2.15.Bij voornoemd hoorgesprek heeft belanghebbende een ordner van 18 bescheiden overgelegd, om te onderbouwen dat de vervangingsreserve in 2000 is aangewend ter zake van de in december 2000 aangegane verplichtingen omtrent de aankoop van een vliegveld in [plaats 3] , Duitsland en dat belanghebbende, hoewel er in 2012 nog niet is vervangen, nog steeds een vervangingsvoornemen heeft. Van deze ordner met bescheiden heeft de Inspecteur een overzicht opgesteld, dat, voor zover hier en over belanghebbende van belang, omvat:
“1. 05-01-2000 (kwitanties)
Kwitantie voor maatschappij [C BV] te [vestigingsplaats] ad DM 50.000 (…) Kwitantie voor [D BV] te [vestigingsplaats] ad DM 50.000 (…).
2. 01-12-2000 (kaufvertrage)
Koper is [belanghebbende] B.V., vertegenwoordigd door de heer [A]
Verkoper is [E GmbH] , vertegenwoordigd door de heer [F 1]
De overeenkomst heeft betrekking op een Grundstück van 116.690m2 inkl. Produktionshalle,
Halle, Nebengebude. Koopprijs DM 4.600.000 (f1 5.183.000).
In deze “Kaufvertrage” is, voor zover hier van belang, opgenomen:
“An dieses Angebot halten wir uns unwiderruflich bis zum 30 Tage gebunden. Der angebotene Vertrag kommt zustande, wenn (…) der vorgenannten Frist in notariell beurkundeter Form angenommen ist. Wird das Angebot innerhalb dieser vorgenannten Frist nicht in notariell beurkundeter Form angenommen, erlischt unsere Binding. (…) Der Kaufpreis beträgt
DM 4.600.000,-(Vier million sechs Hundert tausend Deutsch Marken)”.
3. 20-12-2001 (brief)
Een brief van [G] gericht aan [F 1] [E GmbH] ,
[adres] [plaats 4] . Er wordt verwezen naar een gesprek dat plaatsvond op 20-12-2001
inzake de verkoop van de bundeseigenen Liegenschaft ehemaligen WGT-Flugplatz [plaats 3] . De heer [F 1] wordt verzocht om voor deze Liegenschaft vóór 31 januari 2002 een kaufpreisgebot te doen.
(…)
6. 14-09-2003 (brief)
Brief van [E GmbH] ( [F 1] ) aan [belanghebbende] B.V. met de mededeling dat zoals mondeling is afgesproken in 2003 “die notariellen Vertrage und Genehmigungen mit dem Land Sachsen abgehandelt werden”. Men is echter afhankelijk van de snelheid waarmee land Sachsen te werk gaat.
(…)
9. 16-06-2006 (brief)
Brief van [H] aan [E GmbH] (…). De brief is gericht aan de heer [F 1] en heeft betrekking op [J BV] te [vestigingsplaats] :
“In het verleden zijn [E] en cliënte een zakelijke relatie aangegaan gericht op de verkoop en levering door [E] aan cliënte en aan haar gelieerde zusters vennootschappen van onroerende zaken door [E] te verwerven van Land Sachsen. In dit kader zijn er zelfs zogenaamde voorlopige koopovereenkomsten opgesteld en getekend. Deze zijn echter in de onderhandse vorm verleden en niet notarieel. Dit betekent naar het Duitse recht dat deze zelfs ongeldig zijn. Op 24 juni 2004 is in het kader van deze realisatie door cliënte een krediethypotheek verstrekt aan [E GmbH] . Niet alleen zijn de voorlopige koopovereenkomsten niet in de rechtsgeldige vorm verleden, maar bovendien is [E GmbH] nimmer in geslaagd om de bewuste onroerende zaken te verwerven, laat staan om deze aan cliënte en haar zustermaatschappijen te leveren. Aan de zakelijke relatie zoals [E] en cliënte deze destijds voor ogen stonden, is derhalve elke grond komen te ontvallen. Voor zover nodig zeg ik namens cliënte hierbij aan [E] de voorbedoelde zakelijke relatie op met ingang van 7 augustus 2006. Dit betekent dat in ieder geval vanaf 1 augustus 2006 de krediethypotheek elke basis ontbreekt. Derhalve verzoek ik u en voor zover nodig sommeer ik u om uiterlijk 15 augustus 2006 mee te werken aan doorhaling van de hypotheek als omschreven in gemelde hypotheek d.d. 24 juni 2004, door ondertekening van de royementsvolmacht welke notaris [K] te [plaats 5] u tijdig voordien zal doen toekomen.”
(…)
11. 18-04-2007 (brief)
Brief van [E GmbH] aan [belanghebbende] BV., [L NV] , [JJ BV] . [
Hof: [J BV]] en de heer [A] . Betreft: Kaufvertrag van 01-12-1999 (…). (…) Tot vandaag (18-04-2007) is de door eerdergenoemde B.V.’s en de heer [A] de door hen ondertekende koopovereenkomst inzake de aankoop van vliegveld [plaats 3] weer niet nagekomen. De totale vordering bedraagt nu € 1.990.000 inclusief rente, boete en kosten. [E] vordert het gehele bedrag op grond van Hypotheekakte [nummer] van 20-06-2004.
(…)
13. 18-07-2007 (conclusie)
Zitting 18 juli 2007 Rechtbank [plaats 9] : Conclusie (…) inzake de procedure tussen [E GmbH] (…) te [plaats 6] - [plaats 4] en [J BV] (…). Aandeelhouder van eiseres is de heer [A] . Hij is gedurende de periode van de samenwerking, tot medio 2005, tevens bestuurder geweest. De samenwerking tussen de heren [F 1] en [A] is midden 2005 beëindigd. Beide partijen geven aan dat ze wederzijds iets van elkaar te vorderen hebben.
14. 09-08-2007 (brief)
Brief van [H] & [naam] aan [J BV] (…)
Er wordt verwezen naar (…) het verzoekschrift tot faillietverklaring dat is ingediend bij de rechtbank te ‘s-Hertogenbosch. Verzoekers zijn [J BV] , [M BV] , [N BV] en [P BV] .
Verzoekers hebben gezamenlijk € 444.750,92 te goed van de heer [F 1] (…). Ondanks herhaalde verzoeken heeft de heer [F 1] nog steeds niet het bedrag ad € 444.75092 betaald. De heer [F 1] verkeert mitsdien in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Zodat verzoekers gerechtigd zijn om zijn faillietverklaring te vragen.
(...)
18. 29-09-2008 (brief)
Brief van advocatenkantoor (…) aan [J BV] (…): herstelexploot.”