– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent de vergoeding van immateriële schade, het griffierecht en de proceskostenvergoeding voor de zaak met nummer 19/01307,
– vernietigt de uitspraken van de Inspecteur,
– wijst de zaken terug naar de Inspecteur om belanghebbende in de gelegenheid te stellen om te worden gehoord en vervolgens hernieuwd te beslissen op de bezwaren;
– bepaalt dat tegen die uitspraken op bezwaar slechts beroep kan worden ingesteld bij dit Hof,
– veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van de wettelijke rente over de door de rechtbank aan belanghebbende toegekende vergoeding van immateriële schade van € 6.500 vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de Rechtbank (10 september 2019) tot aan de dag van algehele voldoening,
– veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van de wettelijke rente over de door de Rechtbank aan belanghebbende toegekende vergoeding van het in beroep betaalde griffierecht van € 4.394 vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de Rechtbank (10 september 2019) tot aan de dag van algehele voldoening,
– veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van de wettelijke rente over de door de Rechtbank aan belanghebbende in de zaak met nummer 19/01307 toegekende proceskostenvergoeding van € 1.278 vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van de Rechtbank (10 september 2019) tot aan de dag van algehele voldoening,
– veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende voor het beroep in de zaken 19/01308 tot en met 19/01319, het principale hoger beroep en het incidentele hoger beroep tot een bedrag van € 5.610,
– veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van de wettelijke rente over de door het Hof aan belanghebbende toegekende proceskostenvergoeding van € 5.610 vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van het Hof tot aan de dag van algehele voldoening,
– gelast dat de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 519 in verband met het hoger beroep bij het Hof en
– veroordeelt de Inspecteur tot vergoeding van de wettelijke rente over de door het Hof aan belanghebbende toegekende vergoeding van het in hoger beroep betaalde griffierecht van € 519 vanaf vier weken na de openbaarmaking van de uitspraak van het Hof tot aan de dag van algehele voldoening.