Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 29 maart 2023
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
de Minister voor Rechtsbescherming,
Procesverloop
Vaststaande feiten
Oordeel van de Rechtbank
Wetgeving met betrekking tot de HIR (voorheen: vervangingsreserve)
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
.Daarbij geldt, evenals bij de immateriëleschadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, dat deze termijn van twee jaar geldt behoudens bijzondere omstandigheden. Daarvan is hier sprake, gelet op de aanhouding door het Hof van de procedure in afwachting van het arrest van 14 januari 2022 (zie hierover nader 5.26-5.29 hierna). Dit leidt tot een overschrijding van de redelijke termijn van (afgerond) acht maanden. Gelet hierop bestaat aanleiding om de verzuimboete met 10% te matigen (vgl. Hof Amsterdam 2 juli 2009, ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ1298). Aangezien de Rechtbank de aan belanghebbende opgelegde verzuimboete heeft verminderd tot € 1.968, moet de boete worden vastgesteld op € 1.771. Aangezien het Hof de verzuimboete ambtshalve vermindert, leidt dit in zoverre niet tot een gegrond hoger beroep.
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
1. Bij het beroepschrift wordt een kopie van deze uitspraak gevoegd.
2. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.