Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het verdere verloop van de procedure
2.De kern van de zaak en de beslissing van het hof in het kort
3.De feiten en de procedurele voorgeschiedenis
€ 960,75. Aan de stelling van [appellant] dat de kosten ter voorkoming van verdere schade meer bedragen dan het in eerste aanleg toegewezen bedrag van € 2.000,- (omdat verdere schade slechts te voorkomen is door de verwijdering van de dakopbouw) is het hof voorbijgegaan omdat als gevolg van het niet toestaan van de eisvermeerdering de vordering tot verwijdering niet voorligt. Verder heeft het hof de vordering tot vergoeding van de kosten tot vergoeding van constructietekeningen alsnog toewijsbaar geoordeeld (dat wil zeggen: het in eerste aanleg geschatte en gevorderde bedrag van € 1.331,- en niet het hogere bedrag van de inmiddels gemaakte werkelijke kosten, omdat de eiswijziging niet was toegestaan). Daartoe heeft het hof overwogen dat in de berekening en het rapport, zoals door [appellant] in hoger beroep overgelegd, wordt genoemd dat de balkenvloer te licht is uitgevoerd en op meer punten had moeten worden bevestigd en daarnaast dat de belasting van de fundering is overschreden (rov. 7.4 en 7.5).
4.De procedure bij de rechtbank
1 november 2016 gehonoreerd voor zover het gaat om de herstelkosten van de zolder (vochtproblemen) en voor het overige verworpen. Verder heeft de rechtbank overwogen dat vordering (f) inzake schade aan een bovenlicht voor afwijzing gereed ligt en dat zij voor de verdere beoordeling in conventie behoefte heeft aan voorlichting door een of meer deskundige(n). In afwachting daarvan is de beoordeling in reconventie aangehouden.
[naam1] van Taurus Bouwadvies, landmeter de heer [naam2] van het kadaster en makelaar [naam3] , om onderzoek te doen en een rapport uit te brengen.
5.De motivering van de beslissingen
onderstrepingen hof)
primair