Uitspraak
1.Rapide International B.V.,
Rapide’s Olie- en Chemische Fabrieken B.V. en
Creative Beauty Brands B.V.,
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerde2] ,
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De voorgeschiedenis
als onlosmakelijk van de arbeidsovereenkomst[dient]
te worden gezien". Partijen hebben afgesproken dat de arbeidsovereenkomst, net als de kaderovereenkomst, in werking treedt per 1 november 2014. De arbeidsovereenkomst bepaalt dat deze is aangegaan voor onbepaalde tijd, zolang de werknemer leeft (artikel 3.1) en dat bij zijn overlijden zijn rechten overgaan op zijn echtgenote, mits het huwelijk nog in stand is en zijn vrouw nog in leven, waarbij de verplichtingen van de werknemer komen te vervallen (artikel 3.2). Artikel 5.1 bepaalt dat het netto salaris € 1.000 per maand bedraagt terwijl artikel 5.2 bepaalt dat werknemer een deel van de netto winst ontvangt die werknemer op de door hem begeleide beurzen ontvangt, onder verwijzing naar de detailafspraken hierover in de kaderovereenkomst.
Wij gaan het maandbedrag naar € 2.200 netto doen. Wij maken 1200 euro per maand over en 1000 gaan we de 17500 mee aflossen. Het bedrag groot a 7071,75 gaan we nadat alles is verrekend en rust is aflossen". De email bevatte een bijlage met daarin een overzicht van de inkoopwaarde en winst van de huishoudbeurs 2016 (productie 19 bij memorie van antwoord). Daarna vermeldden de salarisstroken een salaris van € 2.200. Op dat bedrag is maandelijks € 1.200 in mindering gebracht bij uitbetaling, totdat de lening was afgelost.
Hierbij de afspraken. Dat we een en ander omgezet hebben om jou te helpen wil niet zeggen dat de afspraak wijzigd[sic]”. Op 7 maart 2017 hebben [geïntimeerde2] en de administratie van Rapide c.s. per e-mail over de uitvoering hiervan gecommuniceerd. Rapide c.s. wilde van [geïntimeerde2] een schriftelijke opzegging van zijn dienstverband ontvangen. Bij brief met als datum 28 februari 2017 had [geïntimeerde2] al bevestigd dat hij per 1 maart 2017 zijn dienstverband met Rapide International wilde beëindigen, dat zijn echtgenote [geïntimeerde1] zijn plaats zou innemen onder dezelfde voorwaarden en verplichtingen en dat hij zich zou blijven inzetten voor opbouw, advies en inzet bij alle grote beurzen in Nederland. Creative Beauty Brands heeft de salarisbetalingen van € 2.200 per maand nadien aan [geïntimeerde1] gedaan. Op salarisstroken is vermeld dat zij in dienst was vanaf 1 april 2017.
3.De procedure bij de rechtbank en het geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van het hof
Ik gun het je en hoop dat je 100 word[sic]
.’ (productie 7 bij inleidende dagvaarding). Door de in de kaderovereenkomst gekozen constructie – verhuur van de naam Natural Glo aan Rapide c.s., ter beschikking stelling van de klantgegevens van Natural Glo aan Rapide c.s., overname tegen betaling door Rapide c.s. van de handelsvoorraad en inventaris (poeder, potjes, doosjes, beursbenodigdheden etc.), de aanspraak van Rapide c.s. op alle omzet – ging de onderneming van [geïntimeerde2] in economisch opzicht alvast over op Rapide c.s. Na het overlijden van [geïntimeerde2] en [geïntimeerde1] zouden de naam en website van Natural Glo ook in juridische zin in eigendom van Rapide c.s. worden. Het hof begrijpt uit dit alles dat partijen hebben afgesproken dat de tegenprestatie voor [geïntimeerde2] voor de geleidelijke overdracht van zijn onderneming en de verdere exploitatie van Natural Glo door en voor rekening van Rapide c.s. bestond uit een maandelijks netto bedrag van € 1.000 voor hem (en na zijn vooroverlijden: voor [geïntimeerde1] ) voor de rest van hun leven. [geïntimeerde2] (en/of [geïntimeerde1] ) zou(-den) nog enige tijd actief blijven ter ondersteuning van Rapide c.s. (potjes vullen, nieuwsbrieven versturen, helpen bij de organisatie en begeleiding van de beurzen), maar dat was voor hun aanspraak op de vergoeding van € 1.000 geen (blijvende) voorwaarde. Zoals hiervoor is geoordeeld (ro. 4.4), is de arbeidsovereenkomst tussen Rapide c.s. en [geïntimeerde2] (en later [geïntimeerde1] ) dan ook geen echte arbeidsovereenkomst. Feitelijk betrof het slechts een door partijen bedachte constructie om de levenslange maandelijkse betalingen van € 1.000 netto in financieel opzicht zo voordelig mogelijk (en ‘wit’) aan [geïntimeerde2] te kunnen doen, op een ook voor Rapide c.s. fiscaal verantwoorde wijze, zo blijkt uit genoemde e-mail van [geïntimeerde2] en de verklaring van [naam2] ter zitting in hoger beroep.
winstgerelateerde aanspraak in een aanspraak op een vaste beursgerelateerde maandelijkse vergoeding voor [geïntimeerde2] . De opmerking van [naam2] in de in ro. 2.7 genoemde e-mail van 4 maart 2016 over verrekening maakt dit niet anders, alleen al omdat die opmerking voor [geïntimeerden] óók kan zien op de in dat bericht genoemde aflossing van de lening van [geïntimeerde2] (die toen ook is afgesproken). [geïntimeerden] hebben op grond van het voorgaande redelijkerwijs begrepen en mogen begrijpen dat verrekening van de in maart 2016 afgesproken vaste maandelijkse (maar wel: beursgerelateerde) vergoeding voortaan achterwege zou blijven. Ook de latere tenaamstelling van de arbeidsovereenkomst op naam van [geïntimeerde1] (per april 2017; zie ro 2.8) heeft in de (deels per maart 2016 gewijzigde) afspraken tussen partijen over de door Rapide c.s. te betalen vergoedingen geen verandering gebracht. Weliswaar heeft [naam2] op 3 maart 2017 aan [geïntimeerde2] gemaild dat die gewijzigde tenaamstelling van de arbeidsovereenkomst geen wijziging van de gemaakte afspraken inhield en bedoelde hijzelf daarmee de oorspronkelijke afspraken uit 2014, maar hij kon daarmee de in maart 2016 met [geïntimeerde2] gemaakte nieuwe afspraak over de vaste beursgerelateerde vergoeding niet zo maar eenzijdig terugdraaien. [geïntimeerden] hebben dat ook niet zo hoeven te begrijpen.