelen van de verdachte en de medeverdachte de beschikkingsmacht over de objecten was verloren. De Hoge Raad overwoog in dit verband nog dat de enkele omstandigheid dat een object ook eigenschappen heeft van gegevens in de zin van artikel 80quinquies Sr niet meebrengt dat dit object reeds daarom niet meer als goed in de zin van artikel 310 Sr kan worden aangemerkt.
Op grond van het voorgaande kunnen gegevens (hierna: bestanden), ongeacht hun inhoud, niet worden aangemerkt als een ‘goed’ in de zin van artikel 310 Sr, tenzij deze bestanden zelf of de omgeving waarin zij zijn opgeslagen zodanige eigenschappen hebben dat bij het verkrijgen van de feitelijke en exclusieve heerschappij (verder: de beschikkingsmacht) door een persoon (in casu afnemers van één van de Darkscandals-websites van de verdachte) de verstrekker van die bestanden (in casu de verdachte) de beschikkingsmacht daarover verliest.
Slechts in bijzondere gevallen zal hiervan sprake zijn. Naast de spelomgeving die in het aangehaalde arrest aan de orde was, kan gedacht worden aan bestanden in een blockchainomgeving, zoals cryptovaluta (zie in dit verband onder meer het arrest van het gerechtshof Den Haag van 22 september 2020 waarin het ging om het in dit verband met een ‘goed’ op één lijn te stellen begrip ‘voorwerp’ in de zin van de artikelen 420bis en 420ter Sr (ECLI:NL:GHDHA:2020:1804)).
In het onderhavige geval is van een dergelijk verlies van beschikkingsmacht geen sprake.
Het openbaar ministerie heeft het hof de vraag voorgelegd of het zo zou kunnen zijn dat het strafrechtelijke begrip ‘goed’ een andere betekenis kan hebben naar gelang het beschermde belang wijzigt. Meer specifiek heeft het openbaar ministerie erop gewezen dat het beschermde belang bij opzetheling anders is dan bij diefstal.
Het hof stelt vast dat in de Memorie van Toelichting bij de Wet computercriminaliteit III (TK 34372, nr. 3,) het volgende is opgenomen:
"
Overwogen is het wederrechtelijk overnemen van niet-openbare gegevens, alsmede het voorhanden hebben of bekend maken van door misdrijf verkregen gegevens, strafbaar te stellen als diefstal, verduistering en heling (artikelen 310, 321, 416 en 417bis Sr). Nadeel daarvan zou zijn dat zou worden afgeweken van de keuze uit de Wet computercriminaliteit en de Wet computercriminaliteit II om gegevens niet aan een goed gelijk te stellen. Het strafbaar stellen van diefstal of verduistering van gegevens is een minder geschikte oplossing als de gegevens zijn gekopieerd en de rechthebbende de beschikkingsmacht daarover dus niet heeft verloren. Als de rechthebbende de beschikkingsmacht over de gegevens heeft verloren, is volgens de hierboven bedoelde uitspraken van enkele feitenrechters sprake van diefstal van een goed en valt dit gedrag onder artikel 310 Sr in zijn huidige vorm. Voorts zou een gelijkstelling van gegevens met goederen in de artikelen betreffende diefstal, verduistering en heling leiden tot een aanzienlijke overlap met de verschillende andere (al bestaande) artikelen betreffende gegevens (namelijk de artikelen 139c, 139e, 273 en 273d Sr). Hiermee is tevens ingegaan op de vraag van de NVvR, waarom ter zake van deze strafbepaling geen aansluiting is gezocht bij de strafbepaling van artikel 310 Sr. Zoals hierboven reeds aan de orde is gekomen, is die aansluiting vanuit oogpunt van de wetssystematiek gecompliceerd en minder goed verenigbaar met het onderscheid tussen het begrip «goed» en het begrip «gegevens» in het Wetboek van Strafvordering."
Voorts wijst het hof op het arrest van de Hoge Raad van 10 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2573 (Examenfraude scholengemeenschap Ibn Ghaldoun). In deze zaak ging het om een veroordeling wegens het medeplegen van opzetheling in de zin van artikel 416, eerste lid, Sr waarin het hof had geoordeeld dat (op een USB-stick opgeslagen) afbeeldingen konden worden aangemerkt als door misdrijf - namelijk door diefstal - verkregen goederen in de zin van artikel 416 Sr.
De Hoge Raad overwoog in dat arrest dat niet begrijpelijk was dat het hof op de enkele grond dat de gefotografeerde examens 'in het maatschappelijk verkeer een zekere economische waarde tot het moment van het examen' vertegenwoordigen, heeft geoordeeld dat sprake was van goederen in de zin van artikel 416 Sr. Daarbij heeft de Hoge Raad mede acht geslagen op hetgeen daaromtrent in de conclusie van de advocaat-generaal onder 31 en 32 is vermeld over de wetsgeschiedenis en het voornemen van de wetgever om te voorzien in een op gegevens toegespitste strafbepaling.
Onder de vermelde nummers concludeert de advocaat-generaal dat de wetgever het voorhanden hebben en overdragen van door misdrijf verkregen gegevens niet onder de reikwijdte van artikel 416 Sr heeft willen scharen, en dat die lijn in het wetsvoorstel computercriminaliteit III wordt voortgezet.
Gezien het voorgaande bestaat naar het oordeel van het hof geen ruimte voor de door het openbaar ministerie bepleite (ruimere) interpretatie van het begrip goed in het kader van artikel 416 lid 1 Sr. Het hof zal de verdachte dan ook vrijspreken van het onder 4 primair tenlastegelegde.
Vrijspraak feit 4 subsidiair
Na wijziging van de tenlastelegging in hoger beroep is onder 4 subsidiair aan de verdachte tenlastegelegd dat hij in een periode van ongeveer een jaar niet-openbare gegevens (te weten een of meer films in packs 1 t/m 9) op door hem beheerde websites – kort gezegd - heeft geheeld in de zin van artikel 139g Sr.
In het kader van de beoordeling van dit verwijt overweegt het hof allereerst dat blijkens de wetsgeschiedenis met de term ‘niet-openbare gegevens’ wordt gedoeld op gegevens die niet voor het publiek beschikbaar zijn. Het verwerven, voorhanden hebben et cetera van gegevens die reeds openbaar zijn gemaakt, is niet strafbaar op grond van dit wetsartikel. De wetgever wijst daarbij in het bijzonder op gegevens die al via openbare internetbronnen beschikbaar zijn en het downloaden daarvan (Kamerstukken II 2014/15, 34372, nr. 3). Een bewezenverklaring op grond van de strafbaarstelling van artikel 139g Sr kan dus alleen volgen als sprake is van het openbaar maken van nog niet eerder openbaar gemaakte gegevens.
Ten aanzien van de films in de packs 1 en 2 kan op grond van het dossier niet worden vastgesteld dat die films nog niet eerder openbaar waren gemaakt. De verdachte heeft die packs immers gevuld met films die hij van een andere (in beginsel voor eenieder toegankelijke) website (te weten
rarescandals.com(hierna: Rarescandals)) heeft gedownload.
De vraag of ten aanzien van de andere packs wél sprake is van ‘niet-openbare gegevens’ in de zin van artikel 139g Sr kan onbeantwoord blijven. Daartoe overweegt het hof als volgt.
Ook voor een bewezenverklaring van de in artikel 139g Sr strafbaar gestelde heling van niet-openbare gegevens is vereist dat kan worden vastgesteld dat deze ‘door misdrijf zijn verkregen’. Voor de betekenis van dat bestanddeel dient – mede in het licht van de wetsgeschiedenis van dit wetsartikel - aansluiting te worden gezocht bij de daaraan in de rechtspraak over de heling van goederen gegeven uitleg. De Memorie van Toelichting behelst ter toelichting op de invoering van artikel 139g Sr en in het bijzonder ‘het door misdrijf verkrijgen’ van gegevens het volgende:

Met het voorgestelde artikel 139g Sr, dat voortbouwt op het huidige artikel 139e Sr, wordt degene strafbaar die niet-openbare gegevens, die door misdrijf zijn verkregen, verwerft, voorhanden heeft, aan een ander ter beschikking stelt, aan een ander bekend maakt of uit winstbejag voorhanden heeft of gebruikt. Hiermee wordt een voorziening getroffen voor de gevallen waarin iemand gegevens voorhanden heeft die zijn verkregen uit een misdrijf dat door een ander is begaan of waarin niet kan worden bewezen dat degene die de gegevens voorhanden heeft deze zelf door misdrijf heeft verkregen, bijvoorbeeld door het wederrechtelijk overnemen van de gegevens, al dan niet door middel van computervredebreuk. Zo worden personen strafbaar die gegevens, die uit de computer van anderen zijn ontvreemd, bekend maken aan een ander, verkopen of op internet plaatsen. Hiermee zal ook degene die zich erop beroept deze gegevens niet zelf te hebben ontvreemd maar van een derde te hebben verkregen, strafbaar zijn.
(…)
Hoewel het onverschillig is door welk misdrijf de gegevens zijn verkregen, moet met name worden gedacht aan de misdrijven die thans zijn opgenomen in de artikelen 138ab, 139a, 139b, 139c en 139e Sr. In bepaalde gevallen kunnen gegevens ook zijn verkregen door andere misdrijven.”
Dat (een deel van) de films in de packs 3 tot en met 9 door kort gezegd computervredebreuk, heimelijk filmen of het aftappen of opnemen van de verzending van dat videomateriaal zijn verkregen is op basis van het verhandelde ter terechtzitting niet vast te stellen. Naar het oordeel van het hof kan ook niet zonder meer worden geconcludeerd dat het beeldmateriaal anderszins ‘door misdrijf is verkregen’. Daarbij merkt het hof op dat voor zover er op (een deel van) de films in die packs strafbare feiten te zien zijn, in die zin dat het plegen van strafbare feiten (zoals mishandeling, verkrachting of andere zedenmisdrijven) is gefilmd en die films onderdeel uitmaken van de packs die door de verdachte werden aangeboden, daarmee nog niet gezegd kan worden dat die films ook ‘door misdrijf zijn verkregen’. Daarvoor is immers vereist dat sprake is van een nauw verband tussen die misdrijven en de verfilming daarvan op video (zie daarvoor HR 1 december 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1388, gepubliceerd in NJ 1999, 470). Het hof is – anders dan de rechtbank - van oordeel dat het dossier onvoldoende informatie behelst om op basis daarvan dat verband buiten redelijke twijfel vast te kunnen stellen ten aanzien van één of meer van (de films in) de packs 3 tot en met 9.
Gelet op het voorgaande zal het hof de verdachte ook vrijspreken van het onder 4 subsidiair tenlastegelegde.
Het hof hecht eraan op te merken dat artikel 139h Sr sinds 1 januari 2020 onder bepaalde omstandigheden voorziet in de strafbaarstelling van kort gezegd het van een persoon wederrechtelijk vervaardigen van afbeeldingen van seksuele aard, het bezitten van dergelijk beeldmateriaal en het openbaar maken daarvan. Daarbij kan in het bijzonder worden gewezen op de strafbaarstelling van het openbaar maken van afbeeldingen van seksuele aard die voor de daarop figurerende persoon nadelig kunnen zijn, welk feit een hogere strafbedreiging kent dan het in casu aan de verdachte (subsidiair) tenlastegelegde.

Overwegingen van het hof

Vaststaande feiten ten aanzien van feiten 1, 2 en 3
Uit de bewijsmiddelen, waaronder de verklaring van de verdachte, blijkt dat hij de beheerder is geweest van de in de tenlastelegging genoemde websites. Hij heeft verklaard dat hij op het internet op enig moment de website rarescandals.com tegenkwam, een forum waarop onder meer gewelddadige (seks)video’s konden worden bekeken. Toen hij bemerkte dat bij forumgebruikers de wens bestond om die video’s in één keer te kunnen downloaden, is hij met de website www.forum789.nl gestart. Daar bood hij de video’s aan die afkomstig waren van Rarescandals, gebundeld in twee zogenoemde (video)packs (naar het hof begrijpt gecomprimeerde bestanden). Vervolgens is hij ook met de website www.darkscandals.com gestart. Deze website heeft hij omgebouwd naar een videostreamingsite. Wegens problemen met de content op zijn website is de toegang hiertoe door de hostingprovider geblokkeerd. De verdachte is kort daarna gestart met de website www.darkscandals.co. Hij heeft ook een Darkscandals website op een darkweb opengesteld (www.darksdsp6iexvidx.onion).
Wat alle websites van de verdachte gemeen hadden — met uitzondering van de videostreamingsite — is dat klanten twee mogelijkheden werden geboden om in het bezit te
komen van de videopacks. Ten eerste konden klanten daarvoor betalen. Aanvankelijk verliepen die betalingen via PayPal. Omdat betalingen voor pornografie volgens de
algemene voorwaarden van PayPal echter niet werden toegestaan, is de verdachte al snel overgestapt op betaling middels cryptovaluta.
De tweede mogelijkheid om de videopacks te verkrijgen was het aanleveren van videomateriaal. Een aangeleverde video moest aan een aantal voorwaarden en regels voldoen. Deze voorwaarden en regels werden op de websites als volgt verwoord:
“Videos that are welcome:
• Videos with real rape/ forced (agains will)
• Videos with blackmail (would be better with chatlog)
• Bully videos with some nudity
• Real groped girls (not acted videos ( extreme kind)
• Real busted girl doing some nasty stuff (like busted sex with animal or something extreme)
• Real underground sold slave girl videos
• Leaked/ posted sexvideos of (real)schoolgirls (only accepted with valid social media (of
girl) and screens of story (like chat with exposed girl)
• Other extreme and rare sexual videos (only accepted if it’s something for this site)
Rules:
• This video has to be good quality (Not blurred Out)
• This video can not be found on other (easy) accessible sites
• Your video is not already in the pack.
• Only videos with face (of girl) in it will be accepted
• We prefer own made material (if you have some material where you are also on it, and you
want yourself out of the video, send the original, we will edit it how you want it and put it in the packs)
• Please do NOT send videos with dead stuff, fake, amateur, masturbation or acted movies!
(if the video is new to us, and also whats this site is about, you will receive Darkscandals pack 1 -8 for free)
(Pack 9 is only for bitcoin donators or users who upload frequently)
Feit 1
Standpunt verdediging
Door de verdediging wordt gesteld dat de verdachte geen opzet heeft gehad op de ten laste gelegde opruiing. Hij heeft niet aangezet tot het plegen van strafbare feiten en het opnemen van video’s van eigen strafbare feiten. Evenmin heeft hij een verzoek laten uitgaan om strafbare video’s te gaan vervaardigen en verspreiden.
Beoordelingskader
In artikel 131 Sr is opruiing tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag strafbaar gesteld. Het belang van de strafbaarstelling is gelegen in bescherming van de openbare orde. Voor een bewezenverklaring moet, zo volgt uit de bestendige jurisprudentie rondom het strafbare feit opruiing, aan de volgende vier vereisten worden voldaan:
1. Opruien moet worden gezien als het aanzetten tot iets ongeoorloofds. Dit ongeoorloofde gedrag moet een naar Nederlands recht strafbaar feit zijn. Het is niet nodig dat het feit waartoe wordt aangezet ook daadwerkelijk wordt gepleegd.
2. Er moet sprake zijn van opzet. Dat kan voorwaardelijk opzet zijn: het bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden dat wordt opgeruid tot het plegen van een strafbaar feit.
3. Verder is vereist dat de opruiende uitlating in het openbaar is gedaan. Dat wil zeggen onder zodanige omstandigheden en op een manier dat deze door het publiek gehoord kon worden (HR 22 mei 1939, NJ 1939, 861). Naast ‘gehoord’ kan van openbaarheid ook sprake zijn als de boodschap kan worden ‘gelezen’ of ‘gezien’ door het publiek. Het internet kan worden aangemerkt als een openbare plaats, mits het publiek toegang heeft tot de internetpagina waarop de teksten zijn weergegeven.
4. De uitlating moet bovendien mondeling of bij geschrift of afbeelding zijn gedaan. Daaronder zijn begrepen tekstberichten op internet en social media.
Oordeel van het hof
Het hof is, grotendeels in navolging van de rechtbank, van oordeel dat bewezen kan worden dat de verdachte op zijn openbare websites heeft opgeruid tot het plegen van strafbare feiten. Het feit dat de websites erop gericht waren om klanten te werven, en dat zich blijkens de verklaring van de verdachte daadwerkelijk klanten meldden, is voldoende grond om vast te stellen dat deze websites een openbaar karakter hadden. De verdachte heeft onder meer op deze openbare websites middels een tekstbericht verzocht om video’s aan te leveren van onder andere verkrachtingen, aanrandingen, afpersingen en seks met dieren, waarbij hij heeft aangegeven dat het niet ‘fake’ (nep) of ‘acted’ (geacteerd) mocht zijn. Uit de emailberichten van de verdachte waarin hij reageert op ingezonden video’s blijkt ook dat de verdachte video’s afwees die niet echt maar geacteerd waren. Daarnaast heeft hij aangegeven dat hij de voorkeur gaf aan nieuw, en zelfgemaakt materiaal. Hij bood daarbij ook expliciet de mogelijkheid om de inzender van de video onherkenbaar te maken op de aangeleverde beelden.
Op grond van het hiervoor overwogene concludeert het hof dat de verdachte opzet heeft gehad op het aanzetten van de bezoekers van zijn website tot het plegen van strafbare feiten. Hij heeft immers doelbewust en opzettelijk gevraagd om nieuw en zelfgemaakt beeldmateriaal van strafbare feiten zoals verkrachtingen, afpersingen en seks met dieren.
Recht op vrijheid van meningsuiting
Door de verdediging is voorts bepleit dat de verdachte een beroep kan doen op de vrijheid van meningsuiting van artikel 10 Europees verdrag voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). De toegankelijkheid van Darkscandals en de verspreiding van de videopacks dient te worden beschermd door het recht op vrijheid van meningsuiting en dit recht kan naar de mening van de verdediging niet worden ingeperkt door een strafbaarstelling wegens opruiing ten aanzien van de films en beelden die bij Darkscandals worden aangeboden, voor zover die niet bij wet is voorzien en deze beperking in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van het voorkomen van strafbare feiten. De verspreiding van kinder- en dierenporno is een strafbaar feit, maar door het geringe aantal dergelijke video’s in de packs en de vermelding “Please do not send underage material” – en het feit dat zeker niet werd opgeroepen tot het aanleveren van kinderporno – kan opruiing aldus de verdediging niet bewezen worden verklaard.
Het hof overweegt het volgende.
Het door artikel 10 EVRM beschermde recht op vrijheid van meningsuiting is een zeer belangrijke verworvenheid in een democratische samenleving. Het geeft eenieder in beginsel het recht in vrijheid uiting te geven aan zijn of haar (al dan niet politieke) opvattingen. Echter, evenals andere door het EVRM gewaarborgde vrijheden, is de vrijheid van meningsuiting niet absoluut. Ingevolge het tweede lid van artikel 10 EVRM kan de overheid bepaalde voorwaarden, restricties of sancties opleggen en dusdoende de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting beperken. Beperking van dit grondrecht is alleen toegestaan indien deze (i) bij wet is voorzien, (ii) een geoorloofd doel dient en (iii) noodzakelijk is in een democratische samenleving.
Het hof overweegt dat aan de onder (i) en (ii) genoemde voorwaarden is voldaan. De strafbaarstelling van opruiing is bij wet voorzien en dient een legitiem doel. Immers de strafbaarstelling van opruiing is bedoeld om te voorkomen dat anderen worden aangezet tot het plegen van strafbare feiten en dient ter bescherming van de openbare orde.
Het hof is van oordeel dat ook aan het onder (iii) opgenomen vereiste dat de beperking van het grondrecht van de verdachte in een democratische samenleving noodzakelijk is, is voldaan. Op de websites van Darkscandals heeft de verdachte verzocht om video’s aan te leveren met beelden van echte verkrachtingen, afpersingen, aanrandingen en seks met dieren. Het oproepen tot plegen van dergelijke strafbare feiten is zodanig in strijd met de uitgangspunten van een democratie dat er een dringende maatschappelijke noodzaak bestaat om de verdachte en anderen in hun recht op vrijheid van meningsuiting te beperken. Er is geen minder ingrijpend middel denkbaar om dat doel (het voorkomen van een strafbaar feit) te bereiken. De strafbaarstelling van het oproepen tot het plegen van strafbare feiten is overigens ook bij uitstek geschikt om strafbare feiten te voorkomen. De beperking is daarmee ook proportioneel.
Feit 2
Het kopje bij feit 2 luidt na de wijziging tenlastelegging d.d. 2 mei 2022: “(Reguliere Kinderporno verspreid via Darkscandals en in bezit bij verdachte)”. Naar het hof uit de opbouw van de volledige tenlastelegging begrijpt wordt met “reguliere kinderporno” bedoeld: kinderporno die niet door de verdachte is vervaardigd. Voorts stelt het hof vast dat onder dit feit zowel afbeeldingen worden genoemd die waren opgenomen in de packs die via de websites van de verdachte werden aangeboden (1), als afbeeldingen die op gegevensdragers van de verdachte zijn aangetroffen (2). Het hof zal in het navolgende zowel de term ‘afbeelding’ als de term ‘bestand’ gebruiken. Daarmee wordt steeds gedoeld op een in digitale vorm opgeslagen afbeelding in de zin van artikel 240b Sr.
1. Kinderporno in packs
In de tenlastelegging zijn zeven afbeeldingen opgenomen die zijn aangetroffen in de packs en die als kinderpornografisch zijn aangemerkt. Daarnaast zijn op gegevensdragers in het bezit van de verdachte twee video’s aangetroffen ten aanzien waarvan aanwijzingen bestaan dat deze in de packs waren opgenomen, namelijk “[bestand]” en “[bestand]”.
Uit het dossier blijkt dat de verdachte de packs heeft samengesteld door enerzijds de inhoud van de website Rarescandals over te nemen (waarmee de packs 1 en 2 werden gevuld) en anderzijds afbeeldingen te verkrijgen van personen die in ruil daarvoor toegang kregen tot de packs.
De verdachte heeft ter zitting in hoger beroep verklaard dat de daadwerkelijke verspreiding van de packs plaatsvond door de verstrekking van een snelkoppeling naar de packs die waren opgeslagen bij MEGA (een in Nieuw-Zeeland gevestigde verlener van onder meer cloudopslagdiensten). Na deze verstrekking was iedereen die in het bezit was van een dergelijke snelkoppeling in staat om ongelimiteerd (zowel qua frequentie als in de tijd) de zich bij MEGA bevindende packs te downloaden.
Uit de zich in het dossier bevindende informatie die door MEGA is verstrekt blijkt dat aldaar tot 25 maart 2020, 13:05 UTC de packs 1 t/m 8 beschikbaar zijn geweest. Dat (de inhoud van) pack 9 langs andere weg door de verdachte is verspreid blijkt niet uit het dossier.
De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte zich niet bewust was van de aanwezigheid van kinderpornografische afbeeldingen in de packs, dat hij geen kinderporno in de packs wilde hebben en dat hij dergelijk materiaal direct verwijderde als hij het tegenkwam. Daarmee stelt de verdediging dat het voor het bezit en de verspreiding van kinderporno vereiste opzet ontbreekt. Dit verweer slaagt niet.
Van opzet op het bezit van kinderporno is in het algemeen sprake als de verdachte zich bewust is van de aanwezigheid van de bestanden, hierover beschikkingsmacht heeft, en de bedoeling heeft ze in bezit te hebben.
Zoals hiervoor reeds vastgesteld heeft de verdachte de packs 1 en 2 samengesteld door overname van materiaal dat hij aantrof op een andere website. Hoewel hij zelf heeft verklaard dit materiaal niet te hebben gecontroleerd, neemt dat niet weg dat de verdachte volgens zijn eigen verklaring wist dat het materiaal dat afkomstig was van Rarescandals pornografie van het extreme genre bevatte. Hij heeft immers de hiervoor reeds weergeven opsomming van video’s die welkom waren op de Rarescandals-website overgenomen op zijn eigen websites, waarbij het onderdeel:
-Real underground sold slave girl videos
door hem zelf is toegevoegd.
Het voorgaande betekent dat de verdachte wist wat de aard van het van Rarescandals afkomstige materiaal was, en daarmee van het materiaal dat hij zelf via de packs 1 en 2 publiceerde. Het betekent voorts dat de verdachte niet alleen bereid was om materiaal dat aan deze omschrijvingen voldeed te accepteren, maar ook dat hij daadwerkelijk de packs 3 t/m 9 heeft samengesteld met dat soort materiaal. De verdachte controleerde het materiaal dat werd aangeboden ter verkrijging van gratis toegang tot de packs. Hij heeft immers verklaard dat hij daadwerkelijk controleerde of het materiaal ‘goed’ was en voldeed aan de regels van Darkscandals. Een dergelijke werkwijze ligt voor de hand omdat het aangeboden materiaal diende als betaalmiddel, zodat hij de ‘waarde’ daarvan diende te beoordelen. Overigens komt daar nog bij dat het feit dat de verdachte uitdrukkelijk vroeg om ‘nieuw’ beeldmateriaal, doet veronderstellen dat de verdachte niet alleen al het aan hem aangeboden materiaal op dat vereiste heeft gecontroleerd, maar ook dat hij van de video’s waarmee hij eerder de packs 1 en 2 had gevuld kennis had genomen. Het was immers voor de aantrekkelijkheid van het aanbod op zijn websites van belang doublures in het aangeboden materiaal zo veel mogelijk te voorkomen. Dat er de facto sprake was van doublures kon gezien de omvang van het aangeboden materiaal vermoedelijk niet volledig worden voorkomen en maakt het voorgaande niet anders.
Het voorgaande maakt dat als vaststaand kan worden aangenomen dat de verdachte kennis heeft genomen van al het beeldmateriaal waarmee de packs 1 tot en met 9 waren gevuld. Gelet op de beschrijving van het daarop aangetroffen kinderpornografisch materiaal moet het voor de verdachte duidelijk zijn geweest dat hij ook pornografisch materiaal toevoegde aan de packs waarop (zeer) jeugdige personen te zien waren. De verdachte heeft aldus minst genomen bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij kinderpornografisch materiaal bezat, aanbood en verspreidde et cetera.
Het voorgaande betekent dat het hof ten aanzien van de volgende bestanden van oordeel is dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het opzettelijk verspreiden, aanbieden, verwerven, in bezit hebben en/of de toegang daartoe verschaffen:
[bestand],
[bestand],
[bestand],
[bestand],
[bestand],
[bestand],
[bestand] en
[bestand].
Met betrekking tot het bestand
[bestand]
is sprake van het opzettelijk verwerven en in bezit hebben daarvan.
2. Kinderporno op gegevensdragers
Op de onder de verdachte in beslag genomen gegevensdragers zijn in totaal 3.600 kinderpornografische foto’s en video’s aangetroffen. Deze zijn volgens het proces-verbaal “Beschrijving kinderpornografisch materiaal” allemaal bekeken en de inhoud van enkele afbeeldingen is verwerkt in een zogenoemde collectiescan en een ‘Omschrijving kinderpornografische afbeeldingen’. De in totaal 22 in de tenlastelegging vermelde afbeeldingen worden hierin beschreven. Hieruit blijkt dat het gaat om kinderpornografische afbeeldingen, hetgeen door de verdachte niet (meer) wordt betwist.
Ten aanzien van twee afbeeldingen, te weten [bestand] en [bestand] geldt zowel dat deze op een gegevensdrager bij de verdachte zijn aangetroffen, als dat vastgesteld kan worden dat deze deel uitmaakten van de packs, zodat daarvoor geldt hetgeen daaromtrent hiervoor is overwogen.
Voorts worden in de tenlastelegging negen afbeeldingen genoemd die zijn aangetroffen in een archiefbestand op de WD Harddisk.
Het overgrote deel van de foto’s en video’s (3.142 stuks) die als benaderbaar zijn omschreven, stond op de WD Harddisk in een archiefbestand genaamd “domain_data.tar.gz” met de bestandslocatie “\admin.2019-03-08_05-57-44.tar\.\web\darkscandals.co\”. De verdachte heeft verklaard dat hij een back-up heeft gemaakt waar al het materiaal in zat dat op de website zelf stond. Uit het dossier blijkt dat het archiefbestand eenvoudig toegankelijk is met gebruikmaking van het programma 7Zip, dat gratis verkrijgbaar is. Tenslotte heeft de verdachte verklaard dat zich in de back-up materiaal bevond dat afkomstig was van klanten en dat hij dat materiaal nog moest bekijken om na te gaan of daar mogelijk ook kinderporno tussen zat. Het hof laat in het midden of zulks juist is nu dit onverlet laat dat op grond hiervan de in de back-up aanwezige kinderporno als voor de verdachte benaderbaar moet worden beschouwd, met uitzondering van de hierna te bespreken 388 bestanden.
Van de 3.600 foto’s en video’s waren 313 foto’s en 75 video’s (totaal 388 bestanden) volgens het dossier niet benaderbaar. Deze niet benaderbare bestanden zijn aangeduid als “deleted/unallocated/thumbs etc”. Het dossier bevat enkele summiere aanduidingen van de reden waarom sommige bestanden door de politie als niet benaderbaar zijn aangemerkt. Dit betreft enkele bestandslocaties op de iPhone 5 met beslagcode 2370130 (hierna: de iPhone 5), te weten “\private\var\mobile\Containers\Data\Application\5F32700A-50E4-4478-B760-850FC81958F6\Library\Caches\”, “\private\var\mobile\Media\PhotoData\” en “\private\var\mobile\Containers\Shared\AppGroup\E45DFD73-F09B-4228-9CA1-2F788B6687DC\”, waarvan een opsporingsambtenaar stelt dat op deze locaties bestanden aanwezig waren die niet benaderbaar waren maar waar de verdachte wel (in sommige gevallen) via een communicatiedienst toegang toe had of heeft gehad. Zonder nadere onderbouwing is deze vaststelling onvoldoende om tot bewezenverklaring van het bestanddeel “zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft” te komen. Bovendien ontbreekt inzicht in het verband tussen de kennelijk op deze locaties aangetroffen bestanden en het genoemde aantal van 388 bestanden, zodat het hof zich geen oordeel kan vormen over de implicaties van die vaststelling – indien juist – voor de hoeveelheid van de bestanden die dan wel bij de verdere oordeelsvorming zouden kunnen worden betrokken. Voor het overige ontbreekt ten aanzien van de rest van deze 388 bestanden een nadere aanduiding of omschrijving daarvan, zoals de locatie waar ze zijn aangetroffen of vermelding van metadata waaruit wellicht enig beeld kan ontstaan wanneer en langs welke weg deze bestanden op de gegevensdragers terecht zijn gekomen. Het voorgaande betekent dat het hof, mede omdat dit niet in het nadeel van de verdachte is, bij de verdere beoordeling van deze zaak geen rekening zal houden met deze 388 afbeeldingen, waarvan er geen enkele op de tenlastelegging voorkomt.
Nu geen van de
ten laste gelegdeafbeeldingen is aangetroffen op de Dell computer, op de Apple iPhone X of de MacBook Pro computer zal het hof de verdachte daarvan vrijspreken. Dat neemt niet weg dat het bij de verdere beoordeling van deze zaak wel rekening zal houden met het feit dat ook op de iPhone X en de MacBook Pro computer kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen.
Ook voor het hier aan de orde zijnde kinderpornografisch materiaal geldt dat de verdachte wist wat de aard van het van Rarescandals afkomstige materiaal was, alsmede van het materiaal dat hem werd toegezonden. De verdachte controleerde het materiaal dat werd aangeboden ter verkrijging van gratis toegang tot de packs. Hij heeft immers verklaard dat hij daadwerkelijk controleerde of het materiaal ‘goed’ was en voldeed aan de regels van Darkscandals. Een dergelijke werkwijze ligt voor de hand omdat het aangeboden materiaal diende als betaalmiddel, zodat hij de ‘waarde’ daarvan diende te beoordelen.
Verdachte heeft voorts verklaard dat het voorkwam dat kinderpornografisch materiaal werd geüpload en door hem verwijderd. Uit deze verklaring blijkt dat de verdachte zich er bewust van was dat het materiaal in de back-up kinderporno kon bevatten. Gelet op de beschrijving van het materiaal waar de verdachte om vroeg, waaronder ook beeldmateriaal met betrekking tot ‘girls’ en ‘(real) schoolgirls’ kan (hoewel het hof het aannemelijk acht dat de verdachte daarmee doelbewust probeerde in het bezit te komen van (nieuw) kinderpornografisch materiaal) zonder meer worden vastgesteld dat de verdachte daarmee (naar de uiterlijke verschijningsvorm) bewust de aanmerkelijk kans aanvaardde dat hij (ook) kinderpornografisch materiaal ‘toegezonden kreeg’. Overigens is door gebruik van het woord ‘real’ voor ‘schoolgirls’ duidelijk dat de verdachte niet vroeg om beelden van jongvolwassenen die zich voordoen als ‘schoolgirl’, zoals door de verdediging gesuggereerd.
In de tenlastelegging wordt één afbeelding genoemd die is aangetroffen op de iPhone 5, genaamd “[bestand]”. Nu deze afbeelding is aangetroffen op een locatie genaamd “files\Video\03b1e144-2d61-4c05-9103-56ff3fd520ed.mp4\ private\var\mobile\Containers\Shared\ AppGroup\E45DFD73-FO9B-4228-9CA1-2F788B6687DC\Message\Media\ 31685467656@s.whatsapp.net\0\3” neemt het hof aan dat de verdachte deze via Whatsapp heeft ontvangen.
In de tenlastelegging wordt een afbeelding genoemd die zich op de WD Harddisk bevond op de locatie [bestandslocatie], te weten [bestand]. Uit het dossier blijkt dat er geen bijzondere handelingen verricht behoefden te worden om bestanden in genoemde locatie te benaderen.
Tenslotte worden in de tenlastelegging twee afbeeldingen genoemd die zich op de WD Harddisk bevonden op de locatie [bestandslocatie], te weten [bestand] en [bestand]. Uit het dossier blijkt dat er geen bijzondere handelingen verricht behoefden te worden om bestanden in genoemde locatie te benaderen.
Het hof concludeert op grond van het vorenstaande dat de verdachte de beschikkingsmacht had over de kinderpornografische beelden, dat hij deze voor langere tijd heeft bewaard en daarmee ook de bedoeling heeft gehad om ze te bezitten. Daarmee is opzet op het bezit, alsmede op de kinderpornografische aard daarvan, bewezen. Voor de in de back-up aangetroffen bestanden geldt voorts dat de verdachte zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een
communicatiedienst de toegang heeft verschaft.
Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat voor alle afbeeldingen die op de back-up-locatie zijn aangetroffen geldt dat deze door de verdachte zijn verspreid. Immers, weliswaar zijn er geen aanwijzingen dat de bestanden in de back-up na het maken daarvan door de verdachte zijn verspreid, maar die bestanden bevatten wel afbeeldingen die op het moment van het maken van de back-up door de verdachte via een door hem beheerde website beschikbaar werden gesteld en ook daadwerkelijk werden afgenomen. Dit heeft voortgeduurd tot het moment van ontoegankelijk maken van de packs door MEGA op 25 maart 2020.
Gewoonte
Gelet op de hoeveelheid aangetroffen kinderpornografisch materiaal, de duur van de bewezen verklaarde periode en de wijze waarop dat materiaal is verworven, acht het hof bewezen dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van dit misdrijf.
Feit 3
Standpunt van de verdediging
Slechts vijf van de 1.197 video’s in de Darkscandals videopacks zijn aangemerkt als dierenpornografisch. De verdachte was zich niet bewust van de aanwezigheid van die dierenpornografische video’s in de videopacks of in de bestanden die hem door gebruikers van de website zijn toegezonden. Hij had geen opzet op het bezit en de verspreiding van dierenporno. De verdachte dient daarom te worden vrijgesproken van dit feit.
Oordeel van het hof
Het kopje bij feit 3 op de tenlastelegging luidt: “Reguliere dierenporno verspreid via Darkscandals en in bezit bij verdachte”. Naar het hof begrijpt wordt met “reguliere dierenporno” bedoeld: dierenporno die niet door de verdachte is vervaardigd. Onder feit 6 is aan de verdachte onder meer ten laste gelegd het plegen van ontucht door twee slachtoffers te bewegen tot — kort gezegd — seksuele handelingen met een dier. Het hof begrijpt de tenlastelegging aldus dat onder feit 3 niet tevens ten laste is gelegd het bezit van het beeldmateriaal dat de verdachte daarvan heeft gemaakt.
Het hof verwerpt het gevoerde verweer. De verdachte heeft de packs aanvankelijk zelf samengesteld met video’s die afkomstig waren van de website Rarescandals. Later heeft hij nieuwe packs uitgebracht met video’s die hij heeft verkregen naar aanleiding van de oproep op zijn website om materiaal aan te leveren. Daarnaast blijkt uit de bewijsmiddelen dat er niet alleen in de door de verdachte aangeboden videopacks dierenpornografische video’s zijn
aangetroffen, maar ook op andere gegevensdragers die onder de verdachte in beslag zijn genomen. Het gaat al met al niet om vijf, maar in totaal om 458 afbeeldingen.
Zoals is overwogen onder het kopje ‘vaststaande feiten ten aanzien van feiten 1, 2 en 3’ riep de verdachte op zijn website op om video’s aan te leveren van ‘Real busted girl doing some nasty stuff (like busted sex with animal or something extreme)’. Daarmee is het opzet op het bezit en de verspreiding van dierenporno gegeven.
Gewoonte
Het hof acht bewezen dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit en de verspreiding van dierenpornografische afbeeldingen, gelet op de aangetroffen hoeveelheid daarvan en zijn oproep op de website(s) Darkscandals om dierenporno aan te leveren.
Alternatief scenario in het kader van feit 5 en 6
In hoger beroep heeft de verdachte, net als in eerste aanleg, een alternatief scenario geschetst met betrekking tot de feiten 5 en 6, welke begaan zijn met behulp van de inbeslaggenomen iPhone 5. Dat scenario houdt — zakelijk weergegeven — in dat de verdachte toegang heeft verkregen tot het MEGA-account van een persoon die eerder een video ten behoeve van Darkscandals met de verdachte heeft gedeeld. In het account van deze persoon heeft de verdachte de ten laste gelegde foto’s en video’s aangetroffen (schermopnames van chatgesprekken waarin slachtoffers onder meer werden gedwongen om seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten). Hij heeft die video’s opgeslagen om onderzoek te kunnen doen naar de inhoud daarvan om daarna de slachtoffers te kunnen helpen. Hij heeft verklaard dat dat in een aantal gevallen is gelukt omdat hij de persoon of personen die de video’s hadden gemaakt, heeft betaald om de chantage te stoppen. De verdachte heeft dit aan niemand laten weten, ook niet aan de desbetreffende meisjes. Vanwege de bestandsgrootte van de in het account van de beweerdelijke dader aangetroffen schermopnames heeft hij die met het programma Screen Capture Tool Pro (hierna: SCTP) opnieuw opgenomen.
Met betrekking tot de iPhone 5 heeft de verdachte verklaard dat hij die eind februari 2020 — inclusief het belastende materiaal — heeft overgenomen van de persoon of personen die de slachtoffers heeft/hebben aangezet tot de seksuele handelingen en via wie hij eerder dus toegang had gekregen tot diens MEGA-account. De verdachte heeft erop gewezen dat het mogelijk is dat aan de verdachte toe te schrijven informatie en documenten op deze iPhone 5 zijn beland doordat hij op deze telefoon heeft ingelogd met zijn Apple ID, waarna er synchronisatie met andere Apple-apparaten kan hebben plaatsgevonden. De verdachte heeft verklaard dat hij na de overdracht van de telefoon toegang kreeg tot de snapchataccounts van de bij feit 5 en 6 te bespreken alter ego’s.
Oordeel van het hof
Het hof stelt voorop dat volgens bestendige jurisprudentie als uitgangspunt heeft te gelden dat ingeval een verdachte het hem tenlastegelegde bestrijdt met een alternatieve lezing van de gebeurtenissen, die niet met een bewezenverklaring zou stroken, de rechter — indien hij tot een bewezenverklaring komt — die aangedragen alternatieve gang van zaken zal moeten weerleggen. Dat kan gebeuren door opneming van bewijsmiddelen of vermelding, al dan niet in een nadere
bewijsoverweging, van aan wettige bewijsmiddelen te ontlenen feiten en omstandigheden die de alternatieve lezing van de verdachte uitsluiten. Een dergelijke weerlegging is echter niet steeds vereist. In voorkomende gevallen zal de rechter ter weerlegging kunnen oordelen
dat de door de verdachte gestelde alternatieve toedracht niet aannemelijk is geworden dan wel dat de lezing van de verdachte als ongeloofwaardig terzijde moet worden gesteld. Ten slotte kunnen zich gevallen voordoen waarin de lezing van de verdachte zo onwaarschijnlijk is, dat zij geen uitdrukkelijke weerlegging behoeft (HR 16 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK3359).
Tijdens de doorzoeking van de woning van de verdachte zijn er verschillende gegevensdragers in beslag genomen. Op de WD Harddisk zijn 52 video’s aangetroffen waarvan de bestandsnaam steeds begint met ‘Screen Capture Tool Pro’. In 50 van die video’s gaat het om schermopnames van chat- en videobelgesprekken met dan nog onbekende meisjes. Er is om te chatten gebruik gemaakt van de applicaties Snapchat, WhatsApp, Instagram en Skype. Daarbij is gebruik gemaakt van een mobiele telefoon met het besturingssysteem van Apple. Die telefoon was verbonden aan een computer, zodat de chatgesprekken op het beeldscherm van de computer zichtbaar waren. Van het beeldscherm van de computer — met daarop dus onder andere zichtbaar de chatgesprekken die op de telefoon werden gevoerd — zijn vervolgens schermopnames (films) gemaakt. Ook zijn er op die schermopnames Skypegesprekken te zien. De schermopnames zijn steeds gemaakt op een computer waarop het besturingssysteem van Apple is te herkennen.
Alle chat- en videobelgesprekken in de video’s vonden plaats in de Nederlandse taal. In die video’s zijn de namen en gebruikersnamen van minderjarige meisjes zichtbaar, waardoor de politie meerdere slachtoffers heeft kunnen identificeren. Een groot deel van de gesprekken is seksueel getint, waarbij de persoon die de schermopnames maakt op dwingende wijze opdrachten geeft aan de meisjes om (naakt)foto’s te maken of (vergaande) seksuele handelingen voor de camera uit te voeren.
Op de gegevensdragers van de verdachte zijn ook foto’s en video’s van dezelfde slachtoffers aangetroffen waarin zij seksuele handelingen bij zichzelf verrichten. Deze handelingen zijn — in tegenstelling tot de SCTP-video’s — niet live voor de camera tijdens een videobelgesprek uitgevoerd, maar door de slachtoffers zelf dan wel door een andere persoon, niet zijnde de verdachte, opgenomen en daarna kennelijk verzonden.
Ten slotte zijn op één van de gegevensdragers van de verdachte video’s aangetroffen die zijn opgenomen met de in de woning van de verdachte aangetroffen Black Box Spy Camera, waarop te zien is dat de verdachte seks heeft met het slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 4].
De verdachte heeft ontkend dat hij degene is die de betreffende gesprekken met de slachtoffers heeft gevoerd. In dat kader overweegt het hof dat het hof – met de benodigde behoedzaamheid en slechts in samenhang met de overige bewijsmiddelen die erop duiden dat het wel degelijk de verdachte is geweest die die gesprekken heeft gevoerd - gebruik zal maken van de herkenning van zijn stem in verschillende video’s door politieagenten. Ook heeft het hof op grond van fragmenten van gesprekken die ter zitting zijn afgespeeld, vastgesteld dat de stem van de mannelijke deelnemer daaraan zekere overeenkomsten heeft met de stem van de verdachte zoals ter zitting waargenomen.
Het hof zal - anders dan de rechtbank - geen gebruik maken van de resultaten van de toepassing van een stemherkenningsmodule van het tapsysteem van de politie. De werking van die module wordt in het dossier uiterst summier beschreven. Het hof begrijpt dat de betreffende module is getraind met twee verschillende geluidsopnames van de stem van de verdachte, waarna de module een positieve herkenning gaf met een betrouwbaarheidsscore van 4,7 respectievelijk 6,8. In de betreffende processen-verbaal wordt daarbij vermeld dat aan een herkenning door de stemherkenningsmodule (kennelijk blijkend uit de statusweergave ‘getraind’) een betrouwbaarheidsscore wordt gegeven van 0 tot en met 16, waarbij de ondergrens is gesteld op 4 omdat lagere scores minder betrouwbaar zijn doordat er vaker mismatches zijn.
Het hof stelt vast dat uit het dossier op geen enkele wijze blijkt of, en zo ja op welke wijze, het goed functioneren van de stemherkenningsmodule is gewaarborgd en/of gecertificeerd. De waarde van de toegekende betrouwbaarheidsscore is daardoor niet vast te stellen. Bovendien ontbreekt ieder inzicht in de waarde van de gekozen ondergrens. Met name is niet duidelijk geworden wat de kans op het zich voordoen van mismatches is bij een score van 4,7 en 6,8.
Vanwege het voorgaande kan niet worden vastgesteld wat de bewijswaarde van de betreffende stemherkenningen is, zodat het hof – zoals ook is bepleit door de verdediging - deze niet voor het bewijs zal gebruiken.
Op de gegevensdragers van de verdachte zijn aldus diverse kinderpornografische foto’s en video’s aangetroffen. In totaal heeft de politie tien slachtoffers kunnen identificeren. Van die slachtoffers staat vast dat zij minderjarig waren toen de opnamen werden gemaakt. De meeste slachtoffers hebben verklaard dat zij dachten dat zij via Snapchat, Instagram of WhatsApp contact hadden met een meisje genaamd [Roos]. Roos zei hen dat zij werd bedreigd met verkrachting of het openbaar maken van naaktfoto’s (‘exposen’). Zij vroeg hun hulp om het te laten stoppen. Via [Roos] kwamen zij in contact met andere identiteiten zoals [Alex], [Paul], [Ron] en het account savageboyz020. Alle chatgesprekken leidden er uiteindelijk toe dat de slachtoffers voor de camera seksuele handelingen bij zichzelf verrichten, in de veronderstelling dat zij daarmee voorkwamen dat naaktbeelden van een ander ([Roos]) en — later — van henzelf zouden worden geopenbaard door een van de genoemde identiteiten.
In de iPhone 5 is een simkaart aangetroffen met het telefoonnummer dat gebruikt is bij het aanmaken van het Instagramaccount van [Roos] (telefoonnummer eindigend op 2925). Voorts zijn er op deze telefoon onder andere whatsappgesprekken aangetroffen tussen [Roos] en de slachtoffers die ook in de video’s te zien zijn en vele Instagram-chats tussen [Roos] en meisjes waarin Roos om hulp vraagt.
De inhoud van de video’s, de verschillende identiteiten die zijn gebruikt in het contact met de slachtoffers en de (overige) feitelijkheden die in de tenlastelegging zijn uitgewerkt hebben ter zitting niet ter discussie gestaan en kunnen op grond van de inhoud van de bewijsmiddelen als vaststaand worden aangemerkt. Deze feiten kunnen zonder nadere motivering dienen als vertrekpunt voor de beantwoording van de bewijsvraag. Deze beperkt zich tot de vraag of het de verdachte is geweest die zich in de contacten met de slachtoffers
heeft bediend van de hiervoor aangehaalde identiteiten en of het de verdachte is geweest die uiteindelijk de onder 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
De verdachte stelt dat hij toegang tot de snapchat accounts van verschillende alter ego’s heeft gekregen toen hij de iPhone 5 in zijn bezit kreeg. Dit zou kort voor zijn aanhouding zijn geweest. Echter verklaart [slachtoffer/benadeelde 4] uitgebreid en geloofwaardig dat zij contact heeft gehad met [Ron], [Paul] en Savageboy020, waarbij de laatstgenoemde haar ertoe heeft aangezet om met hem af te spreken. Volgens de op de iPhone 5 aangetroffen berichten dateren die contacten (deels) uit 2017, ver voor de aanhouding van de verdachte. De verdachte ontkent niet dat hij contact heeft gehad met [slachtoffer/benadeelde 4] en dat hij seks met haar heeft gehad. Dat is gelet op het daarvan aangetroffen beeldmateriaal overigens ook niet verbazingwekkend.
Het hof concludeert op grond van het voorgaande en in het bijzonder op grond van de verklaringen van [slachtoffer/benadeelde 4] (die bevestiging vinden in andere bewijsmiddelen) dat het de verdachte is geweest die in 2017 via de genoemde accounts en met gebruikmaking van de genoemde aliassen contact heeft gehad met [slachtoffer/benadeelde 4], hetgeen verdere (en in sterke mate) afbreuk doet aan de geloofwaardigheid van het door de verdachte gepresenteerde alternatieve scenario.
De verdachte heeft zich ook in hoger beroep op het standpunt gesteld dat voor hem belastende informatie, namelijk gegevens die er op duiden dat hij de telefoon al sinds veel langer dan kort voor zijn aanhouding op 9 maart 2020 in gebruik heeft, daarop terecht is gekomen door overdracht van die gegevens vanaf andere Apple-apparaten die hij in gebruik had. Hij heeft specifiek gewezen op synchronisatie en het overnemen van gegevens uit een back-up.
Het hof stelt voorop dat synchronisatie en het overnemen van gegevens uit een back-up twee fundamenteel verschillende processen zijn. In casu is met name relevant dat het terugzetten van een eerder gemaakte backup (door Apple aangeduid als een reservekopie) alleen kan nadat alle inhoud van het apparaat is gewist, zo blijkt uit een niet door de verdediging weersproken openbare bron (https://support.apple.com/nl-nl/HT204184). Dat betekent dat als op de iPhone 5 voorkomende gebruikersgegevens terecht zouden zijn gekomen doordat de verdachte een back-up van een andere door hem gebruikte iPhone daarop zou hebben ‘teruggezet’, alle andere gegevens daaraan voorafgaand gewist zouden moeten zijn geworden. De vermenging van gegevens van de verdachte met gegevens van de eerdere gebruiker waar de verdachte op doelt is in dit scenario derhalve niet mogelijk.
Gezien het voorgaande dient nog het scenario besproken te worden dat de betreffende gegevens na aanmelding van het iCloud-account van de verdachte via synchronisatie op de iPhone 5 terecht zijn gekomen. Het aantreffen van door de politie als toestelgebonden informatie aangemerkte gegevens, zoals registraties van wifi-netwerken waar een toestel mee verbonden is geweest en een Apple system log-bestand genaamd “2013.12.03.asl” waaruit blijkt dat op 12 december 2013 het betreffende toestel een netwerkverbinding heeft gemaakt terwijl het de naam ‘iPhone-van-[naam verdachte]’ had, duidt er op dat de telefoon vele jaren voor het door de verdachte beweerde verkrijgen van de iPhone 5, bij hem in gebruik was.
De verdediging heeft erop gewezen dat in het dossier wordt vermeld dat de iPhone 5 de naam ‘iPhone’ heeft en de iPhone X de naam ‘iPhone van [naam verdachte]’ en daaruit de conclusie getrokken dat de naam van de iPhone X per abuis aan de iPhone 5 is toebedeeld.
Het hof kan de verdediging hierin echter niet volgen. De in het proces-verbaal DIG 38 genoemde namen van de verschillende telefoons zijn op 11 april 2020 vastgelegd en geven de situatie op het moment van inbeslagname van deze telefoons weer, derhalve op 9 maart 2020. Uit open bronnen (www.apple.com/nl/newsroom/2017/iphone-x-for-pre-order-on-friday-october-27/) blijkt dat de iPhone X sinds het najaar van 2017 verkrijgbaar is, zodat de verdachte deze niet al op 3 december 2013 in zijn bezit kon hebben. Het is daarom geenszins in strijd met de bevinding dat de iPhone 5 op laatstgenoemde datum de naam ‘iPhone van [naam verdachte]’ heeft gekregen dat diezelfde naam in maart 2020 aan de iPhone X was verbonden en de iPhone 5 inmiddels was vernoemd naar ‘iPhone’.
Uit het voorgaande volgt dat het ‘synchronisatie-scenario’ voldoende onderbouwing mist zodat het hof de verdachte daarin niet zal volgen. Het op de iPhone 5 aangetroffen materiaal zal daarom als afkomstig van de verdachte worden aangemerkt.
Tenslotte overweegt het hof nog dat de verdachte omtrent het verkrijgen van toegang tot het MEGA-account van een persoon die eerder een video ten behoeve van Darkscandals met hem had gedeeld ook desgevraagd niet méér heeft verklaard dan dat hij na het delen van die video toegang had tot alle bestanden die in het MEGA-account van die persoon aanwezig waren. Dit is een gang van zaken die nadere toelichting behoeft, te meer nu het hier ging om een groot aantal omvangrijke bestanden met een kinderpornografisch karakter. Het uitblijven van een dergelijke toelichting doet verdergaand afbreuk aan de geloofwaardigheid van de door de verdachte geschetste gang van zaken.
Op grond van al het voorgaande en de gebezigde bewijsmiddelen (in onderling verband en samenhang bezien) stelt het hof het alternatieve scenario als ongeloofwaardig terzijde. De verdachte had de iPhone 5 al jaren in bezit en bediende zich in de contacten met de slachtoffers van verschillende identiteiten. Ook wordt geconcludeerd dat de verdachte live schermopnames heeft gemaakt van zijn eigen scherm.
Met deze vaststelling komt het hof toe aan de verdere bewijswaardering van feit 5 en 6.
Feit 5
De verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep gerefereerd ten aanzien van het bezit van de SCTP-schermopnames. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat deze schermopnames op verschillende gegevensdragers van de verdachte stonden.
Zoals hierboven al genoemd zijn op de gegevensdragers van de verdachte ook foto’s en video’s aangetroffen van een tiental geïdentificeerde slachtoffers, waarvan het vast staat dat zij minderjarig waren toen de opnamen werden gemaakt, waarin zij seksuele handelingen bij zichzelf verrichten. Deze handelingen zijn — in tegenstelling tot de SCTP-video’s — niet live voor de camera tijdens een videobelgesprek uitgevoerd, maar door de slachtoffers zelf dan wel een andere persoon, niet zijnde de verdachte, opgenomen en daarna kennelijk verzonden.
De meeste slachtoffers hebben verklaard dat zij dachten dat zij via Snapchat, Instagram of WhatsApp contact hadden met een meisje genaamd [Roos]. Roos zei hen dat zij werd bedreigd met verkrachting of het openbaar maken van naaktfoto’s (‘exposen’). Zij vroeg hun hulp om het te laten stoppen. Via [Roos] kwamen zij in contact met andere identiteiten zoals bijvoorbeeld [Alex], [Paul], [Ron] en het account savageboyz020. Alle chatgesprekken leidden er uiteindelijk toe dat de slachtoffers voor de camera seksuele handelingen bij zichzelf verrichtten om te voorkomen dat naaktbeelden van een ander ([Roos]) en — later — van henzelf zouden worden geopenbaard door een van de genoemde identiteiten.
In de iPhone 5 met beslagcode 2370130, ten aanzien waarvan het hof reeds heeft vastgesteld dat deze al ten minste vanaf 3 december 2013 door de verdachte werd gebruikt, is een simkaart aangetroffen met het telefoonnummer dat gebruikt is bij het aanmaken van het Instagramaccount van [Roos] (telefoonnummer eindigend op 2925). Voorts zijn er op deze telefoon onder andere whatsappgesprekken aangetroffen tussen [Roos] en de slachtoffers die ook in de video’s te zien zijn en vele Instagram chats tussen [Roos] en meisjes waarin Roos om hulp vraagt.
Door het opnemen van de seksuele handelingen van de slachtoffers door middel van SCTP heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het vervaardigen van kinderporno. Niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de video’s op grote schaal heeft verspreid. Er is echter wel vastgesteld dat hij minimaal één video van een slachtoffer aan een ander slachtoffer heeft gestuurd. Daarmee kan bewezen worden verklaard dat de verdachte ook de onder 5 ten laste gelegde kinderporno heeft verspreid.
Gewoonte
Gelet op het aantal slachtoffers, de omvang van het beeldmateriaal dat van deze slachtoffers is aangetroffen, de geraffineerde wijze waarop de verdachte de slachtoffers bij herhaling heeft bewogen om voor de camera seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten en de omstandigheid dat de verdachte — gebruikmakend van speciale software — daarvan steeds opnames bleef maken, acht het hof bewezen dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit en de vervaardiging van kinderporno. Dat geldt niet voor de verspreiding van deze specifieke kinderporno.
Feit 6
Ontuchtige handelingen
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat van het dwingen tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 246 Sr ook sprake kan zijn ingeval geen lichamelijke aanraking tussen de dader en het slachtoffer heeft plaatsgevonden. Voor de beantwoording van de vraag of er in dat geval sprake is van het plegen van ontucht zijn de omstandigheden van het geval beslissend en hangt het af van de vraag of er sprake is geweest van een relevante interactie (HR 22 maart 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1379).
In deze zaak gaat het om slachtoffers die vaak in meerdere (video)chatgesprekken contact hadden met de verdachte. Die gesprekken leidden er uiteindelijk toe dat de slachtoffers voor de camera seksuele handelingen bij zichzelf verrichtten om te voorkomen dat naaktbeelden
van een ander ([Roos]) dan wel van henzelf zouden worden geopenbaard. Daarmee is naar het oordeel van het hof sprake van een relevante interactie. Het hof stelt vast dat de verdachte door te dreigen met een andere feitelijkheid (het dreigen met openbaar maken van naaktbeelden) de slachtoffers heeft gedwongen tot het plegen van een of meer ontuchtige handelingen, zodat het onder 6 primair ten laste gelegde bewezen kan worden geacht.
Standpunt van de verdediging ten aanzien van [slachtoffer 9]
De verdediging heeft zich in hoger beroep op het standpunt gesteld dat er bij het slachtoffer [slachtoffer 9] geen sprake is geweest van dreiging met geweld. Ook heeft de verdediging aangevoerd dat ten onrechte geen onderzoek is gedaan naar locatiegegevens op de telefoon van de verdachte. Daardoor is, aldus de verdediging, het recht op een eerlijk proces zoals vastgelegd in artikel 6 EVRM geschonden.
Oordeel van het hof
Ook ten aanzien van het slachtoffer [slachtoffer 9] komt het hof tot een bewezenverklaring van feit 6. Het hof concludeert, anders dan de verdediging, dat op grond van de bewijsmiddelen, waaronder het verhoor van [slachtoffer 9] bij de raadsheer-commissaris, kan worden vastgesteld dat er ten aanzien van dit slachtoffer – naast het dreigen met andere feitelijkheden – ook sprake is geweest van dreiging met geweld. Het hof ziet – ook in hetgeen door de verdediging in dit verband naar voren is gebracht - geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid en betrouwbaarheid van haar verklaringen. Het slachtoffer heeft haar eerdere verklaring op het punt van de dreiging jegens haar familie op overtuigende wijze bevestigd, terwijl het ontbreken van locatiegegevens daar niets aan kan afdoen. Ook indien nader onderzoek op dat vlak ertoe had geleid dat zou zijn komen vast te staan dat op de telefoon van de verdachte geen locatiegegevens zijn geregistreerd die de aanwezigheid van de telefoon van de verdachte in de woonomgeving van [slachtoffer 9] zouden bevestigen, zegt dat weinig of niets over de aan- of afwezigheid van de verdachte aldaar, terwijl voor een bewezenverklaring ook niet nodig is dat komt vast te staan dat de door het slachtoffer ontvangen foto’s door de verdachte zelf in die omgeving zijn gemaakt. Van een schending van het recht op een eerlijk proces is dan ook geenszins sprake, terwijl de verdediging overigens ook heeft nagelaten aan te geven welke consequentie de gestelde schending zou moeten hebben.
Standpunt van de verdediging ten aanzien van [slachtoffer 8]
Daarnaast is door de verdediging gesteld dat door het openbaar ministerie potentieel ontlastend materiaal is kwijtgemaakt in de vorm van een selfie die de dader van zichzelf gestuurd zou hebben naar het slachtoffer [slachtoffer 8].
Oordeel van het hof
Dit verweer behoeft in beginsel geen bespreking reeds omdat de verdediging ook hieraan geen consequentie heeft verbonden.
Ten overvloede merkt het hof hieromtrent op dat het verhandelde ter terechtzitting geen aanknopingspunten biedt om vast te stellen dat het openbaar ministerie dan wel de politie bewijsstukken heeft zoekgemaakt of dat deze zijn zoekgeraakt. Bovendien blijkt uit het aanvullend proces-verbaal van bevindingen DIG44 dat het waarschijnlijk is dat de verdachte de gestuurde selfie zelf heeft verwijderd zodat deze om die reden niet meer terug te halen is.
Vrijspraak strafverzwarende omstandigheid ‘kwetsbare positie’ in feit 6 primair
Ambtshalve overweegt het hof als volgt ten aanzien van de in de tenlastelegging van feit 6 opgenomen strafverzwarende omstandigheid dat de slachtoffers zich (allen) in een ‘kwetsbare positie’ bevonden.
Onder 6 primair is ten laste gelegd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan – kort gezegd – aanranding van de in de tenlastelegging van dat feit genoemde (tien) slachtoffers. Daarbij is tevens (ten aanzien van alle slachtoffers) ten laste gelegd dat de verdachte daarbij ‘misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemde (minderjarige) slachtoffers door gebruik te maken van het uit overwicht voortvloeiend verschil in leeftijd (het hof begrijpt: het uit verschil in leeftijd voortvloeiend overwicht) en/of het (daarmee samenhangende) verschil in (geestelijke) ontwikkeling en/of levenservaring tussen hem, verdachte en voornoemde slachtoffers’. De steller van de tenlastelegging heeft daarbij kennelijk het oog gehad op de strafverzwarende omstandigheid zoals opgenomen in artikel 248 lid 4 Sr. Gelet op de feitelijke uitwerking van de genoemde ‘kwetsbare positie’ is er daarbij kennelijk vanuit gegaan dat deze (reeds) uit het aanmerkelijke verschil in leeftijd voortvloeit, althans daaruit kan voortvloeien.
Over de vraag wanneer sprake is van misbruik van een ‘kwetsbare positie’ zoals bedoeld in artikel 248 Sr overwoog de Hoge Raad in zijn arrest van 4 april 2023 (ECLI:NL:HR:2023:486) onder meer:

Artikel 248 lid 3 Sr bevat een strafverzwarende omstandigheid voor de daarin genoemde strafbare feiten, die alle zien op zedenmisdrijven gepleegd tegen minderjarigen. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat met die bepaling — ter implementatie van artikel 9 van Richtlijn 2011/93 — is beoogd kinderen die in een kwetsbare situatie verkeren extra bescherming te bieden tegen het misbruik van die kwetsbare positie, waarbij bijvoorbeeld gedacht werd aan kinderen met lichamelijke of geestelijke beperkingen. Hieruit volgt dat de enkele omstandigheid dat het feit is gepleegd tegen een minderjarige nog niet meebrengt dat ook deze strafverzwarende omstandigheid zich voordoet.”
Aangenomen moet worden dat deze overweging onverkort van toepassing is op de hier aan de orde zijnde en in het vierde lid van artikel 248 Sr opgenomen strafverzwarende omstandigheid (die eveneens ziet op minderjarigen).
Het door de Hoge Raad genoemde artikel 9 van de Richtlijn 2011/93/EU spreekt over een ‘kind in een bijzonder kwetsbare situatie, zoals een kind met een geestelijke of lichamelijke handicap, in een toestand van afhankelijkheid of in een staat van lichamelijk of geestelijk onvermogen’. Hoewel een minderjarige in het algemeen kwetsbaar is en moet worden beschermd tegen seksueel misbruik, komt strafverhoging (dus) slechts in aanmerking bij kinderen waarvan kan worden aangenomen dat hun situatie bijzonder kwetsbaar is. Daarvoor moeten bijkomende omstandigheden kunnen worden aangewezen, bijvoorbeeld een geestelijke of lichamelijke beperking of een staat van lichamelijk of psychisch onvermogen. Alleen de genoemde minderjarigheid of een groot leeftijdsverschil en het daaruit voortvloeiende overwicht en/of verschil in ontwikkeling en/of levenservaring volstaat niet voor het aannemen van een dergelijke bijzonder kwetsbare situatie of positie.
Overigens is naar het oordeel van het hof bij geen van de slachtoffers gebleken van destijds bestaande lichamelijke of geestelijke beperkingen die zouden kunnen leiden tot een bewezenverklaring van de hier aan de orde zijnde strafverzwarende omstandigheid.
Anders dan de rechtbank zal het hof de verdachte gelet op het voorgaande vrijspreken van dit onderdeel van de tenlastelegging. Overigens neemt dat niet weg dat het hof – zonder daarbij uit te gaan van een ten aanzien van dit feit op grond van artikel 248 lid 4 Sr verhoogd strafmaximum - bij de strafoplegging wel degelijk rekening kan en zal houden met het leeftijdsverschil en het misbruik dat de verdachte daarvan heeft gemaakt.
Feit 8
Verkrachting
Volgens bestendige rechtspraak van de Hoge Raad moet het volgende worden vooropgesteld. Van door een ‘feitelijkheid dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam’ van het slachtoffer als bedoeld in artikel 242 Sr kan slechts sprake zijn als de verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer die handelingen tegen zijn of haar wil heeft ondergaan. Van door een feitelijkheid dwingen als hiervoor bedoeld kan sprake zijn als de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of die dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in zijn algemeenheid beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. (Vgl. HR 27 augustus 2013, ECLI:NL:HR:2013:494 en HR 14 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:865.)
[slachtoffer/benadeelde 4]
In de iPhone 5 van de verdachte is een whatsappgesprek tussen [slachtoffer/benadeelde 4] en het account [Ron] aangetroffen. Het hof stelt op basis van de inhoud van dat gesprek vast dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van het alias [Ron] in zijn communicatie met [slachtoffer/benadeelde 4].
In dat whatsappgesprek vertelt [slachtoffer/benadeelde 4] aan ‘[Ron]’ dat zij door Savagaboyz020 onder druk wordt gezet om naaktfoto’s en -video’s van zichzelf te sturen. Savagaboyz020 dreigt om een filmpje online te zetten waarop te zien is dat [slachtoffer/benadeelde 4] haar ex-vriend pijpt.
Dit speelt volgens de berichten eind april 2017. Op de MacBook Pro van de verdachte is een skypegesprek uit juni 2017 tussen [Paul] en [slachtoffer/benadeelde 4] aangetroffen. Daarin zegt [Paul] dat hij een pijpfilmpje van [slachtoffer/benadeelde 4] heeft en dat ze geile opdrachtjes voor hem moet doen zodat hij kan klaarkomen. Uit het gesprek kan worden afgeleid dat hij dat filmpje anders online zet.
Eind juli 2017 vinden er weer skypegesprekken plaats tussen [Paul] en [slachtoffer/benadeelde 4]. De politie beschrijft dat er in dat gesprek geen sprake lijkt te zijn van dwang.
In december 2018 vindt er weer een whatsappgesprek plaats tussen [slachtoffer/benadeelde 4] en [Ron]. Daarin zegt [slachtoffer/benadeelde 4] dat ‘die jongen’ haar heeft bedreigd. Als ze niet op Skype naakt dingen zou doen, en later ook in het echt, dan zou die jongen haar filmpje online zetten.
In het informatieve gesprek van [slachtoffer/benadeelde 4] bij de politie verklaart zij dat een jongen (genaamd [naam verdachte], die zich — naar [slachtoffer/benadeelde 4] zich later herinnerde — online Savageboy noemde) haar op Snapchat heeft benaderd omdat hij in het bezit was van het filmpje dat haar ex-vriend van haar had gemaakt. Zij moest met die jongen afspreken om te voorkomen dat hij het filmpje op internet zou zetten. In zijn huis in [woonplaats verdachte] heeft zij op enig moment een rijbewijs zien liggen met de naam [naam verdachte] erop. Op dat moment wist zij dat [naam verdachte] het account Savageboyz020 gebruikt. [slachtoffer/benadeelde 4] vertelt dat zij nooit vrijwillig naar de verdachte toe is gegaan. Zij deed dat omdat hij dreigde om haar filmpje online te zetten.
[slachtoffer/benadeelde 4] heeft de politie na het informatieve gesprek laten weten dat zij geen aangifte zal doen. Zij is in april 2022 wel als getuige bij de rechter-commissaris gehoord. In die verklaring geeft zij — net als tijdens het informatief gesprek zeden — aan dat zij “het nooit gewild heeft”.
Naar het oordeel van het hof ondersteunen de aangetroffen whatsapp- en skypegesprekken tussen [slachtoffer/benadeelde 4] en [Ron] respectievelijk [Paul] de verklaring van [slachtoffer/benadeelde 4] dat de verdachte haar tot seks heeft gedwongen door te dreigen met het online zetten van het filmpje dat hij van [slachtoffer/benadeelde 4] had. Dat levert een ‘andere feitelijkheid’ op als bedoeld in artikel 242 Sr.
De verklaring van de verdachte dat hij een affectieve relatie had met [slachtoffer/benadeelde 4] en dat zij vrijwillig seks met hem had, vindt geen steun in het dossier. De beschrijving van de videobeelden van de Spy Camera die in oktober 2018 in de woning van de verdachte van hem en [slachtoffer/benadeelde 4] zijn opgenomen maakt dat niet anders. Niet vereist is immers dat steeds van verzet van de zijde van het slachtoffer is gebleken (ECLI:NL:HR:2011:BQ2491). De kern is dat [slachtoffer/benadeelde 4], een jong en kwetsbaar slachtoffer, door de veel oudere verdachte onder druk van publicatie van naaktbeelden bij herhaling tot seks is gedwongen. Blijkens de verklaring van [slachtoffer/benadeelde 4] bij de rechter-commissaris is het gevaar van openbaarmaking van de naaktbeelden nooit geweken. [slachtoffer/benadeelde 4] zegt daarover: “Hij had inmiddels zoveel beelden van mij dat ik niet meer nee durfde te zeggen.” De verdachte heeft op [slachtoffer/benadeelde 4] aldus opzettelijk een zodanige psychische druk uitgeoefend en het slachtoffer door de dreigementen in een zodanige afhankelijkheidssituatie gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de seksuele handelingen durfde te verzetten.
Omdat uit de verklaring van [slachtoffer/benadeelde 4] en de whatsapp- en chatgesprekken niet eenduidig blijkt wanneer zij voor het eerst seks met de verdachte heeft gehad, en de verdachte heeft verklaard dat hij heeft gewacht tot zij zestien jaar oud was, komt het hof niet tot een veroordeling voor het alternatief/cumulatief onder 8 ten laste gelegde plegen van ontuchtige handelingen met iemand die de leeftijd van 12 maar nog niet die van 16 jaar heeft bereikt. Het hof komt gelet op het voorgaande wel tot een veroordeling voor de onder 8 ten laste gelegde verkrachting.
Standpunt van de verdediging ten aanzien van het horen van [slachtoffer/benadeelde 4]
De verdediging heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat zij niet in de gelegenheid is gesteld een belastende getuige, namelijk [slachtoffer/benadeelde 4], afdoende te bevragen. Er zou, aldus de verdediging, in strijd met de (post-)Keskin jurisprudentie zijn gehandeld.
Oordeel van het hof
Dit verweer behoeft in beginsel geen bespreking reeds omdat de verdediging hieraan geen consequentie heeft verbonden. Ten overvloede merkt het hof hieromtrent op dat [slachtoffer/benadeelde 4] in eerste aanleg is gehoord in het bijzijn van de verdediging, mede over de onderwerpen waar de raadsman kennelijk nu weer vragen wil stellen. Dat betekent dat het niet opnieuw horen van [slachtoffer/benadeelde 4] in hoger beroep niet in strijd is met de (post-)Keskin jurisprudentie.
[slachtoffer 8]
In haar aangifte verklaart [slachtoffer 8] dat [Ron] (lees gelet op het voorgaande: de verdachte zich voordoende als [Ron]) haar heeft gedwongen tot het plegen van seksuele handelingen voor de webcam door te dreigen naaktfoto’s van haar openbaar te maken (te exposen). Ook verklaart zij dat zij onder druk van deze dreiging één keer in persoon met de verdachte heeft afgesproken. De verdachte heeft haar bij die gelegenheid opgehaald en naar zijn woning in [woonplaats verdachte] gebracht. In de woning heeft hij haar onverhoeds en heftig gezoend en haar daarna gedwongen om seks met hem te hebben. Een paar maanden later heeft de verdachte, zich wederom voordoend als [Ron], haar opnieuw benaderd.
Deze aangifte vindt op verschillende punten steun in chatgesprekken welke zijn aangetroffen op de bij de verdachte in gebruik geweest zijnde iPhone 5. Uit deze chatgesprekken en uit op de Macbook Pro van de verdachte aangetroffen Skypegesprekken blijkt dat [slachtoffer 8] onder druk van de verdachte seksuele handelingen bij zichzelf heeft verricht. Deze druk bestond uit de dreiging van de verdachte om naaktfoto’s van [slachtoffer 8] op Instagram te plaatsen. Deze wijze van druk uitoefenen komt overigens overeen met de manier van handelen van de verdachte ten aanzien van andere slachtoffers, zoals bewezenverklaard onder feit 6. Ten overvloede kan nog worden opgemerkt dat het door [slachtoffer 8] gegeven signalement van ‘[Ron]’ overeenkomsten vertoont met het uiterlijk van de verdachte en hem in ieder geval niet uitsluit.
De aangifte van [slachtoffer 8] vindt tevens steun in het dossier wat betreft de seks die volgens haar heeft plaatsgevonden. In een chatgesprek tussen [slachtoffer 8] en [Ron] (het hof begrijpt weer: de verdachte) vraagt Ron of ze na hem nog met andere mensen seks heeft gehad. Hierop antwoordt [slachtoffer 8] van wel.
Het hof concludeert op grond van het voorgaande en de inhoud van het dossier dat de verdachte en [slachtoffer 8] seks hebben gehad met elkaar. Desondanks kan het hof de tenlastegelegde verkrachting niet bewezen verklaren. Uit het verhandelde ter terechtzitting blijkt namelijk naar het oordeel van het hof onvoldoende dat de seks onder de voor een bewezenverklaring vereiste mate van dwang heeft plaatsgevonden. Uit de gevonden chat- en skypegesprekken blijkt niet dat de verdachte gedreigd heeft om haar foto’s online te zetten als zij niet met hem afspreekt of seks met hem heeft. Deze dreiging kan slechts vastgesteld worden ten aanzien van de door het slachtoffer bij zichzelf verrichte seksuele handelingen. Ook voor een andere vorm van dwang tot het hebben van seks bevat het dossier onvoldoende wettig en overtuigend bewijs. De verdachte zal van de verkrachting van [slachtoffer 8] worden vrijgesproken.
Pleegperiode
Door het openbaar ministerie is impliciet cumulatief tenlastegelegd dat de verdachte ontuchtige handelingen heeft verricht met [slachtoffer 8], toen die de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt.
Het hof heeft in het bovenstaand overwogene reeds vastgesteld dat de verdachte seks heeft gehad met [slachtoffer 8]. De vraag die het hof dus in het kader van dit verwijt dient te beantwoorden is welke leeftijd [slachtoffer 8] op dat moment had. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen dient het hof te kunnen vaststellen dat de seks heeft plaatsgevonden vóór 21 juni 2017, de dag waarop [slachtoffer 8] 16 jaar werd.
In haar aangifte geeft [slachtoffer 8] stellig en bij herhaling aan dat zij ten tijde van de seks nog 15 jaar was. Zij kan de datum waarop zij seks heeft gehad met de verdachte niet noemen, maar heeft wel aangegeven waarop zij haar herinnering dat zij pas 15 jaar oud was toen de seks plaatsvond baseert. Zij noemt verschillende omstandigheden op basis waarvan zij dat zo zeker meent te weten, naast de herinnering dat zij dat destijds ook tegen de verdachte heeft gezegd. Het was namelijk niet lang na de verhuizing (op 25 maart 2016) en zij verklaart dat het ‘herfst’ was. De advocaten-generaal hebben ook nog aandacht gevraagd voor het chatgesprek tussen [slachtoffer 8] en ‘Ron’ van 9 mei 2018. Daarin geeft [slachtoffer 8] op de vraag van ‘Ron’ of zij nog seks heeft gehad met iemand na hem, aan dat zij met haar ex seks heeft gehad, dat zij anderhalf jaar een relatie met deze ex had, kort na ‘Ron’.
Het hof stelt vast dat [slachtoffer 8] zegt dat de seks vlak na de verhuizing was (welke kennelijk op of rond 25 maart 2016 plaatsvond) en dat de seks in de herfst was. Dit vraagt op zichzelf al om een toelichting. Daar komt nog bij dat uit het chatgesprek op 12 januari 2017, in samenhang met haar eigen verklaring daarover, moet worden afgeleid dat de seks ná dat gesprek heeft plaatsgevonden. Als dan wordt uitgegaan van de herfst, dan zou dat de herfst van 2017 zijn geweest, een moment waarop [slachtoffer 8] inmiddels 16 jaar oud was. Het hof heeft op grond van het voorgaande reden te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 8] voor zover zij stelt dat zij ten tijde van de seks met de verdachte nog 15 jaar oud was. Het chatgesprek van 9 mei 2018 brengt daar geen verandering in. De enkele opmerking – die verder nergens steun vindt - dat zij ‘anderhalf jaar of zo’ iets heeft gehad met haar ex-vriendje biedt daarvoor onvoldoende houvast.
Dat betekent dat – nu ander bewijs daarvoor ontbreekt - niet buiten redelijke twijfel is komen vast te staan dat zij op het moment van het seksuele contact met de verdachte de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, zodat de verdachte ook van het subsidiair tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
Vrijspraak strafverzwarende omstandigheid ‘kwetsbare positie’ in feit 8 primair
Ook in het onder 8 primair tenlastegelegde is als strafverzwarende omstandigheid opgenomen het ‘misbruik maken van de kwetsbare positie van voornoemde (minderjarige) slachtoffers door gebruik te maken van het uit overwicht voortvloeiend verschil in leeftijd (het hof begrijpt ook hier: het uit verschil in leeftijd voortvloeiend overwicht) en/of het (daarmee samenhangende) verschil in (geestelijke) ontwikkeling en/of levenservaring tussen hem, verdachte en voornoemde slachtoffers’.
Zoals hiervoor ten aanzien van het onder 6 tenlastegelegde reeds is overwogen is naar het oordeel van het hof ten aanzien van geen van de slachtoffers gebleken van destijds bestaande lichamelijke of geestelijke beperkingen die zouden kunnen leiden tot een bewezenverklaring van de hier aan de orde zijnde strafverzwarende omstandigheid. Nu het (aanmerkelijke) leeftijdsverschil alléén niet voldoende is voor een bewezenverklaring van die strafverzwarende omstandigheid, zal het hof de verdachte ook met betrekking tot dit feit daarvan vrijspreken.
Daarbij verdient opmerking dat het hof - gelet op wat ten tijde van het bewezenverklaarde ook bij de verdachte bekend was over [slachtoffer/benadeelde 4] en in het bijzonder ook over de moeilijke omstandigheden waarin zij destijds verkeerde – niet uitsluit dat ten aanzien van haar (ondanks de afwezigheid van bestaande lichamelijke of geestelijke beperkingen) gesproken zou kunnen worden van het ‘misbruik maken van een kwetsbare positie’ als bedoeld in artikel 248 lid 4 Sr. Nu echter de feitelijke uitwerking van die strafverzwaringsgrond in feit 8 primair geheel is toegespitst op (alleen) het verschil in leeftijd en hetgeen daarmee samenhangt, zou een bewezenverklaring van deze strafverzwarende omstandigheid naar het oordeel van het hof ertoe leiden dat het hof de grondslag van de tenlastelegging verlaat. Overigens neemt dat ook hier niet weg dat het hof – zonder daarbij uit te gaan van een ten aanzien van dit feit op grond van artikel 248 lid 4 Sr verhoogd strafmaximum - de genoemde omstandigheden en het misbruik dat de verdachte daarvan heeft gemaakt wel degelijk kan en zal meewegen bij de strafoplegging.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 5, 6 primair, 7 en 8 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 10-961505-19:
1.
hij in
of omstreeksde periode van 21 augustus 2012 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en
/of[pleegplaats],
althans in Nederland,meermalen,
althans eenmaalin het openbaar bij geschrift
en/of afbeeldingtot enig strafbaar feit heeft opgeruid, door op zijn websites darkscandals.com en
/offorum789.nl en
/ofdarkscandals.co en
/ofdarksdsp6iexydx.onion onder andere op te roepen tot (het aanleveren van nieuwe en/of unieke en/of zelf gemaakte video's waarop echte) verkrachtingen en/of afpersingen en/of aanrandingen en/of seks met dieren en/of slavernij en/of seks door schoolmeisjes en/of
andere extreme en/of ongewone en/ofonvrijwillige seksuele handelingen (te zien zijn);
2.
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 23 augustus 2012 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en
/of[pleegplaats],
althans in Nederland,meermalen,
althans eenmaalafbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers, te weten
onder andere een computer Dell (beslagcode: 2369867) en/of een AppleiPhone X (beslagcode: 2370128/2370055) en/ofeen Apple
iPhone 5 (beslagcode: 2370130)
en/of een computer Macbook Pro (beslagcode: 2370120)en
/ofeen harddisk WD (beslagcode: 2370079),
bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
(via zijn websites darkscandals.com en
/offorum789.nl en
/ofdarkscandals.co en
/ofdarksdsp6iexydx.onion) heeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk
en
/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of mond/tong en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of een voorwerp vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam
([bestand] en/of [bestand],
B01-p.97 en/of [bestand], B01-p.l24/125 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B01-p.136)
en
/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger en/of hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
([bestand] en/of[bestand] en/of[bestand], B01-p.97/98 en/of [bestand], B01-p.124 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B01-p.137)
en
/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (
[bestand], B01-p.491)
en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een onnatuurlijke omgeving, in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(
[bestand], B01-p.99 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B01-p.138)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij op
een of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 23 augustus 2012 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en
/of[pleegplaats],
althans in Nederland,meermalen,
althans eenmaal,afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers, te weten een computer Dell (beslagcode 2369867)
en/of een AppleiPhoneX (beslagcode: 2370128/2370055) en/ofen
/ofeen Apple
iPhone5 (beslagcode: 2370130) en
/ofeen harde schijf WD (beslagcode: 2370079)
bevattende afbeeldingen
in bezit heeft gehad en/of heeft verspreid
terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling
(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier betrokken zijn
of schijnbaar is/zijn betrokken, welke voornoemde ontuchtige handeling(en)- zakelijk weergegeven- bestonden uit:
-
In de video(duur 20 min 39 sec)
is een jonge vrouw te zien.Het meisje staat in een badkamer. Het meisje draagt een roze jurk met daaroverheen een roze top. Ze draagt hoge zwarte hakken. Te zien is dat een klein model hond in beeld staat. Het meisje danst voor de camera en voert daarbij een striptease-act op. Terwijl zij danst trek zij stuk voor stuk haar kleding uit. Als zij al haar kleding uit heeft gaat zij op de grond zitten en brengt haar vinger in haar vagina. Het camerastandpunt wordt daarbij vlak voor de vagina gehouden. Te zien is dat zij vervolgens met haar benen gespreid op de grond gaat zitten en de hond tussen haar benen gaat staan. De hond likt haar vagina en vingers af. Dit duurt uiteindelijk 12 minuten waarna de video stopt.
(
[bestand], B01-p.8len 90)
en
/of
-Deze video duurt 3 minuten en 53 seconden en is met geluid. linksboven in de video wordt een tekst afgebeeld waaruit blijkt dat de video een live streaming video betreft. De video is opgenomen in een binnenruimte. Als de video start, zit voor de camera een volwassen blanke vrouw op een bureaustoel. De vrouw is geheel naakt en houdt haar benen gespreid. Tussen de gespreide benen van de vrouw is de kop van een hond zichtbaar. De vrouw smeert een licht gele substantie op haar vagina, waardoor de hond haar vagina begint te likken. De vrouw maakt hierbij kreunende geluiden. Op de achtergrond zijn de stemmen te horen van twee andere vrouwen in de Engelse taal." Oh my god, is the dog licking her pussy?" "More butter!" Hierop smeert de vrouw wederom de licht gele substantie op haar vagina, waarna de hond haar vagina weer begint te likken. Als de vrouw voor haar laptop gaat zitten en communiceert met de twee andere vrouwen, eindigt de video.
(
[bestand], B01-p.90)
en
/of
-Een foto met daarop het hoofd van een volwassen vrouw en de onderkant van een paard. Het betreft een foto van een serie waarbij de vrouw oraal, anaal en vaginaal wordt gepenetreerd door het paard. Op deze foto is te zien dat de vrouw onder het paard zit en de penis met haar hand vasthoudt en in haar mond brengt. De vrouw wordt
door de hondoraal gepenetreerd. De foto is een close-up foto waardoor alleen het hoofd van de vrouw en de penis van het paard is afgebeeld.
(
[bestand], B01-p.317)
en
/of
-Een foto met daarop het naakte onderlichaam van een vrouw en een hond. Het betreft een foto van een serie waarbij een vrouw en twee honden zijn betrokken. Op deze foto is te zien dat de vrouw met haar benen gespreid op de grond zit. De vrouw neemt een zittende houding aan en brengt haar heupen en billen van de vloer en tegelijkertijd staat zij met haar voeten op haar tenen. Tussen de benen van de vrouw is de achterzijde van een beigekleurige hond te zien. De hond staat met zijn achterste poten voer het been van de vrouw met de penis in de vagina van de vrouw. De vrouw wordt door de hond gepenetreerd. De vrouw heeft de penis van de hond in haar hand. Het camerastandpunt is van de voorzijde en onderkant gericht op de vagina en billen van de vrouw. (
[bestand], B01-p.317)
en
/of
-Een foto met daarop het naakte onderlichaam van een volwassen vrouw en de hand van een volwassen man. De vrouw zit en heeft haar benen gespreid. De hand bevindt zich voor de vagina van de vrouw. In de handpalm van de man ligt een vis. Het hoofd van de vis bevindt zich in de vagina van de vrouw. De vrouw wordt vaginaal gepenetreerd. Het camerastandpunt is aan de voorzijde en gericht op de penetratie.
(
[bestand], B01-p.318)
en
/of
-Een video met het deels geklede onderlichaam van een vrouw en een kleine witte hond. De vrouw zit op een bank/bed. De vrouw draagt een zwart T-shirt/rok tot haar bovenbenen. De video is met geluid. Tussen de benen van de vrouw en onder het T-shirt/rok ligt een hond. De vrouw trekt het T-shirt/rok omhoog tot boven haar ontklede vagina. Te zien en te horen is dat de hond de vagina van de vrouw likt. De camera wordt ingezoomd op de seksuele handeling waardoor alleen de vagina en het gezicht van de hond worden afgebeeld.
(
[bestand], B01-p.319)
en
/of
-Een video met daarin een vrouw/meisje en een zwarte hond. De vrouw ligt met haar buik op bed, haar gezicht is niet in beeld. De vrouw draagt alleen een groen T -shirt. De vrouw heeft haar heupen/billen omhoog geduwd. De video is met geluid. Tussen de benen van de vrouw staat een zwarte hond die de vagina en kont van het meisje likt. Het geluid van het likken is te horen. Evenals het kreunen/hijgen van de vrouw.
(
[bestand], B01-p.320)
en
/of
-Dit betreft een video van een jonge vrouw en een hond. De vrouw zit op de rand van een bed. De hond ligt op zijn zij met zijn geslachtsdeel in de richting van de camera. Te zien is dat de vrouw voorover bukt en haar gezicht naar het geslachtsdeel van de hond brengt. Te zien is dat zij vervolgens met haar hand de penis van de hond pakt en deze in haar mond stopt.
(
[bestand], B01C-p.548)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij in
of omstreeksde periode van 29 mei 2017 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats], althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers, te weten een Apple
iPhone 5 (beslagcode: 2370130) en
/ofcomputer Mac
Book Pro (beslagcode: 2370120) en
/ofeen harddisk WD (beslagcode: 2370079) en
/ofeen SD kaart (beslagcode: 2387665)
bevattende afbeeldingen
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 5] geboren in 2004 en
/ofslachtoffer [slachtoffer/benadeelde 2] geboren in 2004 en
/of[slachtoffer/benadeelde 7] geboren in 2003 en
/ofslachtoffer [slachtoffer/benadeelde 1] geboren in 2008 en
/ofslachtoffer [slachtoffer/benadeelde 6] geboren in 2008 en
/ofslachtoffer [slachtoffer 10] geboren in 2005 en
/ofslachtoffer [slachtoffer 9] geboren in 2004 en
/of[slachtoffer/benadeelde 3] geboren in 2005 en
/ofslachtoffer [slachtoffer/benadeelde 4] geboren in 2002), is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven en/of heeft vervaardigd en/of heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam (
[bestand], B02.A-p.38/40/43 en/of[bestand], B02.A-p.48 en/of[bestand] en/of[bestand]en/ofen/of[bestand], B02.B-p.l5116 en/ of[bestand], B02.C-p.21 en/of[bestand] en/of[bestand], B02.G-p.46 en/of[bestand], B02.H-p.39 en/of[bestand] en/of[bestand] en/of[bestand] en/of[bestand], B02.I-p.37)
en
/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
(
[bestand], B02.A-p.49 en/of[bestand], B02.B-p.58 en/of[bestand], B02.C.A-p.40 en/of[bestand], B02.F-p.30 en/of[bestand] en/of[bestand], B02.G-p.47 en/of[bestand], B02.H-p.40 en/of[bestand], B02.I-p.38)
en
/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het naakte onderlichaam en/of geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(
[bestand], B02.C-p.22 en/of[bestand], B02.E-p.6/7)
en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (
[bestand], B02.A-p.50 en/of[bestand], B02.B-p.l6+31 t/m 40 en/of[bestand], B02.C-p.23 en/of[bestand] en/of[bestand] en/of[bestand], B02.D-p.29 en/of[bestand] en/of[bestand] en/of[bestand], B02.E-p.35 en/of[bestand] en/of[bestand], B02.F-p.31 en/of[bestand], B02.G-p.67 en/of[bestand], B02.H-p.65 en/of[bestand] en/of[bestand] en/of[bestand] en/of[bestand], B02.I-p. 39)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Zaak met parketnummer 10-961578-20 (gevoegd):
6. primair
hij in
of omstreeksde periode van 12 januari 2017 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats], althans in Nederland meermalen,
althans eenmaal,
door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid,
(telkens)
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 5] (geboren in 2004) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 2] (geboren in 2004) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 7] (geboren in 2003) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 1] (geboren in 2008) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 6] (geboren in 2008) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 10] (geboren in 2005) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 9] (geboren in 2004) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 3] (geboren in 2005) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 4] (geboren in 2002) en
/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 8] (geboren in 2001) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
waarbij hij, verdachte
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of
[slachtoffer 9] en/of[slachtoffer/benadeelde 3] voordeed als een (minderjarig) meisje met de naam [Roos] (ook wel Roos en/of [Roos] en/of [Roos] genoemd), althans gebruikmakend van een account genaamd [accountnaam Roos] en/of [accountnaam Roos] en/of roosbaby en/of roosbaby2000@hotmail.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] voordeed als een persoon genaamd Savageboyz020, althans gebruikmakend van een account genaamd Savageboyz020 en/of Savageboy020 en/of SA en/of Jonny Savage en/of Savage, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] voordeed als een persoon genaamd
[Alex](ook wel Alex en/of AR en/of Alex R genoemd), althans gebruikmakend van een account dutch-alexnl, en/of NLEXPOSER en/of dutchexposer, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] voordeed als een persoon genaamd
[Paul](ook wel Paul genoemd), althans gebruikmakend van een account genaamd [Paul]_l en/of [Paul]@outlook.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] voordeed als een persoon genaamd
[Ron](ook wel Ron genoemd), althans gebruikmakend van het account [Ron]@outlook.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 7] voordeed als een persoon genaamd
Jay, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] voordeed met een onbekend gebleven identiteit, niet zijnde zijn werkelijke identiteit, en/of
- ( althans) zich voordeed als een andere persoon dan hij, verdachte,
en
/of
-voornoemde slachtoffers (met diverse hiervoor genoemde identiteiten (tegelijk)) meermalen heeft benaderd via Skype en/of Snapchat en/of Instagram en/of WhatsApp en/of op andere wijze (chat- en/of spraak- en/of
video-)berichten heeft verzonden,
en
/of
-met voornoemde slachtoffers herhaaldelijk seksueel geladen en/of prikkelende (video)chatgesprekken heeft gevoerd waarbij voornoemde slachtoffers (in zijn opdracht) herhaaldelijk foto's en/of video's hebben gemaakt en/of verdachte van voornoemde slachtoffers zelf foto's en/of video's heeft gemaakt, waarop zij, voornoemde slachtoffers, al dan niet (gedeeltelijk) naakt te zien waren en/of waarbij voornoemde slachtoffers zich op een seksueel prikkelende wijze hebben gedragen en/of seksuele en/of ontuchtige handelingen hebben verricht, waarbij die seksuele en/of ontuchtige handelingen (mede) bestonden uit:
o het (meermaals) zichzelf (geheel of gedeeltelijk) uitkleden, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) in-/aannemen van een positie/houding om het eigen (blote) boven en/of onderlichaam, (prominent) (voor verdachte) in beeld te brengen en/of te laten komen, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen borsten met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen borsten en/of billen met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen vagina en/of schaamstreek met de vinger(s) en/of hand en/of voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen vagina en/of schaamstreek met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen mond met de vinger(s), door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen mond met een voorwerp, door [slachtoffer 9] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen vagina met de vinger(s), door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen vagina met een voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen anus met een voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) (laten) betasten en/of aanraken en/of likken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of het naakte onderlichaam door een hond, door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 6]
en
/of
-(voornoemde) slachtoffers ([slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of
[slachtoffer 10] en/of[slachtoffer 9] en/of
[slachtoffer/benadeelde 3]) liet geloven dat Roos hun vriendin was en/of dat Roos bedreigd werd door een man of mannen die haar wilden verkrachten en/of haar dreigde en/of hadden gedreigd te exposen en/of dat Roos zichzelf iets aan wilde doen en/of dat Roos aldus dringend hulp nodig had en/of dat Roos de slachtoffers aanmoedigde mee te werken zoals Roos zelf ook had gedaan,
en
/of
-(voornoemde) slachtoffers ([slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4]
en/of [slachtoffer 8]) dreigde dat zij en/of een vriendin anders in persoon met hem seks zouden moeten hebben, als zij niet zouden voldoen aan zijn opdrachten tot het plegen van seksuele handelingen (voor de camera),
en
/of
- in/tijdens één of meer (video)chatgesprek(ken) met voornoemde slachtoffers op dwingende en/of dreigende wijze (veelvuldig) heeft aangegeven dat hij een foto en/of video van haar en/of van een vriendin (geheel of gedeeltelijk ontkleed) op internet en/of op social media en/of in chatgroepen (gericht op het exposen van meisjes) zou zetten en/of zou toesturen naar een of meer perso(o)n(en) uit haar (directe) (sociale) omgeving,
en
/of
- in/tijdens één of meer (video)chatgesprek(ken) met slachtoffer [slachtoffer 9] dreigde haar zusje te zullen verkrachten en/of haar ouders een mes tussen de ribben te steken en/of te vermoorden, en/of stuurde verdachte haar (daarbij) (door hemzelf gemaakte en/of bewerkte) foto's van haar woonplaatsen/of school en/of omgeving en/of woning,
en
/of
-een of meerdere geldbedrag(en)
heeft gegeven aan [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8]en
/ofeen telefoon en
/ofeen concertkaartje heeft gegeven aan [slachtoffer/benadeelde 4],
en
/of
- een of meerdere kinderpornografische en/of dierenpornografische en/of seksueel getinte afbeeldingen (als voorbeeld) heeft gestuurd, aan [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer/benadeelde 3],
en
/of
-(vervolgens) voornoemde slachtoffers opgedragen en/of aangespoord heeft (wederom) (nieuwe) foto's en/of video's te vervaardigen waarop voornoemde slachtoffers (gedeeltelijk) naakt en/of op een seksueel prikkelende wijze te zien waren en/of (een) seksuele en/of ontuchtige handeling(en) verrichtten;
en/of
- misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemde (minderjarige) slachtoffers door gebruik te maken van het uit overwicht voortvloeiend verschil in leeftijd en/of het (daarmee samenhangende) verschil in (geestelijke) ontwikkeling en/of levenservaring tussen hem, verdachte en voornoemde slachtoffers;
Zaak met parketnummer 10-961530-21 (gevoegd):
7.
hij op
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats]
en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk
(een
)bij de Belastingwet voorziene aangifte
(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten:
één
of meer, elektronische aangifte
(n)voor de inkomstenbelasting, te weten:
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2014 en
/of
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2015 en
/of
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2016 en
/of
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2017 en
/of
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2018 (telkens)
onjuist en/ofonvolledig heeft gedaan,
en/althans heeft laten doen,
immers heeft
/hebbenhij verdachte
en/of zijn mededader(s) op/in
het/de
bij/naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te [pleegplaats] en/of [pleegplaats] en/of [pleegplaats] en/of elders in Nederland in
geleverde/gezonden elektronische aangifte
(n
)voor de inkomstenbelasting
(telkens) opzettelijk (een) te la
(a
)g
(e)bedrag
(en)aan behaalde inkomsten/inkomen vermeld/opgegeven
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
8.
hij in
of omstreeksde periode
van 25 maart 2016 tot en met 31 december 2017 (voor [slachtoffer 8]) en/ofvan 17 oktober 2017 tot en met 29 maart 2019
(voor [slachtoffer/benadeelde 4])te [pleegplaats],
althans in Nederland,
door een (andere) feitelijkheid en
/ofbedreiging met een (andere) feitelijkheid
[slachtoffer 8] (geboren in 2001) en/of[slachtoffer/benadeelde 4] (geboren in 2002) heeft gedwongen tot het ondergaan van
een of meerhandelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van
die [slachtoffer 8] en/ofdie [slachtoffer/benadeelde 4], immers:
-heeft verdachte zijn tong in de mond van die [slachtoffer 8] gebracht en/of
-heeft verdachte het naakte lichaam van die [slachtoffer 8] ingesmeerd met massageolie en/of
-heeft verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] gebracht en zijn penis in die vagina bewogen en/of
-heeft verdachte (meermaals) zijn penis in de vagina van die [slachtoffer/benadeelde 4] gebracht en
/of
-heeft verdachte (meermaals) zijn penis in de mond van die [slachtoffer/benadeelde 4] gebracht en
/ofzich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] laten pijpen en
/of
-heeft verdachte zich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] laten aftrekken en
/of
-heeft verdachte (meermaals) over de schaamstreek van die [slachtoffer/benadeelde 4] gewreven en
/of
-heeft verdachte zich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] over het kruis laten wrijven
waarbij de (andere) feitelijkheid en
/ofde bedreiging met een (andere) feitelijkheid heeft bestaan uit
-het zich voordoen jegens
die [slachtoffer 8] en/ofdie [slachtoffer/benadeelde 4] als een ander persoon en/of andere personen dan hij, verdachte en
/of
-het (aldus) (meermalen) maken en/of verkrijgen van naaktfoto's en/of naaktvideo's en/of foto’s en/of video's waarop seksuele handelingen te zien zijn van
die [slachtoffer 8] en/ofdie [slachtoffer/benadeelde 4] en
/of
-het (vervolgens) (meermalen) dreigen (die) naaktfoto's en/of naaktvideo's en/of foto's en/of video's waarop seksuele handelingen te zien zijn van
[slachtoffer 8] en/of[slachtoffer/benadeelde 4] op internet en/of op sociale media te plaatsen en/of naar een of meer pers(o)n(en) uit haar
/hun(directe) (sociale) omgeving te sturen
en/of
- het misbruik maken van de kwetsbare positie van voornoemde (minderjarige) slachtoffers door gebruik te maken van het uit verschil in leeftijd voortvloeiend overwicht en/of het (daarmee samenhangende) verschil in (geestelijke) ontwikkeling en/of levenservaring tussen hem, verdachte en voornoemde slachtoffers.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsvoering

Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, Sv wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
het in het openbaar, bij geschrift opruien tot enig strafbaar feit, meermalen gepleegd;
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, verwerven en/of in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt
en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, verspreiden en/of in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt
en
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken of schijnbaar zijn betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
Het onder 5 bewezenverklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, vervaardigen, verwerven en in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt
en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt;
Het onder 6 primair bewezenverklaarde levert op:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
Het onder 7 bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onvolledig doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
Het onder 8 bewezenverklaarde levert op:
verkrachting.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

Strafmotivering

Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich gedurende een aantal jaren schuldig gemaakt aan opruiing door via verschillende door hem beheerde websites op te roepen tot het plegen van ernstige strafbare feiten als verkrachting, aanranding, afpersing en ontucht met dieren.
Ook heeft de verdachte gedurende langere tijd pakketten van digitale films (packs) aangeboden waarvan een aantal kinder- en/of dierenpornografisch materiaal bevatten. Daarnaast is op de onder de verdachte in beslag genomen gegevensdragers een groot aantal kinder- en/of dierenpornografische afbeeldingen en video’s aangetroffen.
De verdachte heeft het in de bewezenverklaring omschreven kinder- en/of dierenpornografisch materiaal verspreid, aangeboden, vervaardigd, verworven en/of in bezit gehad en zich door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaft. De verdachte heeft hiermee de norm die strekt tot de bescherming van jeugdigen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden, alsmede de norm die strekt tot de bescherming van de goede zeden, in samenhang met de integriteit van het dier.
Door het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt de productie daarvan gestimuleerd en in stand gehouden. Voor deze productie worden jonge kinderen ernstig seksueel misbruikt en uitgebuit. Ten gevolge hiervan lopen deze kinderen dikwijls psychische schade op die gedurende lange tijd diepe sporen nalaat.
Op Darkscandals vroeg de verdachte anderen onder meer om video’s in te sturen waarin schoolmeisjes werden afgeperst. Die video’s werden alleen geaccepteerd als ze werden aangeleverd met een geldige link naar een social media-account van het meisje in kwestie én met schermafbeeldingen van bijvoorbeeld een chat met het meisje. Uit de video’s die de verdachte heeft gemaakt blijkt evenwel dat hij vanaf 2017 ook zelf meisjes heeft aangezet om ontuchtige handelingen te verrichten, waarvan hij vervolgens beeldmateriaal heeft gemaakt of heeft ontvangen. Hij ging daarbij geraffineerd en gewetenloos te werk. Hij benaderde minderjarige meisjes, waarbij hij zich voordeed als een eveneens minderjarig meisje. De verdachte deed vervolgens alsof dat meisje in de problemen zat omdat er gedreigd werd om naaktfoto’s en video’s van haar te exposen. Veel van de meisjes (de latere slachtoffers) wilden het meisje helpen en namen contact op met de vermeende dader, zonder zich te realiseren dat zij in werkelijkheid contact met de verdachte hadden. Hij bediende zich immers van meerdere identiteiten. Via deze identiteiten probeerde de verdachte hen zover te krijgen dat zij eerst foto’s en daarna naaktfoto’s van zichzelf naar hem verstuurden. Als hij dat naaktmateriaal eenmaal binnen had dwong hij hen om opdrachten uit te voeren zoals het voor de webcam inbrengen van allerlei voorwerpen in hun vagina of anus. Ook werden zij ertoe aangezet om opnamen te maken van seksuele handelingen met huisdieren, hetgeen heeft geleid tot pogingen daartoe door twee van de meisjes.
De verdachte filmde zijn chat- of videobelgesprek met de slachtoffers waarbij te zien was dat hij tussen verschillende identiteiten schakelde om met zijn ene identiteit behulpzaam te zijn en met zijn andere identiteit dwingend. In meerdere video’s is zichtbaar dat de slachtoffers niet mee wilden werken. Zij voeren de opdrachten vaak huilend uit omdat ze bang waren voor het alternatief: het exposen op internet van eerder verzonden naaktfoto’s en/of video’s. Smeekbedes, onderhandelingen met alternatieve voorstellen en dreigementen om aangifte te doen of familie in te schakelen sorteerden geen effect. De verdachte waande zich compleet veilig door gebruik te maken van een versleutelde en niet naar hem herleidbare internetverbinding (Virtual Private Network) en door zelf niet met zijn gezicht in beeld te komen. In enkele chats met de slachtoffers benadrukte de verdachte dat hij gebruik maakte van een openbaar wifi-netwerk en daardoor niet te traceren was.
Uit de video’s en aangiftes blijkt dat de verdachte er ook op aanstuurde om zijn slachtoffers in persoon te ontmoeten. Bij twee van hen is dat gelukt. De verdachte heeft zich vervolgens op de bewezenverklaarde wijze tevens schuldig gemaakt aan het meermalen verkrachten van één van de meisjes die hij ook al had gedwongen tot het plegen van ontuchtige handelingen. Door aldus te handelen heeft de verdachte zeer ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van dit slachtoffer, voor wie het bewezen verklaarde buitengewoon vernederend en traumatisch moet zijn geweest.
De verdachte heeft het fysieke en psychische welzijn van de slachtoffers ondergeschikt gemaakt aan de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. Slachtoffers van feiten als het onderhavige lijden dikwijls nog geruime tijd onder de psychische gevolgen van hetgeen hen is aangedaan. Dergelijke feiten veroorzaken bovendien gevoelens van angst en onveiligheid in de maatschappij.
Dat zijn handelen ernstige gevolgen heeft gehad voor slachtoffers blijkt treffend uit de door of namens enkele slachtoffers ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep voorgelezen slachtofferverklaringen en uit de namens de slachtoffers gegeven toelichtingen op de vorderingen tot schadevergoeding. Het hof rekent dit de verdachte zwaar aan. De verdachte heeft zich hiermee schuldig gemaakt aan het plegen van ernstige strafbare feiten.
De verdachte heeft daarnaast opzettelijk onjuiste aangiften inkomstenbelasting gedaan. De verdachte heeft verklaard dat hij met websites is gestart omdat hij een gat in de markt zag en geld wilde verdienen. Hij heeft de inkomsten over de jaren 2014 tot en met 2018 opzettelijk niet aan de belasting opgegeven bij het doen van belastingaangifte. Hierdoor is de Staat bedragen aan inkomsten misgelopen.
Persoon van de verdachte
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 10 januari 2024, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
Omtrent de persoon van de verdachte zijn drie rapporten opgemaakt:
- een Triple onderzoek Pro-Justitiarapport d.d. 17 februari 2022 door dr. S.J. Roza, drs. T. ’t Hoen en M. van Opstal,
- een psychiatrisch onderzoek Pro Justitia d.d. 29 november 2023, door V.M. Artist en
- een aanvullend psychiatrisch en psychologisch onderzoek Pro Justitia d.d. 22 december 2023, door dr. S.J. Roza en drs. T. ’t Hoen.
Daarnaast heeft Reclassering Nederland op 2 maart 2022 een rapport over de verdachte opgesteld.
Het hof heeft acht geslagen op de omtrent de verdachte opgemaakte rapportages, waarvan hieronder – kort en zakelijk – de bevindingen, overwegingen en conclusies zijn weergegeven waarop het hof met name heeft gelet.
De rapporten van dr. Roza en drs. ’t Hoen houden onder andere het volgende in:
Bij de verdachte kan worden gesproken van een ernstig belaste voorgeschiedenis, waarbij sprake was van meerdere ingrijpende, traumatische ervaringen, zoals de moord op zijn vader, de vliegramp in zijn woonomgeving, de moord op zijn moeder door zijn oom, verblijf in een kindertehuis, vertrek naar Suriname, toepassing van fysieke correcties door een oom en uiteindelijk eenzame terugkeer naar Nederland, alwaar hij zich plotsklaps zelf moest zien te redden.
Het beeld ontstaat dat de verdachte in al die jaren niet alleen heftige traumatische ervaringen meemaakte en geconfronteerd werd c.q. blootgesteld werd aan huiselijk geweld, maar ook op affectief en emotioneel vlak veel tekortkwam. De verdachte is vanaf zijn adolescentie onvoldoende in staat gebleken zijn leven op een adequate wijze vorm en structuur te geven. Op meerdere levensgebieden was sprake van disfunctioneren en instabiliteit. Hier hebben de beperkingen in zijn persoonlijkheidsfunctioneren een belangrijke invloed op. Er kan bij de verdachte worden gesproken van een vroeg in de ontwikkeling ontstane persoonlijkheidspathologie. De identiteits- en persoonlijkheidsontwikkeling van de verdachte zijn verstoord verlopen, waarbij er tevens aanwijzingen zijn voor een problematisch verlopen proces van hechting. Uit zowel de gesprekscontacten als het testpsychologisch onderzoek ontstaat het beeld van een man die massaal emoties en onderliggende affecten afweert.
De verdachte lijdt volgens de rapporteurs aan een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. Het eventueel (daarnaast) bestaan van één of meerdere parafiele stoornissen hebben de rapporteurs niet kunnen vaststellen, maar ook niet kunnen uitsluiten.
De vastgestelde persoonlijkheidsstoornis was ook aanwezig ten tijde van de ten laste gelegde gedragingen en heeft de gedragskeuzes en gedragingen ten tijde van het ten laste gelegde in enige mate beïnvloed.
De rapporteurs zien wel enig verband tussen de vastgestelde persoonlijkheidsstoornis en het delictgedrag, althans voor een deel daarvan, maar zij zien geen reden om te adviseren de verdachte de ten laste gelegde feiten in een verminderde mate toe te rekenen. Ten aanzien van de feiten 5, 6 en 8 onthouden de rapporteurs zich van een advies omtrent het toerekenen, omdat de verdachte deze feiten ontkent.
Het is goed mogelijk dat de psychopathologie van betrokkene veel ernstiger of uitgebreider is dan onderzoekers nu hebben kunnen vaststellen. Delictanalyse, te weten de analyse van verschillende factoren die hebben bijgedragen aan het plegen van het delict, kan slechts plaatsvinden voor feiten waarover betrokkene met onderzoekers heeft willen spreken. Mede daardoor is beperkt zicht gekregen op de seksuele en agressie-huishouding van betrokkene, waardoor ook risicoanalyse beperkt mogelijk is.
Ten aanzien van het risico op recidive merken de rapporteurs op dat de huidige verdenkingen een lange periode bestrijken en over de tijd in ernst lijken toe te nemen. Zijn ontkenning en het beperkte zicht dat de rapporteurs hebben kunnen verkrijgen op delict-relevante risicofactoren en behoeften, bemoeilijkt de toepassing van risicotaxatie-instrumenten en een adequate (klinische) risicoanalyse. In algemene zin kan worden gezegd dat er een aantal risicoverhogende factoren voor recidive van zedenfeiten bij de verdachte aanwezig is, en dat het risico bij bewezenverklaring van de huidige tenlasteleggingen groter zou worden. Bij toepassing van één van de risicotaxatie-instrumenten valt de verdachte, bij bewezenverklaring van de feiten, in de groep zedendelinquenten met een matig-hoog recidiverisico.
Een behandeling voor de vastgestelde persoonlijkheidspathologie, die gestart zou moeten worden om herhalingsrisico te doen verminderen, zal intensief zijn en vermoedelijk lange tijd gaan duren. De verdachte heeft nog altijd nauwelijks probleembesef, onderkent niet dat de persoonlijkheidspathologie heeft bijgedragen aan zijn delictgedrag, en wil behandeling aangaan op zijn voorwaarden. Hij wil vooral “geen dwingend kader”.
De rapporteurs achten het op dit moment niet haalbaar om de voorgestelde langdurige en intensieve psychotherapie te doen slagen terwijl de verdachte in detentie verblijft, noch om deze vorm te geven binnen het beperkte kader van de voorwaardelijke invrijheidsstelling (maximaal 2 jaar zal veel te kort zijn om de geïndiceerde behandeling vorm te geven). Indien het hof de verdachte zou veroordelen voor (het grootste deel van) de ten laste gelegde feiten, en dan met name voor de zedendelicten die de verdachte in rechtstreeks contact met slachtoffers zou hebben gepleegd, dan zien de rapporteurs eigenlijk geen ander mogelijk kader dan de maatregel van de terbeschikkingstelling. Onderzoekers achten, indien de feiten worden bewezen, minimaal een in aanvang klinische behandeling noodzakelijk met een voldoende hoog beveiligingsniveau.
Psychiater Artist heeft onderzocht wat de invloed is geweest van het verblijf van de verdachte in Suriname tijdens zijn adolescentie, alsmede in hoeverre dit verblijf van invloed is geweest op de persoonlijkheidsontwikkeling van de verdachte.
Het rapport van psychiater Artist houdt daarover het volgende in:
De verdachte heeft tot het moment dat hij naar Suriname verhuisde, diverse life-events en andere gebeurtenissen meegemaakt die potentieel als traumatisch ervaren of in ieder geval als (negatief) emotioneel beladen ervaren hadden kunnen worden: de dood van zowel vader als moeder, meerdere verhuizingen in korte tijd met afscheid moeten nemen van vertrouwde omgeving en vrienden en een emigratie naar Suriname. Potentieel traumatische of emotioneel beladen life-events en gebeurtenissen speelden zich ook af in Suriname maar waren vaak ook gerelateerd aan de specifieke omstandigheden op die plaats en in die tijd aan de sociaal-culturele context aldaar en toen: fysieke mishandeling door lerares en oom en een repressieve opvoedingsstijl.
De verdachte heeft de afwezigheid van zijn ouders in zijn leven als het meest traumatisch ervaren.
Dat het verblijf van de verdachte tijdens zijn adolescentie in Suriname mede van invloed is geweest op zijn persoonlijkheidsontwikkeling is wel duidelijk. In welke
matedit het geval is geweest is gezien de complexiteit van oorzakelijke factoren in de ontwikkeling van een persoonlijkheid moeilijk te zeggen. Maar gezien alle belangrijke life-events, stressvolle gebeurtenissen en de sociale-culturele context waarin het leven van de verdachte zich afspeelde in Suriname, is de invloed van zijn verblijf in Suriname op zijn persoonlijkheidsontwikkeling wel duidelijk geweest.
Dit heeft met name geleid tot de ontwikkeling van enkele psychologische afweermechanismen en uiteindelijk ook antisociale en licht narcistische persoonlijkheidskenmerken.
Het hof heeft ook acht geslagen op het rapport van de Reclassering Nederland van 2 maart 2022, al beseft het hof dat dit rapport niet van recente datum is. Dit rapport houdt onder andere in dat wanneer de verdachte schuldig wordt bevonden aan alle feiten, de reclassering zich zorgen maakt over het recidiverisico. De reclassering acht dan een behandeling noodzakelijk. Echter lijken voorwaardelijke kaders hiervoor onhaalbaar omdat de verdachte geen enkele hulpvraag heeft. De hulpvraag die hij heeft richt zich op praktisch gebied zoals huisvesting. Echter zou de hulpvraag zich moeten richten op het verkrijgen van zelfinzicht, temeer om de kans op recidive te verminderen. Omdat deze wens er niet is vanuit betrokkene is een plan van aanpak in een voorwaardelijk kader onhaalbaar. Mocht de rechter een behandeling wel noodzakelijk achten, dan lijkt een maatregel van terbeschikkingstelling de enige overgebleven optie.
Oordeel van het hof
Uit de rapportages van de psychiaters en de psycholoog blijkt dat er bij de verdachte sprake is van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis (dan wel trekken van persoonlijkheidsstoornissen) die ook aanwezig was (of waren) ten tijde van de ten laste gelegde feiten. Het eventueel (daarnaast) bestaan van één of meerdere parafiele stoornissen hebben de rapporteurs niet kunnen vaststellen vanwege de ontkenning door de verdachte, maar ook niet kunnen uitsluiten. Gelet op de bewezen verklaarde feiten, zeker ook in samenhang bezien, en hetgeen daarover eerder is overwogen, is het naar het oordeel van het hof wel degelijk aannemelijk dat er sprake is van één of meer parafiele stoornissen. Daarbij neemt het hof onder meer in aanmerking het oproepen tot het aanleveren van onder meer (nieuw) videomateriaal met betrekking tot (real) schoolgirls, het (herhaaldelijk en gedurende een lange periode) verwerven, bezitten en verspreiden van kinderpornografisch materiaal, het zelf vervaardigen van dergelijk beeldmateriaal en telkens bij zijn slachtoffers aansturen op een persoonlijke ontmoetingen, welke bij twee slachtoffers heeft geleid tot seks met hen.
De verdachte heeft nog altijd nauwelijks probleembesef en onderkent niet dat de persoonlijkheidspathologie heeft bijgedragen aan zijn delictgedrag. De verdachte heeft vele slachtoffers gemaakt en heeft daarvoor op geen enkele wijze verantwoordelijkheid genomen. Hij was zich bewust van de emoties van de meisjes, maar deed daar helemaal niets mee. De rapporteurs hebben overwogen of een behandeling in een voorwaardelijk kader zou kunnen plaatsvinden, maar zij zien een aantal mogelijke bezwaren. De verdachte wil namelijk geen “dwingend” kader en ook geen omgeving waar “andere gestoorde mensen” zijn. De rapporteurs achten echter, indien de feiten worden bewezen, minimaal een in aanvang klinische behandeling noodzakelijk met voldoende hoog beveiligingsniveau. Door de rapporteurs wordt betwijfeld of de verdachte zich duurzaam aan gestelde voorwaarden zal kunnen houden. Een behandeling voor de vastgestelde persoonlijkheidspathologie, die gestart zou worden om herhalingsrisico te doen verminderen, zal intensief zijn en vermoedelijk lange tijd gaan duren.
Naar het oordeel van het hof is het gevaar voor herhaling – ondanks het blanco strafblad van de verdachte - met het bovenstaande gegeven.
Toerekenbaarheid
Hoewel de rapporteurs geen reden zien om te adviseren de verdachte de onder 1, 2, 3 en 7 ten laste gelegde feiten in een verminderde mate toe te rekenen en zich hebben onthouden van een advies omtrent het toerekenen ten aanzien van de onder 5, 6 en 8 ten laste gelegde feiten, komt het hof tot het oordeel dat de vastgestelde persoonlijkheidsstoornis en de door het hof veronderstelde parafiele stoornis(sen) het handelen van de verdachte ten tijde van de bewezen verklaarde feiten zodanig hebben beïnvloed dat de feiten hem in enigszins verminderde mate kunnen worden toegerekend. Met deze omstandigheid wordt rekening gehouden bij het bepalen van de op te leggen straf.
De op te leggen straf
Het hof is – alles afwegende – van oordeel dat op de onderhavige feiten niet anders kan worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van substantiële duur. Het hof komt tot een hogere straf dan de eerste rechter heeft opgelegd, ondanks het feit dat de feiten de verdachte in enigszins verminderde mate worden toegerekend.
Bij het bepalen van de duur heeft het hof acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Het hof ziet in hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht over de gestelde niet-naleving van artikel 126ff Sv – gelet op de eerdere vaststelling dat hierbij geen rechtens te beschermen belang van de verdachte in het geding is – geen aanleiding voor verlaging van de aan de verdachte op te leggen straf.
Ook in hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht over de zeer bewogen levensgeschiedenis van de verdachte en zijn huidige persoonlijke omstandigheden, waaronder zijn relatie, ziet het hof geen aanleiding een lagere straf op te leggen dan door de aard en ernst van de feiten wordt gerechtvaardigd.
Ook de mediaberichtgeving is voor het hof geen reden om te komen tot strafvermindering. Dat de verdachte gevolgen heeft ondervonden van de berichtgeving over deze zaak en verspreiding van zijn beeltenis wil het hof zeker aannemen, maar die gevolgen zijn in de kern te herleiden tot het bewezen verklaarde handelen van de verdachte zelf, terwijl het openbaar ministerie daar geen verwijt van kan worden gemaakt. Overigens zou het juist in deze zaak moeilijk uit te leggen zijn aan de slachtoffers en de samenleving indien de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan onder meer het verspreiden van voor velen zeer pijnlijk en belastend beeldmateriaal, en het daarmee dreigen, strafvermindering zou krijgen omdat hijzelf nadelen heeft ondervonden van de verspreiding van onder meer foto’s van hemzelf.
De op te leggen maatregel
Het hof is voorts van oordeel dat oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege passend en geboden is.
Gelet op de pathologie van de verdachte, alsmede op de aard en ernst van de door de verdachte gepleegde feiten en het gevaar voor herhaling, is het hof van oordeel dat de algemene veiligheid van personen het opleggen van een maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege eist. Daartoe overweegt het hof als volgt.
In het voorgaande heeft het hof reeds overwogen dat bij de verdachte tijdens het plegen van het feit een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond in de vorm van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis.
De door de verdachte begane feiten zijn voorts (met uitzondering van feit 3) misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld en naar het oordeel van het hof eist de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, het opleggen van de TBS-maatregel. Daarbij neemt het hof in aanmerking dat de bewezen verklaarde feiten niet anders dan als zeer ernstig kunnen worden beschouwd, zeker ook gelet op de wijze waarop en/of de omstandigheden waaronder die feiten in casu door de verdachte zijn begaan.
De veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eisen de terbeschikkingstelling van de verdachte met verpleging van overheidswege. Dat oordeel is gegrond op de ernst en aard van de bewezen verklaarde feiten en het gevaar voor herhaling, dat naar het oordeel van het hof gelet op de inhoud van de hiervoor besproken rapportages, alsmede de veelheid en duur van de bewezen verklaarde feiten als substantieel moet worden beschouwd. De gestelde bereidheid vrijwillig een behandeling te volgen, biedt te weinig perspectief op vermindering van het herhalingsgevaar, mede gelet op de ontkennende houding ten aanzien van de ernstigste feiten. Het hof is van oordeel dat het daarom vanuit veiligheidsoogpunt onverantwoord is om de verdachte onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij.
Het hof zal daarom aan de verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege opleggen. Ook in de oplegging van deze maatregel ziet het hof overigens geen aanleiding de duur van de op te leggen gevangenisstraf te verkorten, zoals bepleit is door de verdediging. De aard, ernst en veelheid van de bewezen verklaarde feiten bieden daarvoor - mede gelet op het door de verdachte veroorzaakte leed bij een groot aantal slachtoffers – naar het oordeel van het hof geen ruimte.
De door de verdediging aangehaalde voorbeelden van zaken waarin de verdachte steeds onder meer wegens mensenhandel werd veroordeeld, maar geen TBS-maatregel kreeg opgelegd, betreffen naar het oordeel van het hof geen met deze zaak vergelijkbare gevallen, mede gelet op de in deze zaak bewezen verklaarde feiten en daarin opgemaakte rapportages.
Gelet op de onder 5, 6 primair en 8 bewezen verklaarde feiten en de kwalificatie daarvan betreffen de feiten misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, als bedoeld in artikel 38e lid 1 Sr. Dit brengt met zich dat de op te leggen maatregel niet in duur zal zijn gemaximeerd.
Redelijke termijn
Ten slotte stelt het hof vast dat de zaak in eerste aanleg en in hoger beroep niet heeft plaatsgevonden binnen de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM.
Het hof stelt wat betreft de berechting in eerste aanleg vast dat de redelijke termijn is aangevangen op 9 maart 2020. Nu het vonnis waarvan beroep pas is gewezen op 2 juni 2022, is in eerste aanleg de redelijke termijn van berechting met bijna elf maanden overschreden.
Het hof zal bij het bepalen van de strafmaat in matigende zin rekening houden met deze overschrijding van de redelijke termijn.
Het hof heeft ook geconstateerd dat de redelijke termijn in hoger beroep is overschreden. Het hoger beroep is namens de verdachte op 14 juni 2022 ingesteld. Dit betekent dat de redelijke termijn van berechting in hoger beroep met vier maanden is overschreden nu het arrest wordt gewezen op 14 februari 2024.
Gezien de aard, complexiteit en omvang van de zaak, de wisseling van raadsman vlak voor de eerste regiezitting bij het hof en de door de verdachte gedane verzoeken, komt naar het oordeel van het hof de overschrijding in hoger beroep grotendeels voor rekening van de verdachte en is de behandeling in hoger beroep voor het overige dusdanig voortvarend verlopen dat geoordeeld moet worden dat de redelijke termijn in hoger beroep maar in zeer beperkte mate is overschreden. Het hof zal derhalve wat de overschrijding in hoger beroep betreft volstaan met de enkele constatering van de overschrijding van de redelijke termijn.
Conclusie
Het hof is – alles overwegende – van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur in combinatie met de te gelasten terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege een passende en geboden reactie vormt.
Het hof acht een gevangenisstraf van elf jaar in beginsel passend en geboden.
Het hof houdt evenwel in matigende zin rekening met de overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg, door op die in beginsel op te leggen gevangenisstraf van elf jaren twee maanden in mindering te brengen, zodat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien jaar en tien maanden resteert.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv, aan de orde is.

Inbeslaggenomen voorwerpen

Aan dit arrest is als bijlage een lijst gehecht van de in beslag genomen voorwerpen, waarvan de inhoud als hier ingelast dient te worden beschouwd.
De verdachte heeft ter zitting in hoger beroep (nogmaals) schriftelijk afstand gedaan van de in beslag genomen voorwerpen met nummers 1, 3, 4, 6, 9, 12, 13, 14, 15, 16, 17 en 18, zodat het beslag op die voorwerpen van rechtswege is vervallen en het hof ten aanzien van die voorwerpen geen beslissing meer hoeft te nemen.
Dan resteren nog de op de beslaglijst onder 5, 7, 8, 10 en 11 genoemde voorwerpen, te weten drie harde schijven, een iPhone X en een MacBook Pro.
Harde schijven: voorwerpen 5, 7 en 8
Nu de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep heeft aangegeven dat hij niet langer persisteert in zijn verzoek tot teruggave van de drie harde schijven (harddisks) vermeld op de beslaglijst onder 5, 7 en 8 (waaruit het hof afleidt dat hij ook daarvan afstand heeft gedaan) zal het hof ook met betrekking tot die voorwerpen geen beslissing nemen.
iPhone X en MacBook pro: voorwerpen 10 en 11
Door de verdediging is een verzoek gedaan tot opheffing van het beslag van diverse goederen. Het betreft de persoonlijke foto’s die op de iPhone X staan en studiematerialen van zijn hbo-opleiding die op de MacBook Pro staan van de verdachte.
Het hof stelt voorop dat, indien sprake is van een gegevensdrager waarop strafbare gegevens zijn opgeslagen, als uitgangspunt heeft te gelden dat deze gegevensdrager aan het verkeer zal moeten worden onttrokken. Het hof zal daarom de iPhone X en de MacBook Pro volledig aan het verkeer onttrekken omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Het hof begrijpt het verzoek van de verdediging aldus dat wordt gevraagd om de verstrekking van een kopie van persoonlijke foto’s en studiematerialen van zijn hbo-opleiding. De verdachte heeft ter onderbouwing van dit verzoek verklaard dat het gaat om circa 5.000 foto’s en een aantal mappen waarin bestanden met betrekking tot de studie staan.
In het arrest ECLI:NL:GHDHA:2019:391 is door dit hof uiteengezet waarom er een belangenafweging plaats dient te vinden tussen de strafvorderlijke en maatschappelijke belangen bij onttrekking enerzijds en de persoonlijke belangen van de verdachte bij behoud c.q. verkrijging van de verzochte gegevensbestanden anderzijds, als de verdachte gemotiveerd verzoekt om verstrekking van één of meer door hem (duidelijk) omschreven gegevensbestanden die op de betreffende inbeslaggenomen gegevensdrager zijn
opgeslagen. Bij deze belangenafweging dient onder andere te worden betrokken wat de (geschatte) technische en personele uitvoerbaarheid voor de betrokken opsporingsdienst is die met het verzoek samenhangt alsmede wat het daarmee gemoeide tijdsbeslag is. Tevens dient de omstandigheid te worden betrokken of de verdachte door zijn wijze van handelen c.q. wijze van opslag moet worden geacht zelf het risico te hebben aanvaard van vermenging van strafbare en niet-strafbare gegevensbestanden en/of dat (daardoor) de gegevensbestanden waarop het verzoek betrekking heeft niet dan wel slechts op onevenredig arbeidsintensieve wijze weer van de strafbare gegevensbestanden kunnen worden gescheiden.
Het hof constateert dat er bij zowel de iPhone X als de MacBook Pro sprake is van vermenging (zie bijvoorbeeld de bestanden op de MacBook Pro in de “Onedrive” map “6e jaar/Extra”, waarin zich het aan de strafbare feiten te relateren “[bestand]”-tekstdocument bevindt en de bestanden op de WD Harddisk, waar zich in de map ‘Work’ kinderpornografische afbeeldingen bevinden). Op beide gegevensdragers staan zeer grote hoeveelheden bestanden. De strafbare en niet-strafbare bestanden staan door elkaar op de gegevensdrager. De verdachte heeft de bestanden opgeslagen en was zich dus bewust van de vermenging van de bestanden. Indien het hof beslist tot verstrekking van een kopie van de verzochte bestanden zou dat, gezien de vermenging, leiden tot een onevenredig tijdsbeslag bij het scheiden van de strafbare en niet-strafbare bestanden. Bovendien zal van iedere door de verdachte aangewezen afbeelding bepaald moeten worden wie hierop te zien is alvorens tot verstrekking kan worden overgegaan, om te voorkomen dat een kopie van (strafbaar) beeldmateriaal, bijvoorbeeld betrekking hebbend op één van de slachtoffers in deze zaak, aan de verdachte wordt teruggegeven. Het persoonlijke belang dat de verdachte zou hebben bij de verstrekking van een kopie van de bestanden weegt niet op tegen het daarmee gemoeide tijdsbeslag.

Vorderingen benadeelde partijen

Ter zake van het onder 5 en 6 tenlastegelegde hebben zich als benadeelde partijen gevoegd: [slachtoffer/benadeelde 1], [slachtoffer/benadeelde 2], [slachtoffer/benadeelde 3], [benadeelde 11], [slachtoffer/benadeelde 5], [slachtoffer/benadeelde 6] en [slachtoffer/benadeelde 7]. [slachtoffer/benadeelde 4] heeft zich ter zake van zowel het onder 5 en 6 tenlastegelegde als het onder 8 tenlastegelegde gevoegd.
In hoger beroep is namens de benadeelde partijen de toelichting van de geleden schade geactualiseerd. Hieronder zal de vordering en toelichting van de gestelde schade per benadeelde partij kort worden weergegeven.
[slachtoffer/benadeelde 1]
[slachtoffer/benadeelde 1] vordert een vergoeding van € 6.500,00 aan immateriële schade. Zij heeft daartoe een beroep gedaan op artikel 6:106, aanhef en onder b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), en gesteld dat sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in dit artikel. Zij heeft onder andere toegelicht dat zij nog geen psychologische behandelingen heeft (kunnen) ondergaan. Gesteld is dat benadeelde boos, getraumatiseerd en angstig is. Zij kampt met schaamtegevoelens en trekt zich in sociaal opzicht terug.
Deze vordering is in eerste aanleg geheel toegewezen en in hoger beroep gehandhaafd en geheel aan de orde. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens [slachtoffer/benadeelde 1] naar voren gebracht dat ze nu zij ouder wordt steeds meer denkt aan hetgeen is voorgevallen. Zij kan hier moeilijk over spreken. [slachtoffer/benadeelde 1] is er nog niet klaar voor om met iemand buiten het gezin hierover te gaan praten.
[slachtoffer/benadeelde 2]
[slachtoffer/benadeelde 2] vordert een vergoeding van € 6.500,00 aan immateriële schade. Ook zij heeft daartoe een beroep gedaan op artikel 6:106, aanhef en onder b BW, en gesteld dat sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in dit artikel. Ook is toegelicht dat benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Zij heeft last van stemmingsklachten, schaamtegevoelens, zelfmoordgedachtes, slaapproblemen, concentratieverlies, eetproblemen, angstgevoelens en gevoelens van onmacht. Zij heeft ook daadwerkelijk geprobeerd om zichzelf van het leven te beroven. Benadeelde heeft haar huisarts geraadpleegd. De huisarts vermoedt dat benadeelde door het misdrijf een posttraumatische stress stoornis (PTSS) heeft opgelopen en heeft haar blijkens een verwijzingsbrief daarvoor doorverwezen naar een psycholoog.
Deze vordering is in eerste aanleg geheel toegewezen en in hoger beroep gehandhaafd en geheel aan de orde. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens [slachtoffer/benadeelde 2] naar voren gebracht dat het heel slecht met haar gaat. Zij is vanwege deze zaak niet door de psychologische tests gekomen voor een opleiding bij defensie, die zij graag wilde volgen. Dat heeft heel veel impact op haar gehad en zij heeft aangegeven dat het voor haar lijkt alsof haar wereld stilstaat. Daarnaast heeft zij nog altijd angst dat haar foto’s op internet circuleren.
[slachtoffer/benadeelde 3]
[slachtoffer/benadeelde 3] vordert een vergoeding van € 6.000,00 aan immateriële schade. Zij heeft aangevoerd dat in verband met hetgeen haar is overkomen langdurige behandeling door een coach (bij de organisatie [organisatie X]) noodzakelijk was. Zij heeft dit onderbouwd met een verslag van deze behandeling.
Deze vordering is in eerste aanleg geheel toegewezen en in hoger beroep gehandhaafd en geheel aan de orde. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens [slachtoffer/benadeelde 3] naar voren gebracht dat zij afgelopen jaar EMDR-therapie gevolgd heeft. Daarnaast heeft zij therapie gevolgd bij [organisatie X]. Door de gevolgde therapieën voelt zij zich nu rustiger.
[benadeelde 11]
[benadeelde 11], de vader van [slachtoffer/benadeelde 3], vordert een vergoeding van € 21.041,14 aan materiële schade. Hij baseert zijn vordering op artikel 6:107 BW, en stelt dat er sprake is van verplaatste schade. Hij heeft reiskosten moeten maken in verband met de therapie van zijn dochter bij [organisatie X]. Dit betreft een bedrag van € 1.041,14 (het totaal aantal gereden kilometers, vermenigvuldigd met een kilometervergoeding van € 0,26 per gereden kilometer). Daarnaast heeft hij – zijnde een zelfstandig ondernemer – inkomsten gederfd als gevolg van de tijd die was gemoeid met de reis naar, en zijn wachttijd bij, [organisatie X]. Hij heeft gedurende de reis- en wachttijd niet kunnen werken, als gevolg waarvan hij geen uren in rekening heeft kunnen brengen bij klanten.
Deze vordering is in eerste aanleg toegewezen tot een bedrag van € 1.041,14 en in hoger beroep gehandhaafd en geheel aan de orde. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens [benadeelde 11] naar voren gebracht dat het aannemelijk is dat een deel van de inkomsten van [benadeelde 11] gederfd zijn omdat hij zijn dochter elke keer naar haar therapie moest brengen en in die uren niet heeft kunnen werken. In eerste aanleg zijn er stukken van de boekhouder overgelegd. Er is geen nieuwe onderbouwing van de vordering overgelegd in hoger beroep. De advocaat refereert zich ten aanzien van de vordering, maar stelt subsidiair dat aannemelijk is dat een deel van de inkomsten gederfd zijn, zodat wellicht een gematigder bedrag kan worden toegewezen.
[slachtoffer/benadeelde 4]
[slachtoffer/benadeelde 4] vordert een vergoeding van € 12.500,00 aan immateriële schade. Zij heeft daartoe een beroep gedaan op artikel 6:106, aanhef en onder b BW, en gesteld dat sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in dit artikel. Ter toelichting is opgemerkt dat benadeelde nog dagelijks last ondervindt van de feiten die de verdachte jegens haar heeft gepleegd (de vervaardiging van kinderporno en de verkrachtingen). Ze ondervindt problemen in relaties, heeft concentratieproblemen, herbelevingen en heeft tijden gekend dat zij niet meer wilde leven.
Deze vordering is in eerste aanleg geheel toegewezen en in hoger beroep gehandhaafd en geheel aan de orde. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens [slachtoffer/benadeelde 4] naar voren gebracht dat zij nog steeds psychische klachten heeft. Zij is een kwetsbaar meisje en voelt zich zeer gemanipuleerd. Zij heeft nachtmerries en herbelevingen, moeite om mensen te vertrouwen en haar grenzen aan te geven. Zij heeft tot op heden nog geen professionele hulp gezocht.
[slachtoffer/benadeelde 5]
[slachtoffer/benadeelde 5] vordert een vergoeding van € 6.500,00 aan immateriële schade. Zij heeft daartoe een beroep gedaan op artikel 6:106, aanhef en onder b BW, en gesteld dat sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in dit artikel. Ter toelichting is opgemerkt dat benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Benadeelde kampt tot op heden met paniekaanvallen, pleinvrees, huilbuien, zelfmoordgedachtes en schaamte- en schuldgevoelens. Benadeelde stond enige tijd onder behandeling bij een therapeut, orthopedagoog en een psychiater bij de ‘Opvoedpoli/Care Express’ voor haar traumaklachten. Zij heeft dit onderbouwd met een brief van de Opvoedpoli.
Deze vordering is in eerste aanleg geheel toegewezen en in hoger beroep gehandhaafd en geheel aan de orde. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens [slachtoffer/benadeelde 5] naar voren gebracht dat zij heel angstig is dat de verdachte terugkomt in haar leven. Zij voelt zich onveilig en vies en schaamt zich om wat er is gebeurd. Haar leven voelt als een hel. Ook tijdens haar huidige zwangerschap ondervindt zij angst en fysieke problemen als gevolg van deze zaak.
[slachtoffer/benadeelde 6]
[slachtoffer/benadeelde 6] heeft in eerste aanleg een bedrag van € 6.492,00 gevorderd wegens immateriële en materiële schade. De materiële schade betrof reiskosten. Ten aanzien van de gestelde immateriële schade heeft zij een beroep gedaan op artikel 6:106, aanhef en onder b BW, en gesteld dat sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in dit artikel. Ter toelichting is opgemerkt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen.
Deze vordering is in eerste aanleg toegewezen tot € 6.000,00 immateriële schade. Voor het overige, materiële deel, is zij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. In hoger beroep is de vordering alleen gehandhaafd ten aanzien van het bedrag van € 6.000,00 aan immateriële schade en tot dat bedrag aan de orde. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens [slachtoffer/benadeelde 6] naar voren gebracht dat de sporen van de gebeurtenissen het afgelopen jaar erg zichtbaar zijn geworden. Ze loopt vast met zichzelf en automutileert als gevolg van deze zaak. [slachtoffer/benadeelde 6] volgt nu EMDR therapie om te leren om te gaan met wat er is gebeurd.
[slachtoffer/benadeelde 7]
[slachtoffer/benadeelde 7] vordert een vergoeding van € 5.000,00 aan immateriële schade. Zij heeft daartoe een beroep gedaan op artikel 6:106, aanhef en onder b BW, en gesteld dat sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ als bedoeld in dit artikel. Ter toelichting is opgemerkt dat, hoewel benadeelde nog geen traumabehandeling heeft ondergaan, een dergelijke behandeling wel geïndiceerd is.
Deze vordering is in eerste aanleg geheel toegewezen en in hoger beroep gehandhaafd en geheel aan de orde. Ter terechtzitting in hoger beroep is namens [slachtoffer/benadeelde 7] naar voren gebracht dat zij momenteel nog veel last heeft van psychische problemen door toedoen van de verdachte. Zij is een traject bij de GGZ gestart maar dit loopt stroef omdat zij moeilijk over haar gevoel kan praten. Zodra dit beter gaat, start zij met een traumabehandeling. Zij heeft nog een lange weg te gaan, met flashbacks, slecht slapen en veel verdriet. Ze kan hierdoor niet werken en krijgt elke week 5 uur begeleiding ter ondersteuning.
Bovengenoemde benadeelde partijen hebben hun vordering vermeerderd met de wettelijke rente. Daarnaast hebben zij oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat alle vorderingen van de benadeelde partijen dienen te worden afgewezen dan wel dat de benadeelde partijen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun vordering, gezien de bepleite vrijspraak. Meer specifiek is er bij benadeelde partij [benadeelde 11] gesteld dat er geen link is tussen de therapie bij [organisatie X] van [slachtoffer/benadeelde 3] en het tenlastegelegde.
Subsidiair stelt de verdediging zich op het standpunt dat de vorderingen van [slachtoffer/benadeelde 1], [slachtoffer/benadeelde 2], [slachtoffer/benadeelde 3], [slachtoffer/benadeelde 5], [slachtoffer/benadeelde 6] en [slachtoffer/benadeelde 7] dienen te worden gematigd aangezien er sprake is van een online zedenmisdrijf zonder binnendringen. Volgens de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven, aldus de verdediging, valt dit feit onder letselcategorie 2 en is de bijbehorende schadevergoeding € 1.000,00 tot
€ 2.500,00 euro. Derhalve verzoekt de verdediging deze vorderingen te matigen tot een bedrag van € 2.000,00 aan immateriële schade.
Wat betreft de vordering van [slachtoffer/benadeelde 4], die mede ziet op feit 8, valt dit volgens de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven, aldus de verdediging, onder letselcategorie 3 waarbij de bijbehorende schadevergoeding € 2.500,00 tot € 5.000,00 is. De verdediging stelt zich derhalve subsidiair op het standpunt dat deze vordering dient te worden gematigd tot een bedrag van € 4.000,00.
Beoordeling van het hof: immateriële schade
Het hof stelt voorop dat de door de verdediging aangehaalde Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven niet als uitgangspunt wordt genomen bij de bepaling van de omvang van de schade. Deze lijst is bedoeld voor gevallen waarin het slachtoffer in aanmerking komt voor een uitkering uit het Schadefonds. Het hof zal de omvang van de immateriële schade op de voet van het bepaalde in artikel 6:106 BW naar maatstaven van billijkheid schatten.
Het hof overweegt voorts - grotendeels in navolging van de rechtbank - dat vast is komen te staan dat aan de benadeelde partijen door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks immateriële schade is toegebracht. Voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, hebben de benadeelden op grond van artikel 6:106 BW recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding, voor zover een van de in dit artikel (onder a-c) genoemde gevallen zich voordoet.
Artikel 6:106, aanhef en onder b, BW geeft recht op vergoeding van andere schade dan vermogensschade in geval van aantasting in de persoon “op andere wijze” dan door fysiek letsel. Daaronder kan ook geestelijk letsel vallen. Degene die zich hierop beroept moet voldoende concrete gegevens aanvoeren waaruit kan volgen dat in verband met de omstandigheden van het geval psychische schade is ontstaan, waartoe nodig is dat naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook als het bestaan van geestelijk letsel in voornoemde zin niet kan worden aangenomen, is niet
uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen (HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376).
Bewezen is dat de verdachte kinderpornografische video’s heeft gemaakt van de door hem onder druk gezette slachtoffers en hen zodoende heeft aangerand. Ten aanzien van alle benadeelde partijen zijn deze feiten meermalen gepleegd, gedurende een — zeker bezien vanuit het perspectief van deze jonge slachtoffers — langere periode. Benadeelde [slachtoffer/benadeelde 4] is ook nog eens meermaals verkracht. De verdachte heeft daarmee ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de benadeelde partijen. Zij hebben lange tijd in angst en onzekerheid geleefd, bang voor nieuwe “opdrachten” en/of openbaarmaking van naaktfoto’s en/of -video’s. Die angst zal voor hen waarschijnlijk nog geruime tijd blijven bestaan. De bewezen gedragingen hebben in de weg gestaan aan een gezonde (seksuele) ontwikkeling van de benadeelde partijen, en hebben – blijkens de slachtofferverklaringen en de toelichtingen op de vorderingen – geleid tot diverse klachten die het dagelijks functioneren van de benadeelde partijen belemmeren.
Ter terechtzitting in hoger beroep is mede door het tijdsverloop des te meer duidelijk geworden wat de impact van het handelen van de verdachte op de benadeelde partijen is geweest en bovenal nog steeds is. De benadeelde partijen voelen tot op de dag van vandaag angst en onzekerheid door hetgeen gebeurd is. Zij worden hierdoor tot op heden in hun dagelijkse leven belemmerd, waarbij het niet onwaarschijnlijk is dat dit niet zal veranderen in de nabije toekomst.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de aard en de ernst van de beschreven normschending(en) meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige
gevolgen daarvan voor de benadeelden zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen. Nadere onderbouwing van het geestelijk letsel is dan ook niet vereist, waarbij het hof opmerkt dat een aantal benadeelde partijen hun vorderingen hebben onderbouwd door te wijzen op de gevolgen die de feiten voor hen hebben (gehad) en daartoe wel relevante informatie hebben verschaft en gegevens hebben overgelegd, die wel degelijk concrete aanknopingspunten bieden voor de vaststelling dat er sprake is van geestelijk letsel.
De schade van de benadeelde partijen zal naar maatstaven van billijkheid, in overeenstemming met hetgeen de rechtbank hieromtrent heeft beslist, worden vastgesteld conform de hoogte van de door hen ingediende vorderingen. Voor wat betreft de hoogte van de schade heeft het hof steeds alle omstandigheden van het geval, waaronder de aard van de aansprakelijkheid en de ernst van het aan de verdachte te maken verwijt, alsmede de leeftijd van het slachtoffer en hetgeen ter onderbouwing van de vordering is aangevoerd in acht genomen. Hierbij heeft het hof acht geslagen op de hoogte van bedragen die in vergelijkbare zaken als schadevergoeding worden toegewezen en in het bijzonder op de uitspraak van het hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2018:4620) en de daarin gehanteerde categorieën en bedragen, waarin bijvoorbeeld voor “het dwingen tot het plegen van ontuchtige handelingen onder dreiging met verspreiding van een of meer kinderpornografische afbeeldingen” een bedrag van € 6.000 werd toegekend.
Het ligt daarbij in de rede dat aan de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 4] een (aanzienlijk) hoger bedrag aan schadevergoeding wordt toegekend, nu zij ook – bij herhaling – het slachtoffer is geworden van verkrachting door de verdachte. Het hof acht het door haar gevorderde bedrag billijk in het licht van de onrechtmatige gedragingen die de verdachte, gedurende langere tijd, bij haar heeft gepleegd.
Beoordeling van het hof: materiële schade [benadeelde 11]
Door de vader van [slachtoffer/benadeelde 3] is een vordering tot schadevergoeding ingediend. Het gaat hierbij om een bedrag van € 21.041,14 aan materiële schade bestaande uit reiskosten en gederfde inkomsten.
Met de invoering van de Wet affectieschade per 1 januari 2019 is het in het strafrecht mogelijk geworden dat personen die verplaatste schade hebben geleden deze vorderen binnen het strafproces. Bij verplaatste schade gaat het om kosten gemaakt door derden ten behoeve van het slachtoffer. De aanspraak bestaat slechts voor zover het gaat om schade die zich van de gekwetste naar de derde heeft verplaatst.
Reiskosten
Ten aanzien van de gevorderde reiskosten naar [organisatie X] is naar het oordeel van het hof voldoende aannemelijk gemaakt dat aan de benadeelde partij door de onder 5 en 6 bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks schade is toegebracht. Door de verdediging is gesteld dat er geen link blijkt met het tenlastegelegde en de behandeling. Het hof oordeelt dat voldoende aannemelijk is dat het slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 3] als gevolg van de bewezen feiten therapie nodig had. Dit verband blijkt uit de onderbouwing van de door haar in eerste aanleg ingediende en in hoger beroep gehandhaafde vordering. Voorts stelt het hof vast dat [slachtoffer/benadeelde 3] was aangewezen op vervoer door haar vader naar die therapie en dat daar reiskosten mee waren gemoeid. Deze reiskosten met betrekking tot de therapie zijn daarmee van [slachtoffer/benadeelde 3] naar [benadeelde 11] verplaatst, en komen op die grond voor toewijzing in aanmerking. Deze kosten komen het hof (ook overigens) niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze zullen worden toegewezen als verzocht.
Gederfde inkomsten
Ten aanzien van de gevorderde gederfde inkomsten overweegt het hof als volgt. In artikel 6:107 BW staat genoemd wie als derde op welk moment in aanmerking komt voor de vergoeding van schade. Gederfde inkomsten zijn in dit artikel niet opgenomen. In de oorspronkelijke redactie kende artikel 107, lid 1, BW een onderdeel d, waarin gederfd inkomen uitdrukkelijk werd genoemd als één van de voor vergoeding in aanmerking komende schadeposten. Daarbij werd in de Memorie van Toelichting opgemerkt dat de vergoedbaarheid van de schade die een familielid van de benadeelde zou lijden als hij gedurende bepaalde tijd zijn werk opgeeft om zelf de verpleging van de benadeelde op zich te nemen, niet onduidelijk mag zijn. Nu het voornoemde onderdeel d in de uiteindelijke tekst van artikel 107, lid 1, BW is geschrapt, geldt als uitgangspunt dat inkomensschade die derden als gevolg van het letsel van hun naaste lijden niet als zodanig voor vergoeding in aanmerking komt. Het hof ziet net als de rechtbank geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken. Gederfde inkomsten kunnen niet worden aangemerkt als verplaatste schade. Er is geen andere rechtsgrond voor het toewijzen van dit deel van de vordering. Derhalve komt het hof tot de conclusie dat [benadeelde 11] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering voor zover die ziet op gederfde inkomsten.
Wettelijke rente, proceskosten en schadevergoedingsmaatregel
Het hof bepaalt dat de te vergoeden schadebedragen vermeerderd zullen worden met de gevorderde wettelijke rente. Tevens dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen, met uitzondering van de benadeelde partij [benadeelde 11], tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken. In het geval van de benadeelde partij [benadeelde 11] zal het hof bepalen dat de verdachte en de benadeelde partij ieder de eigen kosten dragen. Ten slotte zal het hof de schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr aan de verdachte opleggen ten aanzien van alle toegewezen vorderingen, telkens eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op artikel 69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 36b, 36c, 36d, 36f, 37a, 37b, 57, 131, 240b, 242, 246 en 254a Sr, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 10-961505-19 onder 4 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 5, 6 primair, 7 en 8 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3, 5, 6 primair, 7 en 8 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
10 jaren en 10 maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
10. 2370120 Apple MacBook Pro, serie CO2ND1ZGG3QR,
11. 2370128 Apple iPhone X, imei 353040092387843.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 1] ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 6.500,00 (zesduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer/benadeelde 1], ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 6.500,00 (zesduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 47 (zevenenveertig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
9 maart 2020.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 2] ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 6.500,00 (zesduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer/benadeelde 2], ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 6.500,00 (zesduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 47 (zevenenveertig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
9 maart 2020.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 3] ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 6.000,00 (zesduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer/benadeelde 3], ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 6.000,00 (zesduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 43 (drieënveertig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
9 maart 2020.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 11]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde 11] ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 1.041,12 (duizend eenenveertig euro en twaalf cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde 11], ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 1.041,12 (duizend eenenveertig euro en twaalf cent) als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 7 (zeven) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële schade op
30 september 2021.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 4]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 4] ter zake van het onder feit 5, 6 en 8 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 12.500,00 (twaalfduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer/benadeelde 4], ter zake van onder feit 5, 6 en 8 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 12.500,00 (twaalfduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 90 (negentig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
9 maart 2020.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 5]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 5] ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 6.500,00 (zesduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer/benadeelde 5], ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 6.500,00 (zesduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 47 (zevenenveertig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
9 maart 2020.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 6]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 6] ter zake van onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 6.000,00 (zesduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer/benadeelde 6], ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 6.000,00 (zesduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 43 (drieënveertig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
9 maart 2020.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 7]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer/benadeelde 7] ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer/benadeelde 7], ter zake van het onder feit 5 en 6 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 36 (zesendertig) dagen.Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de immateriële schade op
9 maart 2020.
Dit arrest is gewezen door mr. J.W. van den Hurk, mr. C.H.M. Royakkers en mr. B.P. de Boer, in bijzijn van de griffier mr. H.E.M. Lucas.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 14 februari 2024.
Bijlage I
Tekst gewijzigde en nader omschreven tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
Zaak met parketnummer 10-961505-19:
1. Opruiing)
hij in of omstreeks de periode van 21 augustus 2012 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats], althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal in het openbaar bij geschrift en/of afbeelding tot enig strafbaar feit heeft opgeruid, door op zijn websites darkscandals.com en/of forum789.nl en/of darkscandals.co en/of darksdsp6iexydx.onion onder andere op te roepen tot (het aanleveren van nieuwe en/of unieke en/of zelf gemaakte video's waarop echte) verkrachtingen en/of afpersingen en/of aanrandingen en/of seks met dieren en/of slavernij en/of seks door schoolmeisjes en/of andere extreme en/of ongewone en/of onvrijwillige seksuele handelingen (te zien zijn);
2. (
Reguliere Kinderporno verspreid via Darkscandals en in bezit bij verdachte)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 augustus 2012 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats], althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten onder andere een computer Dell (beslagcode: 2369867) en/of een Apple Iphone X (beslagcode: 2370128/2370055) en/of een Apple Iphone 5 (beslagcode: 2370130) en/of een computer Macbook Pro (beslagcode: 2370120) en/of een harddisk WD (beslagcode: 2370079)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
(via zijn websites darkscandals.com en/of forum789.nl en/of darkscandals.co en/of darksdsp6iexydx.onion) heeft verspreid, aangeboden, verworven, in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk
en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis en/of mond/tong en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal en/of vaginaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of een voorwerp vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam
([bestand] en/of [bestand], B01-p.97 en/of [bestand], B01-p.l24/125 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B01-p.136)
en/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger en/of hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
([bestand] en/of [bestand], B01-p.97/98 en/of [bestand], B01-p.124 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B01-p.137)
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (
[bestand], B01-p.491)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een onnatuurlijke omgeving, in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
([bestand], B01-p.99 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B01-p.138)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
3. (
Reguliere Dierenporno verspreid via Darkscandals en in bezit bij verdachte)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 23 augustus 2012 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats], althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten een computer Dell (beslagcode 2369867) en/of een Apple Iphone X (beslagcode: 2370128/2370055) en/of en/of een Apple Iphone 5 (beslagcode: 2370130) en/of een harde schijf WD (beslagcode: 2370079)
in bezit heeft gehad en/of heeft verspreid
terwijl op die afbeelding(en) (een) ontuchtige handeling
(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier betrokken zijn of schijnbaar is/zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handeling(en)- zakelijk weergegeven- bestonden uit:
-In de video (duur 20 min 39 sec) is een jonge vrouw te zien. Het meisje staat in een badkamer. Het meisje draagt een roze jurk met daaroverheen een roze top. Ze draagt hoge zwarte hakken. Te zien is dat een klein model hond in beeld staat. Het meisje danst voor de camera en voert daarbij een striptease-act op. Terwijl zij danst trek zij stuk voor stuk haar kleding uit. Als zij al haar kleding uit heeft gaat zij op de grond zitten en brengt haar vinger in haar vagina. Het camerastandpunt wordt daarbij vlak voor de vagina gehouden. Te zien is dat zij vervolgens met haar benen gespreid op de grond gaat zitten en de hond tussen haar benen gaat staan. De hond likt haar vagina en vingers af. Dit duurt uiteindelijk 12 minuten waarna de video stopt.
(
[bestand], B01-p.8len 90)
en/of
-Deze video duurt 3 minuten en 53 seconden en is met geluid. linksboven in de video wordt een tekst afgebeeld waaruit blijkt dat de video een live streaming video betreft. De video is opgenomen in een binnenruimte. Als de video start, zit voor de camera een volwassen blanke vrouw op een bureaustoel. De vrouw is geheel naakt en houdt haar benen gespreid. Tussen de gespreide benen van de vrouw is de kop van een hond zichtbaar. De vrouw smeert een licht gele substantie op haar vagina, waardoor de hond haar vagina begint te likken. De vrouw maakt hierbij kreunende geluiden. Op de achtergrond zijn de stemmen te horen van twee andere vrouwen in de Engelse taal." Oh my god, is the dog licking her pussy?" "More butter!" Hierop smeert de vrouw wederom de licht gele substantie op haar vagina, waarna de hond haar vagina weer begint te likken. Als de vrouw voor haar laptop gaat zitten en communiceert met de twee andere vrouwen, eindigt de video.
(
[bestand], B01-p.90)
en/of
-Een foto met daarop het hoofd van een volwassen vrouw en de onderkant van een paard. Het betreft een foto van een serie waarbij de vrouw oraal, anaal en vaginaal wordt gepenetreerd door het paard. Op deze foto is te zien dat de vrouw onder het paard zit en de penis met haar hand vasthoudt en in haar mond brengt. De vrouw wordt door de hond oraal gepenetreerd. De foto is een close-up foto waardoor alleen het hoofd van de vrouw en de penis van het paard is afgebeeld.
(
[bestand], B01-p.317)
en/of
-Een foto met daarop het naakte onderlichaam van een vrouw en een hond. Het betreft een foto van een serie waarbij een vrouw en twee honden zijn betrokken. Op deze foto is te zien dat de vrouw met haar benen gespreid op de grond zit. De vrouw neemt een zittende houding aan en brengt haar heupen en billen van de vloer en tegelijkertijd staat zij met haar voeten op haar tenen. Tussen de benen van de vrouw is de achterzijde van een beigekleurige hond te zien. De hond staat met zijn achterste poten voer het been van de vrouw met de penis in de vagina van de vrouw. De vrouw wordt door de hond gepenetreerd. De vrouw heeft de penis van de hond in haar hand. Het camerastandpunt is van de voorzijde en onderkant gericht op de vagina en billen van de vrouw. (
[bestand], B01-p.317)
en/of
-Een foto met daarop het naakte onderlichaam van een volwassen vrouw en de hand van een volwassen man. De vrouw zit en heeft haar benen gespreid. De hand bevindt zich voor de vagina van de vrouw. In de handpalm van de man ligt een vis. Het hoofd van de vis bevindt zich in de vagina van de vrouw. De vrouw wordt vaginaal gepenetreerd. Het camerastandpunt is aan de voorzijde en gericht op de penetratie.
(
[bestand], B01-p.318)
en/of
-Een video met het deels geklede onderlichaam van een vrouw en een kleine witte hond. De vrouw zit op een bank/bed. De vrouw draagt een zwart T-shirt/rok tot haar bovenbenen. De video is met geluid. Tussen de benen van de vrouw en onder het T-shirt/rok ligt een hond. De vrouw trekt het T-shirt/rok omhoog tot boven haar ontklede vagina. Te zien en te horen is dat de hond de vagina van de vrouw likt. De camera wordt ingezoomd op de seksuele handeling waardoor alleen de vagina en het gezicht van de hond worden afgebeeld.
(
[bestand], B01-p.319)
en/of
-Een video met daarin een vrouw/meisje en een zwarte hond. De vrouw ligt met haar buik op bed, haar gezicht is niet in beeld. De vrouw draagt alleen een groen T-shirt. De vrouw heeft haar heupen/billen omhoog geduwd. De video is met geluid. Tussen de benen van de vrouw staat een zwarte hond die de vagina en kont van het meisje likt. Het geluid van het likken is te horen. Evenals het kreunen/hijgen van de vrouw.
(
[bestand], B01-p.320)
en/of
-Dit betreft een video van een jonge vrouw en een hond. De vrouw zit op de rand van een bed. De hond ligt op zijn zij met zijn geslachtsdeel in de richting van de camera. Te zien is dat de vrouw voorover bukt en haar gezicht naar het geslachtsdeel van de hond brengt. Te zien is dat zij vervolgens met haar hand de penis van de hond pakt en deze in haar mond stopt.
(
[bestand], B01C-p.548)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
4. (
Heling)
hij in of omstreeks de periode van 23 augustus 2012 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats], althans in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, immers heeft de verdachte (telkens) na te melden goederen, te weten (meerdere) films (in packs 1 t/m 9) via zijn websites darkscandals.com en/of forum789.nl en/of darkscandals.co en/of darksdsp6iexydx.onion, verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven en/of het voorhanden krijgen en/of het overdragen van die goederen (telkens) wist dat het door misdrijf verkregen goederen betroffen.
en/of
hij in of omstreeks de periode van 23 augustus 2012 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats], althans in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van opzetheling, door opzettelijk uit winstbejag door misdrijf verkregen goederen, te weten (meerdere) films (in packs 1 t/m 9) via zijn websites darkscandals.com en/of forum789.nl en/of darkscandals.co en/of darksdsp6iexydx.onion voorhanden heeft gehad en/of overgedragen;
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2019 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats], althans in Nederland,
meermalen, althans eenmaal, niet-openbare gegevens, te weten een of meer films in packs 1 t/m 9, op de websites darkscandals.com, forum789.nl, darkscandals.co en/of darksdsp6iexydx.onion
- heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad,
terwijl hij, verdachte, ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van deze gegevens wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze gegevens door misdrijf waren verkregen,
en/of
- ter beschikking van een ander heeft gesteld,
- aan een ander bekend heeft gemaakt,
- uit winstbejag voorhanden heeft gehad en/of
- uit winstbejag heeft gebruikt, door die films op de websites darkscandals.com en/of forum789.nl en/of darkscandals.co en/of darksdsp6iexydx.onion ter verkoop aan te bieden,
terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het door misdrijf verkregen gegevens betrof;
5. (
Vervaardigen en bezit/verspreiden van Kinderporno van slachtoffers)
hij in of omstreeks de periode van 29 mei 2017 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats], althans in Nederland meermalen, althans eenmaal, afbeeldingen, te weten foto's en/of video's en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een Apple Iphone 5 (beslagcode: 2370130) en/of computer Macbook Pro (beslagcode: 2370120) en/of een harddisk WD (beslagcode: 2370079) en/of een SD kaart (beslagcode: 2387665)
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 5] geboren in 2004 en/of slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 2] geboren in 2004 en/of [slachtoffer/benadeelde 7] geboren in 2003 en/of [slachtoffer/benadeelde 1] geboren in 2008 en/of slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 6] geboren in 2008 en/of slachtoffer [slachtoffer 10] geboren in 2005 en/of slachtoffer [slachtoffer 9] geboren in 2004 en/of slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 3] geboren in 2005 en/of slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 4] geboren in 2002), is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verworven en/of heeft vervaardigd en/of heeft verspreid en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of een voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam
([bestand], B02.A-p.38/40/43 en/of [bestand], B02.A-p.48 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of en/of [bestand], B02.B-p.l5/16 en/of [bestand], B02.C-p.21 en/of [bestand] en/of [bestand], B02.G-p.46 en/of [bestand], B02.H-p.39 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B02.I-p.37)
en/of
het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of borsten
([bestand], B02.A-p.49 en/of [bestand], B02.B-p.58 en/of [bestand], B02.C.A-p.40 en/of [bestand], B02.F-p.30 en/of [bestand] en/of [bestand], B02.G-p.47 en/of [bestand], B02.H-p.40 en/of [bestand], B02.I-p.38)
en/of
het door een dier likken, betasten en/of aanraken van het naakte onderlichaam en/of geslachtsdeel en/of de billen en/of borsten van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
([bestand], B02.C-p.22 en/of [bestand], B02.E-p.6/7)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een (erotisch getinte) houding en/of (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
([bestand], B02.A-p.50 en/of [bestand], B02.B-p.l6+31t/m40 en/of [bestand], B02.C-p.23 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B02.D-p.29 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B02.E-p.35 en/of [bestand] en/of [bestand], B02.F-p.31 en/of [bestand], B02.G-p.67 en/of [bestand], B02.H-p.65 en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand] en/of [bestand], B02.I-p. 39)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
Zaak met parketnummer 10-961578-20 (gevoegd):
6. ( Aanranding/Verleiding)
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2017 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats], althans in Nederland meermalen, althans eenmaal,
door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid,
(telkens)
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 5] (geboren in 2004) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 2] (geboren in 2004) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 7] (geboren in 2003) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 1] (geboren in 2008) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 6] (geboren in 2008) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 10] (geboren in 2005) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 9] (geboren in 2004) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 3] (geboren in 2005) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 4] (geboren in 2002) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 8] (geboren in 2001) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
waarbij hij, verdachte
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] voordeed als een (minderjarig) meisje met de naam [Roos] (ook wel Roos en/of [Roos] en/of [Roos] genoemd), althans gebruikmakend van een account genaamd [accountnaam Roos]en/of [accountnaam Roos] en/of roosbaby en/of roosbaby2000@hotmail.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] voordeed als een persoon genaamd Savageboyz020, althans gebruikmakend van een account genaamd Savageboyz020 en/of Savageboy020 en/of SA en/of Jonny Savage en/of Savage, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] voordeed als een persoon genaamd
[Alex](ook wel Alex en/of AR en/of Alex R genoemd), althans gebruikmakend van een account dutch-alexnl, en/of NLEXPOSER en/of dutchexposer, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] voordeed als een persoon genaamd
[Paul](ook wel Paul genoemd), althans gebruikmakend van een account genaamd [Paul]_l en/of [Paul]@outlook.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] voordeed als een persoon genaamd
[Ron](ook wel Ron genoemd), althans gebruikmakend van het account [Ron]@outlook.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 7] voordeed als een persoon genaamd
Jay, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] voordeed met een onbekend gebleven identiteit, niet zijnde zijn werkelijke identiteit, en/of
- ( althans) zich voordeed als een andere persoon dan hij, verdachte,
en/of
-voornoemde slachtoffers (met diverse hiervoor genoemde identiteiten (tegelijk)) meermalen heeft benaderd via Skype en/of Snapchat en/of Instagram en/of WhatsApp en/of op andere wijze (chat- en/of spraak- en/of
video-)berichten heeft verzonden,
en/of
-met voornoemde slachtoffers herhaaldelijk seksueel geladen en/of prikkelende (video)chatgesprekken heeft gevoerd waarbij voornoemde slachtoffers (in zijn opdracht) herhaaldelijk foto's en/of video's hebben gemaakt en/of verdachte van voornoemde slachtoffers zelf foto's en/of video's heeft gemaakt, waarop zij, voornoemde slachtoffers, al dan niet (gedeeltelijk) naakt te zien waren en/of waarbij voornoemde slachtoffers zich op een seksueel prikkelende wijze hebben gedragen en/of seksuele en/of ontuchtige handelingen hebben verricht, waarbij die seksuele en/of ontuchtige handelingen (mede) bestonden uit:
o het (meermaals) zichzelf (geheel of gedeeltelijk) uitkleden, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) in-/aannemen van een positie/houding om het eigen (blote) boven en/of onderlichaam, (prominent) (voor verdachte) in beeld te brengen en/of te laten komen, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen borsten met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen borsten en/of billen met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen vagina en/of schaamstreek met de vinger(s) en/of hand en/of voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen vagina en/of schaamstreek met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 3]. en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen mond met de vinger(s), door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen mond met een voorwerp, door [slachtoffer 9] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen vagina met de vinger(s), door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen vagina met een voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen anus met een voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) (laten) betasten en/of aanraken en/of likken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of het naakte onderlichaam door een hond, door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 6]
en/of
-(voornoemde) slachtoffers ([slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of
[slachtoffer/benadeelde 3]) liet geloven dat Roos hun vriendin was en/of dat Roos bedreigd werd door een man of mannen die haar wilden verkrachten en/of haar dreigde en/of hadden gedreigd te exposen en/of dat Roos zichzelf iets aan wilde doen en/of dat Roos aldus dringend hulp nodig had en/of dat Roos de slachtoffers aanmoedigde mee te werken zoals Roos zelf ook had gedaan,
en/of
-(voornoemde) slachtoffers ([slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8]) dreigde dat zij en/of een vriendin anders in persoon met hem seks zouden moeten hebben, als zij niet zouden voldoen aan zijn opdrachten tot het plegen van seksuele handelingen (voor de camera),
en/of
- in/tijdens één of meer (video)chatgesprek(ken) met voornoemde slachtoffers op dwingende en/of dreigende wijze (veelvuldig) heeft aangegeven dat hij een foto en/of video van haar en/of van een vriendin (geheel of gedeeltelijk ontkleed) op internet en/of op social media en/of in chatgroepen (gericht op het exposen van meisjes) zou zetten en/of zou toesturen naar een of meer perso(o)n(en) uit haar (directe) (sociale) omgeving,
en/of
- in/tijdens één of meer (video)chatgesprek(ken) met slachtoffer [slachtoffer 9] dreigde haar zusje te zullen verkrachten en/of haar ouders een mes tussen de ribben te steken en/of te vermoorden, en/of stuurde verdachte haar (daarbij) (door hemzelf gemaakte en/of bewerkte) foto's van haar woonplaats en/of school en/of omgeving en/of woning,
en/of
- een of meerdere geldbedrag(en) heeft gegeven aan [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
- een telefoon en/of een concertkaartje heeft gegeven aan [slachtoffer/benadeelde 4],
en/of
- een of meerdere kinderpornografische en/of dierenpornografische en/of seksueel getinte afbeeldingen (als voorbeeld) heeft gestuurd, aan [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer/benadeelde 3],
en/of
-(vervolgens) voornoemde slachtoffers opgedragen en/of aangespoord heeft (wederom) (nieuwe) foto's en/of video's te vervaardigen waarop voornoemde slachtoffers (gedeeltelijk) naakt en/of op een seksueel prikkelende wijze te zien waren en/of (een) seksuele en/of ontuchtige handeling(en) verrichtten;
en/of
- misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemde (minderjarige) slachtoffers door gebruik te maken van het uit overwicht voortvloeiend verschil in leeftijd en/of het (daarmee samenhangende) verschil in (geestelijke) ontwikkeling en/of levenservaring tussen hem, verdachte en voornoemde slachtoffers;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 12 januari 2017 tot en met 9 maart 2020 te [pleegplaats], althans in Nederland meermalen, althans eenmaal,
door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding en/of door giften en/of beloften van geld en/of goed opzettelijk heeft bewogen een of meer ontuchtige handeling(en) te plegen,
(telkens)
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 5] (geboren in 2004) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 2] (geboren in 2004) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 7] (geboren in 2003) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 1] (geboren in 2008) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 6] (geboren in 2008) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 10] (geboren in 2005) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 9] (geboren in 2004) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 3] (geboren in 2005) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer/benadeelde 4] (geboren in 2002) en/of
het (minderjarige) slachtoffer [slachtoffer 8] (geboren in 2001) heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en),
waarbij hij, verdachte
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] voordeed als een (minderjarig) meisje met de naam
[Roos](ook wel Roos en/of [Roos] en/of [Roos] genoemd), althans gebruikmakend van een account genaamd [accountnaam Roos] en/of [accountnaam Roos] en/of roosbaby en/of roosbaby2000@hotmail.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] voordeed als een persoon genaamd
Savageboyz020, althans gebruikmakend van een account genaamd Savageboyz020 en/of Savageboy020 en/of SA en/of Jonny Savage en/of Savage, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] voordeed als een persoon genaamd
[Alex](ook wel Alex en/of AR en/of Alex R genoemd), althans gebruikmakend van een account dutch-alexnl, en/of NLEXPOSER en/of dutchexposer, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] voordeed als een persoon genaamd
[Paul](ook wel Paul genoemd), althans gebruikmakend van een account genaamd [Paul]_l en/of [Paul]@outlook.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] voordeed als een persoon genaamd
[Ron](ook wel Ron genoemd), althans gebruikmakend van het account [Ron]@outlook.com, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 7] voordeed als een persoon genaamd
Jay, en/of
-zich bij [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] voordeed met een onbekend gebleven identiteit, niet zijnde zijn werkelijke identiteit, en/of
- ( althans) zich voordeed als een andere persoon dan hij, verdachte,
en/of
-voornoemde slachtoffers (met diverse hiervoor genoemde identiteiten (tegelijk)) meermalen heeft benaderd via Skype en/of Snapchat en/of Instagram en/of WhatsApp en/of op andere wijze verzonden (chat en/of spraak en/of
video)berichten,
en/of
-met voornoemde slachtoffers herhaaldelijk seksueel geladen en/of prikkelende (video)chatgesprekken heeft gevoerd waarbij voornoemde slachtoffers (in zijn opdracht) herhaaldelijk foto's en/of video's hebben gemaakt en/of verdachte van voornoemde slachtoffers zelf foto's en/of video's heeft gemaakt, waarop zij, voornoemde slachtoffers, al dan niet (gedeeltelijk) naakt te zien waren en/of waarbij voornoemde slachtoffers zich op een seksueel prikkelende wijze hebben gedragen en/of seksuele en/of ontuchtige handelingen hebben verricht, waarbij die seksuele en/of ontuchtige handelingen (mede) bestonden uit:
o het (meermaals) zichzelf (geheel of gedeeltelijk) uitkleden, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) in-/aannemen van een positie/houding om het eigen (blote) boven- en/of onderlichaam, (prominent) (voor verdachte) in beeld te brengen en/of te laten komen, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen borsten met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen borsten en/of billen met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen vagina en/of schaamstreek met de vinger(s) en/of hand en/of voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of
o het (meermaals) betasten van de eigen vagina en/of schaamstreek met de vinger(s) en/of hand, door [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen mond met de vinger(s), door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen mond met een voorwerp, door [slachtoffer 9] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen vagina met de vinger(s), door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 8] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen vagina met een voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) penetreren van de eigen anus met een voorwerp, door [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
o het (meermaals) (laten) betasten en/of aanraken en/of likken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of het naakte onderlichaam door een hond, door [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 6]
en/of
-(voornoemde) slachtoffers ([slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of
[slachtoffer/benadeelde 3]) liet geloven dat Roos hun vriendin was en/of dat Roos bedreigd werd door een man of mannen die haar wilden verkrachten en/of haar dreigde en/of hadden gedreigd te exposen en/of dat Roos zichzelf iets aan wilde doen en/of dat Roos aldus dringend hulp nodig had en/of dat Roos de slachtoffers aanmoedigde mee te werken zoals Roos zelf ook had gedaan,
en/of
-(voornoemde) slachtoffers ([slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer 10] en/of [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer/benadeelde 3] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of [slachtoffer 8]) dreigde dat zij en/of een vriendin anders in persoon met hem seks zouden moeten hebben, als zij niet zouden voldoen aan zijn opdrachten tot het plegen van seksuele handelingen (voor de camera),
en/of
- in/tijdens één of meer (video)chatgesprek(ken) met voornoemde slachtoffers op dwingende en/of dreigende wijze (veelvuldig) heeft aangegeven dat hij een foto en/of video van haar en/of van een vriendin (geheel of gedeeltelijk ontkleed) op internet en/of op social media en/of in chatgroepen (gericht op het exposen van meisjes) zou zetten en/of zou toesturen naar een of meer perso(o)n(en) uit haar (directe) (sociale) omgeving,
en/of
- in/tijdens één of meer (video)chatgesprek(ken) met slachtoffer [slachtoffer 9] dreigde haar zusje te zullen verkrachten en/of haar ouders een mes tussen de ribben te steken en/of te vermoorden, en/of stuurde verdachte haar (daarbij) (door hemzelf gemaakte en/of bewerkte) foto's van haar woonplaats en/of school en/of omgeving en/of woning,
en/of
- een of meerdere geldbedrag(en) heeft gegeven aan [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] en/of een telefoon en/of een concertkaartje en/of bitcoin heeft gegeven aan [slachtoffer/benadeelde 4],
en/of
- een of meerdere kinderpornografische en/of dierenpornografische en/of seksueel getinte afbeeldingen (als voorbeeld) heeft gestuurd, aan [slachtoffer/benadeelde 5] en/of [slachtoffer/benadeelde 2] en/of [slachtoffer/benadeelde 7] en/of [slachtoffer/benadeelde 1] en/of [slachtoffer/benadeelde 6] en/of [slachtoffer/benadeelde 3],
en/of
-(vervolgens) voornoemde slachtoffers opgedragen en/of aangespoord heeft (wederom) (nieuwe) foto's en/of video's te vervaardigen waarop voornoemde slachtoffers (gedeeltelijk) naakt en/of op een seksueel prikkelende wijze te zien waren en/of (een) seksuele en/of ontuchtige handeling(en) verrichtten,
en/of
- misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van voornoemde (minderjarige) slachtoffers door gebruik te maken van het uit overwicht voortvloeiend verschil in leeftijd en/of het (daarmee samenhangende) verschil in (geestelijke) ontwikkeling en/of levenservaring tussen hem, verdachte en voornoemde slachtoffers;
Zaak met parketnummer 10-961530-21 (gevoegd):
7.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019 te [pleegplaats] en/of [pleegplaats] en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
(telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten:
één of meer, elektronische aangifte(n) voor de inkomstenbelasting, te weten:
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2014 en/of
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2015 en/of
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2016 en/of
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2017 en/of
- een aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2018 (telkens) onjuist en/of onvolledig heeft gedaan, en/althans heeft laten doen,
immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s) op/in het/de bij/naar de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te [pleegplaats] en/of [pleegplaats] en/of [pleegplaats] en/of elders in Nederland ingeleverde/gezonden elektronische aangifte(n) voor de inkomstenbelasting
(telkens) opzettelijk (een) te la(a)g(e) bedrag(en) aan behaalde inkomsten/inkomen vermeld/opgegeven
terwijl dat/die feit(en) (telkens) ertoe strekte(n) dat te weinig belasting werd geheven;
8. (
Verkrachting/Binnendringen)
hij in of omstreeks de periode van 25 maart 2016 tot en met 31 december 2017 (voor [slachtoffer 8]) en/of van 17 oktober 2017 tot en met 29 maart 2019 (voor [slachtoffer/benadeelde 4]) te [pleegplaats], althans in Nederland,
door een (andere) feitelijkheid en/of bedreiging met een (andere) feitelijkheid [slachtoffer 8] (geboren in 2001) en/of [slachtoffer/benadeelde 4] (geboren in 2002) heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 8] en/of die [slachtoffer/benadeelde 4], immers:
-heeft verdachte zijn tong in de mond van die [slachtoffer 8] gebracht en/of
-heeft verdachte het naakte lichaam van die [slachtoffer 8] ingesmeerd met massageolie en/of
-heeft verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] gebracht en zijn penis in die vagina bewogen en/of
-heeft verdachte (meermaals) zijn penis in de vagina van die [slachtoffer/benadeelde 4] gebracht en/of
-heeft verdachte (meermaals) zijn penis in de mond van die [slachtoffer/benadeelde 4] gebracht en/of zich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] laten pijpen en/of
-heeft verdachte zich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] laten aftrekken en/of
-heeft verdachte (meermaals) over de schaamstreek van die [slachtoffer/benadeelde 4] gewreven en/of
-heeft verdachte zich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] over het kruis laten wrijven
waarbij de (andere) feitelijkheid en/of de bedreiging met een (andere) feitelijkheid heeft bestaan uit
-het zich voordoen jegens die [slachtoffer 8] en/of die [slachtoffer/benadeelde 4] als een ander persoon en/of andere personen dan hij, verdachte en/of
-het (aldus) (meermalen) maken en/of verkrijgen van naaktfoto's en/of naaktvideo's en/of foto’s en/of video's waarop seksuele handelingen te zien zijn van die [slachtoffer 8] en/of die [slachtoffer/benadeelde 4] en/of
-het (vervolgens) (meermalen) dreigen (die) naaktfoto's en/of naaktvideo's en/of foto's en/of video's waarop seksuele handelingen te zien zijn van [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer/benadeelde 4] op internet en/of op sociale media te plaatsen en/of naar een of meer pers(o)n(en) uit haar/hun (directe) (sociale) omgeving te sturen en/of
- het misbruik maken van de kwetsbare positie van voornoemde (minderjarige) slachtoffers door gebruik te maken van het uit verschil in leeftijd voortvloeiend overwicht en/of het (daarmee samenhangende) verschil in (geestelijke) ontwikkeling en/of levenservaring tussen hem, verdachte en voornoemde slachtoffers.
en/of
hij in of omstreeks de periode van 25 maart 2016 tot en met 31 december 2017 (voor [slachtoffer 8]) en/of van 17 oktober 2017 tot en met 10 januari 2018 (voor die [slachtoffer/benadeelde 4]) te [pleegplaats], althans in Nederland, met [slachtoffer 8] (geboren in 2001) en/of [slachtoffer/benadeelde 4] (geboren in 2002), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had(den) bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 8] en/of die [slachtoffer/benadeelde 4], immers:
-heeft verdachte zijn tong in de mond van die [slachtoffer 8] gebracht en/of
-heeft verdachte het naakte lichaam van die [slachtoffer 8] ingesmeerd met massageolie en/of
-heeft verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer 8] gebracht en zijn penis in die vagina bewogen en/of
-heeft verdachte (meermaals) zijn penis in de vagina van die [slachtoffer/benadeelde 4] gebracht en/of
-heeft verdachte (meermaals) zijn penis in de mond van die [slachtoffer/benadeelde 4] gebracht en/of zich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] laten pijpen en/of
-heeft verdachte zich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] laten aftrekken en/of
-heeft verdachte (meermaals) over de schaamstreek van die [slachtoffer/benadeelde 4] gewreven en/of
-heeft verdachte zich (meermaals) door die [slachtoffer/benadeelde 4] over het kruis laten wrijven.