Uitspraak
Belastingdienst/Douane Noord - kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Gronden van het verzet
Beoordeling van het verzet
4.Proceskosten
5.Beslissing
19 maart 2024.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 maart 2024 uitspraak gedaan op het verzet van [belanghebbende] B.V. tegen een eerdere uitspraak van het Hof van 28 november 2023, waarin het hoger beroep van belanghebbende kennelijk niet-ontvankelijk was verklaard wegens termijnoverschrijding. De belanghebbende had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland van 3 maart 2023. De rechtbank had de zaak behandeld in het kader van belastingrecht, specifiek douanerecht.
Belanghebbende stelde dat het hogerberoepschrift op de laatste dag van de termijn, 14 april 2023, ter post was bezorgd via een postvervoersbedrijf dat zich richt op de juridische markt. Het Hof heeft de argumenten van belanghebbende in overweging genomen en beoordeeld of de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Het Hof oordeelde dat de verzending per post niet uitsluitend via Post NL moest plaatsvinden, maar ook via andere geregistreerde postvervoerders kon worden geaccepteerd, in lijn met recente jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie.
Na beoordeling van de bewijsstukken en de verklaring van de gemachtigde ter zitting, concludeerde het Hof dat belanghebbende aannemelijk had gemaakt dat het hogerberoepschrift tijdig ter post was bezorgd. Het Hof verklaarde het verzet gegrond, waardoor de eerdere uitspraak van 28 november 2023 verviel en het onderzoek in de zaak werd voortgezet. Tevens werd de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 218,75.