ECLI:NL:GHDHA:2021:128
Gerechtshof Den Haag
- Verwijzing na Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen beschikking eigen risicodrager voor Werkhervattingskas Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten na verwijzing door de Hoge Raad
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 12 januari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van [X] B.V. tegen de beschikking van de Inspecteur van de Belastingdienst, waarbij [X] B.V. met ingang van 1 juli 2011 als eigen risicodrager (ERD) voor de Werkhervattingskas Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) was aangemerkt. De zaak is aan het Hof voorgelegd na een verwijzing door de Hoge Raad, die op 17 april 2020 het beroep in cassatie gegrond verklaarde en de zaak ter verdere behandeling terugverwees naar het Gerechtshof Den Haag. Het Hof heeft vastgesteld dat de Inspecteur de verzending van de beschikking aan [X] B.V. aannemelijk heeft gemaakt, maar dat de ontvangst daarvan door [X] B.V. redelijkerwijs moet worden betwijfeld. [X] B.V. heeft gesteld dat zij geen ERD wilde worden en dat er een misverstand was ontstaan tussen de assurantietussenpersoon en de verzekeraar. Het Hof oordeelt dat het bezwaar van [X] B.V. ontvankelijk is, omdat zij tijdig bezwaar heeft gemaakt na kennisname van de beschikking. Het Hof vernietigt de beschikking van de Inspecteur, omdat de voorwaarden voor het ERD-schap niet zijn vervuld. De slotsom is dat het hoger beroep gegrond is en dat de uitspraken van de Rechtbank en de Inspecteur alsmede de beschikking ERD dienen te worden vernietigd.