Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep,
- de memorie van grieven,
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep en tevens wijziging van eis,
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep,
- het verslag (proces-verbaal) van de mondelinge behandeling die op 11 juli 2024 is gehouden (gelijktijdig met de zaak met nummer 200.311.898, Stichting Brick One vs [geïntimeerde] ).
2.De kern van de zaak
3.Feiten
nota bene op de laatste dag waarop de veroordeling tot amotie zonder de verschuldigdheid van een dwangsom nog mogelijk was”, heeft laten bestaan.
) naast zich neer te leggen en zonder verder nader onderzoek te laten doen naar – de achteraf gebleken juiste – stelling van [geïntimeerde] kan [appellant] (in ieder geval) persoonlijk grove schuld worden verweten en komt hem daarom geen beroep op artikel 5:54 BW toe. (…) Kortom, óf [appellant] had moeten stoppen met de bouw in afwachting van verdere duidelijkheid óf had er zelf voor kunnen kiezen dadelijk het fundament aan te passen aan de juiste eigendomsverhoudingen. Door dat niet te doen is toepassing van artikel 5:54 lid 1 BW uitgesloten.”