Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[vestigingsplaats](hierna: belanghebbende)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.De vaststaande feiten
Medewerkers van Domeinen Roerende Zaken (hierna DRZ) beoordelen – in opdracht van mij – de aanvaardbaarheid van de waardering c.q. de afschrijving ex artikel 10 van de Wet BPM, zoals verwerkt in uw melding. (…) In de inkoopwaarde die DRZ heeft vastgesteld is rekening gehouden met schade welke aan het motorrijtuig aanwezig was ten tijde van de controle door DRZ. Het feit dat DRZ tot deze inkoopwaarde is gekomen ligt in de individuele beoordeling van het specifieke voertuig met zijn specifieke elementen. Vooralsnog ben ik van mening dat ik deze door DRZ vastgestelde inkoopwaarde kan toepassen om tot de vaststelling van de juiste BPM heffing te komen.”
3.Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen
4.Beoordeling van het geschil
11. De rechtbank stelt vast dat eiseres zich beroept op het vertrouwensbeginsel, in die zin dat er uitlatingen zijn gedaan door een daartoe bevoegde persoon die door eiseres als een concrete en ondubbelzinnige toezegging mochten worden opgevat. Eiseres dient daartoe aannemelijk te maken dat door of namens verweerder toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan, of gedragingen zijn verricht, waaruit zij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of en zo ja, hoe verweerder in een concreet geval zijn bevoegdheden zou uitoefenen[
(Hof: de Rechtbank verwijst naar Hoge Raad 19 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1069]
).
5.Proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raadwww.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).