Uitspraak
1.De kern van de zaak en de uitkomst
2.Het verloop van de procedure bij het hof
3.De beoordeling in hoger beroep
Dat betekent dat deze nieuwe grief buiten beschouwing wordt gelaten.
kangebruiken ten behoeve van zijn nieuwe werkgever, of de groep waartoe de nieuwe werkgever behoort, is voldoende om van aantasting van het bedrijfsdebiet te spreken. WBB wijst daarbij op een eigen, specifieke wijze van het bouwen van haar dakkapellen, anders dan andere spelers in dezelfde markt doen terwijl Scheer de dakkapellen nu ook op die manier produceert. Het gaat dan om de manier van de opbouw van het dak van een dakkapel, het gebruik van dampdoorlatende folie en groene platen in plaats van sandwichplaten. Daardoor kan op een betere manier worden geïsoleerd en is de mogelijkheid toegenomen om zonnepanelen te plaatsen op een dakkapel. [de werknemer] heeft kennis van dossiers, kennis van klanten en kennis van de werkvoorbereiding van WBB. Het enkel in dienst te treden bij Scheer met diezelfde essentiële relevante (commerciële) informatie (op zak) is voldoende om een directe concurrent op voorsprong te zetten. Er is ook geen sprake van een positieverbetering terwijl [de werknemer] WBB in het ootje heeft genomen door eerst te zeggen dat hij bij een houtskeletbedrijf in dienst zou treden, maar vervolgens bij Scheer te gaan werken.
[de werknemer] is het niet eens met de argumenten van WBB, waarop het hof hieronder zo nodig verder ingaat.
[de werknemer] heeft aangevoerd dat hij niets aan Scheer openbaar heeft gemaakt waarmee hij aan WBB schade zou kunnen berokkenen. Die kennis had hij niet en Scheer heeft ook nooit aan hem informatie gevraagd, bijvoorbeeld over de manier waarop WBB werkte.
omdat[de werknemer] haar in strijd met zijn geheimhoudingsbeding iets verteld zou hebben. Hiervoor is immers al vastgesteld dat WBB niet duidelijk heeft gemaakt dat het werken met een bepaalde opbouw van het dak op dakkapellen en het gebruik van dampdoorlatende folie en/of van groene platen is aan het merken als een uniek werkproces. De vergelijkbare niet-unieke werkwijze hoeft dus niet te komen door overtreding van het geheimhoudingsbeding door [de werknemer] .