Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.Het geschil en de beslissing van de rechtbank
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
5.De slotsom
€ 1.684,00
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een hoger beroep van [appellante] tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De zaak draait om vorderingen tot schadevergoeding en rekening en verantwoording in verband met de aan- en verkoop van paarden. [geïntimeerde] heeft [appellante] en haar levenspartner [de partner] aangesproken op basis van een volmacht die [appellante] had om over een bankrekening te beschikken. De rechtbank had [appellante] veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van € 64.750,00 en beslagkosten van € 1.488,99. In hoger beroep heeft het hof de grieven van [appellante] en [geïntimeerde] beoordeeld. Het hof oordeelt dat [appellante] geen contractspartij is en dat de vorderingen van [geïntimeerde] op die basis worden afgewezen. Wel wordt [appellante] veroordeeld om schriftelijk rekening en verantwoording af te leggen over de wijze waarop zij over de bankrekening heeft beschikt. Het hof heeft de bevoegdheid van de Nederlandse rechter bevestigd en het toepasselijke recht vastgesteld. De kosten van de procedure worden toegewezen aan de in het ongelijk gestelde partij.