Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord;
- de akte uitlating van 19 november 2024 van de zijde van De Fonteyn;
- de antwoordakte van 17 december 2024 van de zijde van [geïntimeerde] .
2.De kern van de zaak
primairaanspraak gemaakt op vervangende schadevergoeding en gevorderd dat De Fonteyn wordt veroordeeld tot betaling van € 19.202,70.
Subsidiairheeft [geïntimeerde] gevorderd De Fonteyn te veroordelen tot het (laten) herstellen van het zwembad conform de eisen van goed en deugdelijk werk en verzocht deze veroordeling met een dwangsom te versterken.
Zowel primair als subsidiairheeft zij daarnaast € 933,70 aan buitengerechtelijke kosten en een proceskostenveroordeling gevorderd.
3.Het oordeel van het hof
“Ik ben erg geschrokken van de foto’s die [de technicus] mij stuurde, het blijkt nog erger te zijn dan ik oorspronkelijk had ingezien.”Als er gegronde reden is te twijfelen of sprake is van structurele osmose, zou dit De Fonteyn langs deze weg bekend zijn geweest en had zij die twijfel nader kunnen toelichten. Omdat zij dat niet heeft gedaan, neemt het hof aan dat structurele osmose is opgetreden. Het bericht van [de medewerker] onderstreept ook de ernst van de opgetreden osmose. Of structurele osmose al dan niet in de weg staat aan het normale gebruik van het zwembad, is, gelet op de overeengekomen garantie, niet van belang.
“Het is onwaarschijnlijk dat [geïntimeerde] daaraan heeft voldaan. Het water in een goed afgedekt zwembad kan namelijk, zonder bijverwarming, alleen al door de zon, snel ruim boven de 30ºC komen. De meeste gebruikers vinden dit echter zeer aangenaam en ondernemen geen actie.(…)
Op een zonnige dag zal dan de temperatuur van het badwater zeer snel boven de 28ºC uitstijgen. Onderstaand diagram toont aan dat de watertemperatuur in het bad van ondergetekende in 2019 en 2020 structureel gedurende de periode mei tot en met september boven de 28ºC is geweest (zonder bijverwarming en zonder overkapping).”Dat het ‘onwaarschijnlijk’ is dat [geïntimeerde] aan de garantievoorwaarde heeft voldaan, duidt slechts op een vermoeden. Dat vermoeden is gebaseerd op de ervaring van [naam2] met zijn eigen zwembad en de aanname dat gebruikers een hogere temperatuur aangenaam vinden en geen actie ondernemen. [naam2] heeft daarbij geen rekening gehouden met de maatregelen die [geïntimeerde] stelt te hebben getroffen en de ligging van het zwembad in de nabijheid van bomen. De Fonteyn heeft - ook in haar akte uitlating na memorie van antwoord - niet toegelicht wat deze maatregelen en omstandigheden voor het door [naam2] geuite vermoeden betekenen. Al daarom kan niet van dat vermoeden worden uitgegaan. Het hof zal het aanbod passeren om [naam2] als getuige te horen, omdat hij het zwembad niet ter plaatse heeft bekeken. De Fonteyn had de mogelijkheid toezicht te houden op naleving van de garantievoorwaarde, maar heeft er zelf voor gekozen geen gebruik te maken van de overeengekomen controlemogelijkheid. Daarmee heeft zij zelf bewerkstelligd dat zij haar verweer niet nader kan concretiseren. Dat komt voor haar risico. Het hof neemt aan dat [geïntimeerde] aan de overeengekomen garantievoorwaarde heeft voldaan.