Uitspraak
1.[geïntimeerde1] ,
2.
[geïntimeerde2],
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 15 februari 2022
- de memorie van grieven
- de memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep
- de memorie van antwoord in het incidenteel hoger beroep.
2.De kern van de zaak
[geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] hebben bij de kantonrechter gevorderd dat [appellant] wordt veroordeeld tot betaling van € 4.226,09 met wettelijke rente ter zake van de waarborgsom en teveel betaalde huurpenningen en buitengerechtelijke incassokosten (reconventie).
3.Het oordeel van het hof
Voordat het hof deze beslissing hierna toelicht, gaat het eerst in op de achtergrond van de zaak en daarna op het juridische toetsingskader.
Laminaat totaal 155 m2 inclusief sloop en afvoer oude laminaat ad € 8.425,-
“(…) Schade kozijn, meterkast, sleutel mist, dorpel voordeur mist, kozijn is doorgebogen, poging tot inbraak? (…)”
“(…) Heeft water gelekt, frontjes dienen vervangen te worden van 2 lades, (…) Koelkast niet schoon, vriezer niet ontdooid (…)”
de dorpel, het deurkozijn en de twee frontjes van de keukenop basis van het eindinspectierapport kan worden toegerekend aan [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] die op deze punten niet correct hebben opgeleverd en [appellant] daadwerkelijk kosten heeft gemaakt, zijn [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] aansprakelijk voor deze schade. Gelet op het schuldeisersverzuim gaat het daarbij om de kosten die [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] zelf zouden hebben gemaakt als zij in de gelegenheid waren geweest deze zaken te herstellen. Het hof komt hier nog op terug in 3.19. Voor zover de door [appellant] ten aanzien van deze zaken gemaakte kosten daarboven uitstijgen, dient dit gelet op het schuldeisersverzuim voor zijn rekening te blijven.
keuken met uitzondering van twee ladenfronten, het aanrechtblad, het laminaat, de buitendeur met twee boorgaten, drie opdekdeuren, de meterkast en een cilinderslotgeldt het volgende.
keuken (-kastjes) en aanrechtblad, het laminaat en de meterkasteen waardedrukkend effect hebben gehad op de koopprijs van de woning. Dat volgt niet uit dat rapport.
twee ladenfronten, voordeurkozijn en dorpelgeldt het volgende.
rookmelderswordt allereerst vastgesteld dat in het eindinspectierapport van 123wonen slechts melding wordt gemaakt van één rookmelder die ontbreekt. Het hof gaat daar dan ook van uit. Ten aanzien van die ontbrekende rookmelder hebben [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] gesteld dat zij een rookmelder hebben gekocht en op 17 mei 2020 aan [appellant] hebben gegeven. Dit komt neer op een bevrijdend verweer omdat zij niet betwisten dat zij bij de oplevering in verzuim waren ten aanzien van het ontbreken van één rookmelder in de woning, maar stellen dat zij dit verzuim hebben geheeld door een rookmelder aan te leveren. [appellant] heeft dat betwist. [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] hebben hun stelling dat het verzuim is geheeld niet nader geconcretiseerd zodat zij in het licht van de betwisting door [appellant] daarover onvoldoende hebben gesteld. Bovendien hebben zij niet voldaan aan hun verplichting om de woning zonder dit gebrek op te leveren door de rookmelder (terug) te plaatsen in de woning. Dit betekent dat [appellant] de kosten van (het monteren van) één rookmelder terecht als schade als gevolg van de gebrekkige oplevering opvoert. Afgaande op randnummer 18 van de dagvaarding in eerste aanleg komt dit neer op een bedrag van € 100,-.
schoonmaakkostenzullen de door [appellant] gemaakte kosten van € 385,70 die hij door overlegging van een factuur heeft geconcretiseerd worden toegewezen. Redengevend daarvoor is dat uit het eindinspectierapport blijkt dat [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] op dat moment de woning niet hadden schoongemaakt. Omdat op het moment van oplevering de woning niet was schoongemaakt, waren [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] op dat moment in verzuim op dit punt. Zij stellen verder wel dit (alsnog) te hebben gedaan, maar dat wordt betwist door [appellant] en [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] hebben dit verder niet geconcretiseerd.
ongediertebestrijdingdoor drie partijen is gedeeld en dat [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] hun deel hebben voldaan. Dit betekent dat de kantonrechter ten onrechte op dit punt [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] heeft veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 1.116,23. Het vonnis moet op dat punt dan ook worden vernietigd.
leegstandschadegeldt het volgende. [appellant] heeft onvoldoende onderbouwd dat hij als gevolg van aan [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] toe te rekenen tekortkomingen leegstandschade heeft geleden. Zoals is gebleken heeft [appellant] herstelwerkzaamheden verricht binnen de termijn die hij aan [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] had gegund om zaken te herstellen. Het ging daarbij om naar zijn zeggen ‘de meest in het oog springende zaken’. Het had dan ook op de weg van [appellant] gelegen om nader concreet te onderbouwen waarom het niettemin vier maanden moest duren voordat de woning weer bewoond kon worden.
borgsomhebben betaald van € 1.795,- Deze borgsom dient te worden verrekend met het aan [appellant] voor de schade toe te wijzen bedrag van € 1.585,70, zodat [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] aanspraak kunnen maken op (terug)betaling van een bedrag van (€ 1.795,00 -/- € 1.585,70 =) € 209,30. [appellant] zal hiertoe worden veroordeeld door het hof.
buitengerechtelijke kostenvan € 549,20. Hiervoor is immers vastgesteld dat na verrekening met de borgsom die [appellant] aan [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] moet terugbetalen, er geen door [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] aan [appellant] te betalen bedrag resteert. Daarmee is de grondslag voor de buitengerechtelijke kosten aan de vordering komen te ontvallen.
4.De beslissing
€ 498,- aan salaris van de gemachtigde van [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] in reconventie (2 procespunten x 0,5 x tarief € 498,-)
€ 1.531,- aan salaris van de advocaat van [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] (2 procespunten x 0,5 x hoger beroeptarief III),