Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
uitspraak d.d. 4 augustus 2020
[X] te [Z] , belanghebbende,
de Heffingsambtenaar van de Gemeente Den Haag, de Heffingsambtenaar,
Procesverloop
De Verordening
Vaststaande feiten
Oordeel van de Rechtbank
Het feit dat het hoekpand [a-straat] 442 lager gewaardeerd is dan de woning van [belanghebbende] kan, los van de vraag of [belanghebbende] rechten kan ontlenen aan de WOZ-waarde van dit pand, eveneens niet afdoen aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft hierbij in aanmerking genomen dat [de Heffingsambtenaar] op aannemelijke wijze heeft gesteld en toegelicht dat en waarom het hoekpand lager gewaardeerd is. Vanwege de ligging op de hoek wordt namelijk meer hinder ondervonden door het verkeer.
Geschil, standpunten en conclusies van partijen
Beoordeling van het geschil
opof
nade waardepeildatum 1 januari 2017 gerealiseerde verkoopcijfers als uitgangspunt voor de waardebepaling kunnen dienen, vindt geen steun in het recht. Bij de toepassing van de vergelijkingsmethode kunnen zowel verkoopcijfers die
vóórde waardepeildatum, als verkoopcijfers die
náde waardepeildatum zijn behaald worden gebruikt. Ook verkoopcijfers die geruime tijd voor of na de waardepeildatum zijn behaald, kunnen onder omstandigheden bij de waardebepaling worden gebruikt, zij het dat bij de herleiding van de waarde van de te waarderen woning uit de geruime tijd voor of na de waardepeildatum behaalde verkoopcijfers rekening moet worden gehouden met de ontwikkeling van de marktwaarde en andere voor de waarde van de woning relevante wijzigingen van de woning en de vergelijkingsobjecten in de tussentijd (vergelijk onder meer HR 18 april 2014, nr. 13/06205, ECLI:NL:HR:2014:935 in cassatie op Hof Amsterdam 7 november 2013, nr. 12/00262, ECLI:NL:GHAMS:2013:4085, overweging 4.1 met daarin onderdeel 6 van de voorliggende uitspraak van de Rechtbank en overwegingen 4.2 en 4.4, en Hof Amsterdam