Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, waarin de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort een naheffingsaanslag parkeerbelasting heeft opgelegd van € 2,20, verhoogd met € 62,70 aan kosten. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt, maar de heffingsambtenaar heeft de naheffingsaanslag gehandhaafd. De Rechtbank heeft in eerdere uitspraken de heffingsambtenaar opgedragen om binnen bepaalde termijnen nieuwe besluiten te nemen, maar uiteindelijk heeft de Rechtbank het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en de Staat der Nederlanden veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade van € 200 wegens overschrijding van de redelijke termijn. Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij een hogere schadevergoeding van € 500 per half jaar eiste, evenals vergoeding van griffierecht en proceskosten. Het Hof heeft geoordeeld dat de Rechtbank de schadevergoeding terecht heeft beperkt tot € 200, maar dat de Staat wel degelijk het griffierecht en de proceskosten moet vergoeden. Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank vernietigd en de Staat veroordeeld tot een schadevergoeding van € 2.000, plus wettelijke rente, en tot vergoeding van de proceskosten van in totaal € 680,25. Tevens is gelast dat de heffingsambtenaar het betaalde griffierecht vergoedt.