AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Veroordeling voor deelneming aan een criminele organisatie en ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland. De betrokkene is veroordeeld voor zijn deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met het vervaardigen en in omloop brengen van valse bankbiljetten. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene financieel voordeel heeft genoten uit zijn criminele activiteiten. Het hof wijkt af van de eerdere berekeningen van politie en openbaar ministerie door de aangetroffen valse bankbiljetten als uitgangspunt te nemen voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Het hof schat dit voordeel op € 1.013.557,92, waarbij het voordeel dat aan de betrokkene kan worden toegerekend op € 84.963,55 wordt vastgesteld. Dit bedrag moet door de betrokkene aan de Staat worden betaald. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de verplichting tot betaling aan de Staat heeft opgelegd. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzittingen van 29 oktober 2021, 9 en 10 maart 2022 en 10 mei 2022, waarbij het hof kennis heeft genomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging. De rolverdeling binnen de criminele organisatie is in detail besproken, waarbij het hof de betrokkenen heeft beoordeeld op basis van hun bijdrage aan de organisatie en de periode van betrokkenheid.
Voetnoten
1.Een (aanvullend) proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2022 (proces-verbaalnummer 1021) (bevindt zich ‘los’ in het hofdossier, in het mapje aanvullende inhoudelijke stukken, opgemaakt ten tijde van hoger beroep)
2.Financieel dossier p. 1988 en verder
3.Financieel dossier, p. 1924
4.Financieel dossier p. 1769, 1771 en 1773
5.Financieel dossier p. 1841
6.Financieel dossier p. 1879
7.Financieel dossier p. 1880
8.Financieel dossier p. 1885
9.Financieel dossier p. 1885
10.Financieel dossier p. 1886
11.Financieel dossier p. 1887
12.Financieel dossier p. 1887
13.Financieel dossier p. 1888
14.Procesdossier p. 344
15.Procesdossier p. 1208, procesdossier p. 1882, 1883 en 1884, procesdossier p. 1710, procesdossier p. 2009-2010
16.Procesdossier p. 324
17.Zie voor de periodes van betrokkenheid de tabel op pagina 10 van dit arrest.
21.Procesdossier p. 2321-2328 en p. 636
22.[medeverdachte 3] is niet in hoger beroep gegaan. De beslissing in zijn ontnemingszaak is dus onherroepelijk. Het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van zijn persoon betreft hier een fictief bedrag en dient slechts ten behoeve van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de overige betrokkenen. Dit fictieve bedrag is hoger dan het door de rechtbank in zijn ontnemingszaak vastgestelde bedrag. Dit valt overigens in het voordeel uit van de overige betrokkenen.
23.[medeverdachte 8] heeft zijn hoger beroep ingetrokken. De beslissing in zijn ontnemingszaak is dus onherroepelijk. Het bedrag aan wederrechtelijk verkregen voordeel ten aanzien van zijn persoon betreft hier een fictief bedrag en dient slechts ten behoeve van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de overige betrokkenen. Dit fictieve bedrag is hoger dan het door de rechtbank in zijn ontnemingszaak vastgestelde bedrag. Dit valt overigens in het voordeel uit van de overige betrokkenen.