[appellant] is (indirect) enig aandeelhouder en bestuurder van [appellant] Beheer B.V. (verder: [appellant] Beheer). [appellant] exploiteert en belegt in vastgoed.
Solidiam N.V. treedt op als vastgoedbeheerder. [bestuurder 1] (verder: [bestuurder 1] ) en [bestuurder 2] (overleden op [datum] , verder: [bestuurder 2] ) waren bestuurder van Solidiam N.V.
Solidiam N.V. en [appellant] Beheer hebben op 11 september 2009 een Letter of Intent gesloten met de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars, ter zake de voorgenomen verwerving van de onroerend goed portefeuille van deze stichting. Op 3 december 2009 is tussen Solidiam N.V. en [appellant] Beheer als gezamenlijke koper enerzijds en de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars (verder SBZ) anderzijds een koopovereenkomst tot stand gekomen.
Ten behoeve van de nakoming van de koopovereenkomst voor de SBZ-portefeuille heeft [appellant] op 1 maart 2010 een bedrag van € 1.200.000,= overgemaakt aan de notaris onder vermelding
'deel portefeuille SBZ'. Het betrof een storting namens [appellant] Beheer in verband met de tweede tranche van de SBZ-portefeuille die in oktober 2010 zou worden gepasseerd. De tweede tranche betrof objecten te Amsterdam en Barneveld. Deze objecten zijn uiteindelijk verworven door Solid Assets B.V. (verder: Solid Assets). Solidiam N.V. is de bestuurder van Solid Assets. [appellant] heeft voorts op verzoek van [bestuurder 1] en [bestuurder 2] op 5 oktober 2010 nog een bedrag van € 1.200.000,= overgeboekt aan de notaris, onder vermelding van "
dossier 2010.000686”. Op het totaalbedrag is door Solid Boating B.V. (rechtsvoorganger, althans handelsnaam, van Solid Assets) een bedrag van € 408.153,42, waarvan een bedrag van € 8.153,42 als rente, aan [appellant] terugbetaald onder de vermelding “
retour lening [bestuurder 2] & [bestuurder 1]”, waarna het saldo van de verstrekte geldbedragen per ultimo 2010, exclusief rente, € 2.000.000,= bedroeg. Op 31 augustus 2011 is van de bankrekening van Solid Boating nog een bedrag van € 118.617,52 aan [appellant] overgemaakt onder vermelding “
rente t/m 30/6/11”. Na een factuur van 6 januari 2012 van [appellant] aan Solid Assets ten bedrage van € 61.498,71 (met bijgevoegde specificatie van de cumulatieve rente over 2011) heeft Solid Assets tot slot op 11 januari 2012 dat bedrag nog overgemaakt onder vermelding “
fact. 20113005”. Daarna zijn door [bestuurder 1] , [bestuurder 2] , Solid Assets en/of Solidiam NV geen betalingen meer gedaan met betrekking tot het door [appellant] gefourneerde bedrag van 2 x € 1.200.000,=.
[appellant] heeft op 6 juni 2017 ten laste van [bestuurder 1] en Solid Assets conservatoire beslagen doen leggen op de in rechtsoverweging 2.5 van het vonnis opgesomde vermogensbestanddelen ter verzekering van een vordering tot terugbetaling van het hiervoor genoemde bedrag van € 2.000.000,=, te vermeerderen met rente. Op 23 november 2017 heeft [appellant] andermaal conservatoire beslagen doen leggen ten laste van [bestuurder 1] op de eveneens in r.o. 2.5 van het vonnis vermelde vermogensbestanddelen.
[appellant] heeft [bestuurder 1] , (de erfgenamen van) [bestuurder 2] , Solid Assets en Solidiam N.V. op 20 juni 2017 gedagvaard ter zake voormelde vordering. [appellant] legde aan die vordering ten grondslag dat hij het desbetreffende bedrag had geleend aan [bestuurder 1] , [bestuurder 2] , Solid Assets en Solidiam N.V. [appellant] vorderde terugbetaling van het geleende bedrag, vermeerderd met contractuele rente.
De ten laste van [bestuurder 1] gelegde beslagen hebben slechts beperkt doel getroffen. Alleen het beslag op de ABN AMRO rekening bood een zekerheid van € 9.000,=. De panden waarop beslag was gelegd hadden geen overwaarde.
Bij vonnis van 21 maart 2018 (prod. 7 inl. dagv.) heeft de rechtbank Amsterdam Solidiam N.V. veroordeeld tot, onder meer, betaling van € 2.761.010,72, te vermeerderen met contractuele rente van 6%, en de vordering van [appellant] tegen [bestuurder 1] , de erven [bestuurder 2] en Solid Assets afgewezen. De rechtbank kwam tot het oordeel dat het ervoor moest worden gehouden dat het hier ging om een door [appellant] aan Solidiam NV verstrekte lening. Zowel Solidiam NV als [appellant] hebben hoger beroep tegen dit vonnis ingesteld.
[appellant] heeft op 22 en 23 maart 2018 de ten laste van [bestuurder 1] en Solid Assets gelegde beslagen opgeheven (prod. 13 cva).
Op 6 april 2018 is door notaris [notaris] een kadasterverklaring afgegeven waarin deze notaris verklaart dat volgens verklaring van [bestuurder 1] en Stichting Administratiekantoor Woningfonds Oud-Zuid een koopovereenkomst is gesloten waarbij (de appartementsrechten van) de panden [A-straat] 2-6 voor een koopprijs van € 3.800.000,= door [bestuurder 1] aan het Administratiekantoor zijn verkocht (prod. 14 cva). De panden zijn (nog) niet in eigendom overgedragen. Voormeld Administratiekantoor is op 3 januari 2014 door ( [bestuurder 1] als bestuurder van) Soliam N.V. opgericht. Solidiam N.V. is bestuurder van het Administratiekantoor.
In opdracht van [bestuurder 1] heeft Hermes Advisory B.V. op 18 april 2018 een rapport opgemaakt van de door [bestuurder 1] en zijn ondernemingen geleden schade als gevolg van de onder 2.5 van het vonnis genoemde door [appellant] gelegde beslagen.
Op 24 april 2018 heeft [bestuurder 1] Solidiam Vorderingen opgericht. Solidiam Vorderingen heeft een geplaatst kapitaal van € 100,= en een gestort kapitaal van € 0,= (prod. 16 cva). Enig aandeelhouder en bestuurder van Solidiam Vorderingen was bij de oprichting Solidiam N.V.
Op 8 mei 2018 hebben [bestuurder 1] en Solid Assets hun vorderingen op [appellant] gecedeerd aan Solidiam Vorderingen.
Op 9 mei 2018 zijn de aandelen van Solidiam Vorderingen overgedragen aan de op die datum bij de KvK ingeschreven Stichting Administratiekantoor Vorderingen met de heer [bestuurder 3] als bestuurder. Stichting Legalist, met als bestuurder de advocaat van Solidiam Vorderingen, mr. [bestuurder 4] , werd bestuurder van Solidiam Vorderingen (uittreksel KvK 16 mei 2018). Deze is per 10 mei 2018 (geregistreerd 25 mei 2018) als bestuurder vervangen door [bestuurder 5] (uittreksel van de KvK d.d. 26 juni 2018) (prod. 16 cva), boekhouder van Solidiam N.V..
Solidiam Vorderingen heeft met op 15 mei 2018 verkregen verlof van de voorzieningenrechter ten laste van [appellant] diverse conservatoire beslagen onder derden en op onroerende zaken gelegd ter verzekering van de door [bestuurder 1] en Solid Assets gestelde schade ten gevolge van de, gezien de afwijzing van diens vorderingen jegens [bestuurder 1] en Solid Assets, volgens Solidiam Vorderingen onterechte beslagleggingen van [appellant] .
Bij vonnis in kort geding van 23 oktober 2018 (prod. 34 cva) heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag op vordering van [appellant] de beslagen opgeheven, behoudens de conservatoire beslagen op de aan [appellant] toebehorende onroerende zaken te Amersfoort en De Meern.
Het hof Amsterdam heeft bij arrest van 11 februari 2020 op het hoger beroep van [appellant] en van Solidiam N.V. beslist (prod. 35 mvg, tevens prod. 26 mva). Het hof Amsterdam kwam, kort samengevat, tot het oordeel dat [appellant] had te gelden als geldgever en Solid Assets als geldnemer. Het hof Amsterdam vernietigde het vonnis van de rechtbank, voor zover Solidiam N.V. tot (onder meer) betaling van het bedrag van € 2.761.010,72 was veroordeeld en veroordeelde, opnieuw rechtdoende, Solid Assets tot die betaling.
[appellant] heeft tegen het arrest van het hof Amsterdam van 11 februari 2020, voor zover gewezen tussen hem en Solidiam N.V., beroep in cassatie ingesteld. Solidiam N.V. stelde voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep in. In cassatie bestrijdt [appellant] het oordeel van het hof dat Solidiam N.V. niet (mede) als geldnemer kan worden aangemerkt. Bij arrest van 29 oktober 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1615) heeft de Hoge Raad de klachten van [appellant] gegrond bevonden, het arrest van het hof Amsterdam, voor zover gewezen tussen [appellant] en Solidiam N.V., vernietigd en de zaak ter verdere beoordeling van de vraag of (ook) Solidiam N.V. als geldnemer moet worden aangemerkt, verwezen naar het hof Den Haag. Het incidenteel cassatieberoep van Solidiam werd verworpen. Solid Assets is van het arrest van het hof Amsterdam niet in cassatie gekomen. Zij is door de rechtbank Amsterdam op 5 januari 2021 in staat van faillissement verklaard (conclusie PG bij voormeld arrest van de Hoge Raad, ECLI:NL:PHR:2021:426 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2021:426), 2.13).