ECLI:NL:HR:2020:674
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de ontvankelijkheid van bezwaar tegen beschikking eigenrisicodragerschap WGA
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 april 2020 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was aangespannen door [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft de ontvankelijkheid van een bezwaar dat door belanghebbende was ingediend tegen een beschikking die was afgegeven in het kader van het eigenrisicodragerschap voor de werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA). De beschikking was gedateerd op 14 april 2011 en had betrekking op de aanvraag die op 24 februari 2011 was ingediend. De Inspecteur had het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard vanwege termijnoverschrijding. Het Gerechtshof Amsterdam had deze beslissing bevestigd, maar belanghebbende was van mening dat de beschikking niet correct was verzonden.
De Hoge Raad heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de Inspecteur niet voldoende had aangetoond dat de beschikking daadwerkelijk aan belanghebbende was verzonden. De rapportage van de Inspecteur, waaruit bleek dat de beschikking was geregistreerd en ter post was bezorgd, bood onvoldoende bewijs om het vermoeden van ontvangst door belanghebbende te weerleggen. De Hoge Raad heeft daarom de uitspraak van het Hof vernietigd en het geding verwezen naar het Gerechtshof Den Haag voor verdere behandeling. Tevens is de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en het griffierecht dat betaald was voor de cassatieprocedure.