ECLI:NL:HR:2004:AR3512
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de ontvankelijkheid van een beroepschrift ingediend per koeriersdienst
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door de Staatssecretaris van Financiën tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem. De zaak betreft een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1999, waarbij de belanghebbende een belastbaar inkomen van ƒ 52.404 had. Na bezwaar tegen de aanslag heeft de Inspecteur deze gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij het Hof. Het Hof verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van de Inspecteur en verlaagde de aanslag naar een belastbaar inkomen van ƒ 49.029. De Staatssecretaris heeft hiertegen cassatie ingesteld.
De Hoge Raad behandelt de vraag of het beroepschrift dat door de belanghebbende is ingediend via een koeriersdienst, gelijkgesteld kan worden aan verzending per post zoals bedoeld in artikel 6:9, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad oordeelt dat dit niet het geval is. De Hoge Raad verwijst naar een eerder arrest waarin is geoordeeld dat verzending per koeriersdienst niet kan worden aangemerkt als 'verzending per post'. De Hoge Raad concludeert dat het Hof onjuist heeft geoordeeld en verklaart het beroep in cassatie gegrond. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd en de belanghebbende wordt alsnog niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep bij het Hof.
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president A.G. Pos als voorzitter, en de raadsheren L. Monné en P.J. van Amersfoort, en is openbaar uitgesproken op 8 oktober 2004.