Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof in de voorlopige voorziening en de hoofdzaak
Auto
stelt aan de Directeur[hof: [appellant] ]
voor de uitoefening van diens functie een auto ter beschikking (…).
De afspraken als verwoord in de Aandeelhoudersovereenkomst blijven onverkort van kracht tussen Partijen als aandeelhouder in USE Holding (voorheen USE-System Engineering B.V.).”
zal worden voortgezet bij de werkmaatschappij USE SE[hof: nu TKHAS]” zijn voor tweeërlei uitleg vatbaar en daarom kan daar geen doorslaggevende betekenis aan worden toegekend. In de brief van [appellant] van 2018 aan de Raad van Commissarissen van TKH definieert [appellant] USE System Engineering Holding B.V. als “USE” (in deze beschikking gedefinieerd als USEH). Vervolgens schrijft hij dat hij statutair bestuurder en CEO is van USE. Maar dit is onvoldoende om aan te nemen dat [appellant] zelf erkent dat hij in dienst is bij USEH. In dezelfde brief verwijst [appellant] namelijk meerdere keren naar “USE” (USEH dus), terwijl er geen twijfel over kan bestaan dat hij bedoelt te verwijzen naar TKHAS (toen nog USE SE). Zo schrijft hij bijvoorbeeld dat er ondertussen 45 medewerkers werken bij “USE”, terwijl tussen partijen niet in geschil is dat die werknemers in dienst zijn bij TKHAS (toen nog USE SE). Verder kan het gegeven dat [appellant] in de onderhandelingen tussen partijen in 2018, in de andere procedure die speelt tussen partijen en bij het uitoefenen van zijn raadgevende stem ten aanzien van het ontslagbesluit niet heeft opgebracht dat hij werknemer was van TKHAS, hem evenmin worden tegengeworpen. Het niet eerder innemen van dat standpunt is onvoldoende om aan te nemen dat [appellant] uitdrukkelijk heeft erkend dat hij bij USEH in dienst was. Dat [appellant] anderszins heeft erkend werknemer van USEH te zijn (anders dan in de hiervoor besproken correspondentie waar onzorgvuldig is omgegaan met definities) is gesteld noch gebleken. Zodoende stond het [appellant] vrij dit standpunt (pas) in de onderhavige procedure in te nemen, van rechtsverwerking is geen sprake. Rechtsverwerking is gebaseerd op de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid. Dat betekent dat sprake moet zijn van uitzonderlijke omstandigheden, wil een beroep daarop slagen. Zulke uitzonderlijke omstandigheden zijn gesteld noch gebleken. Dat deze proceshouding in strijd is met de goede procesorde heeft TKHAS ook onvoldoende concreet gemaakt. Al die argumenten kunnen er dus niet toe leiden dat [appellant] als statutair bestuurder die tevens werknemer is de bescherming wordt ontzegd die hem op basis van de artikelen 7:663 e.v. BW toekomt.
4.De beslissing
€ 26.500,- bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van deze beschikking;
€ 94.573,62 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 11 maart 2023;