Uitspraak
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de op 9 maart 2022 gehouden mondelinge behandeling, waarbij beide partijen pleitnotities hebben overgelegd en waarvan proces-verbaal is opgemaakt.
23 mei 2022 of zoveel eerder als mogelijk is.
(a) voor recht te verklaren dat het op 3 maart 2021 (het hof begrijpt:) gegeven ontslag rechtsgeldig is verleend en derhalve ten onrechte door de kantonrechter is vernietigd;
15 september 2021 aan [verweerder] heeft betaald, aan de gemeente terug te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling;
3.De feiten
"
Hierbij bevestigen wij het gesprek dat u vandaag (...) heeft gevoerd met (... ), gemeentesecretaris, (... ) afdelingsmanager en (... ),HR-adviseur.
Reden van aanmelding
4.De verzoeken aan de kantonrechter en de beoordeling daarvan
5.De beoordeling in hoger beroep
tijdens ziektewel mogelijk is. Een andere vraag is of ontslag op staande voet
wegens ziektemogelijk. Grief 4 klaagt hierover.
Een dringende reden zonder verwijtbaarheid is de absolute uitzondering.” En verder p. 302: “
Ik meen, de lagere rechtspraak van de afgelopen jaren overziend, daaruit de vuistregel te mogen distilleren dat wanneer van verwijtbaarheid in het geheel geen sprake is en met name wanneer dat komt omdat de werknemer door een psychische aandoening niet in staat is (de consequenties van) zijn handelwijze te overzien, slechts onder bijzondere omstandigheden sprake zal zijn van een dringende reden.”
op termijnniet meer voor de gemeente werkzaam zou kunnen zijn en het op een andere wijze tot een einde aan de arbeidsovereenkomst zou zijn gekomen.
1 maart 2021 het gevolg is van een ziekte. Een afweging van de aard en de ernst van de dringende reden tegen de overige omstandigheden van het geval, in het bijzonder zijn verslaving zoals hiervoor aan de orde kwam, valt naar het oordeel van het hof uit in het nadeel van de gemeente. In het vorenstaande ligt besloten dat het handelen van [verweerder] niet kwalificeert als een dringende reden en de verslaving en de daardoor veroorzaakte ziekte/arbeidsongeschiktheid daaraan in de weg staan en grief 3 daarmee faalt
De kosten voor de procedure in hoger beroep aan de zijde van [verweerder] zullen tot aan deze beschikking worden vastgesteld op € 343,- voor griffierecht en op € 2.228,- voor salaris advocaat overeenkomstig het liquidatietarief (2 punten, tarief II in hoger beroep).