3.4Ook [gedaagden] vordert in hoger beroep, zakelijk weergegeven, dat het hof de tussenvonnissen vernietigt voor zover hij die bestrijdt en verder dat het hof de vorderingen van [eiser] afwijst. [gedaagden] vordert, onder vermeerdering van eis, samengevat om voor recht te verklaren dat:
d. [gedaagden] op grond van de overeenkomst met [eiser] recht heeft op 50% van de fosfaatrechten voor het jongvee;
e. [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming door:
1. de dieren niet behoorlijk te verzorgen
2. onvoldoende gegevens te verstrekken
3. het jongvee te laat te insemineren
en in verzuim verkeert en aansprakelijk is voor de schade die [gedaagden] daardoor lijdt;
f. [gedaagden] terecht de partiële ontbinding van de opfokovereenkomst heeft ingeroepen waardoor hij [eiser] niet hoeft te betalen over de periode vanaf 1 april 2016 tot en met 31 december 2016, althans dat hij die betaling mocht opschorten en verrekenen zodat zijn betaling op grond van het vonnis in kort geding onverschuldigd was.
Daarnaast vordert [gedaagden] veroordeling van [eiser] tot:
g. afgifte van een opgave van toegekende fosfaatrechten en levering van 50% van die fosfaatrechten op straffe van een dwangsom;
h. betaling van schadevergoeding voor niet tijdige of geheel uitblijvende overdracht van fosfaatrechten, op te maken bij staat, en in het laatste geval ook tot betaling van een voorschot, met wettelijke rente;
i. betaling van € 110.389 voor vergoeding van de onder e. bedoelde schade, te vermeerderen met € 6.445,19 expertisekosten en wettelijke rente over beide posten;
j. terugbetaling van wat [gedaagden] op grond van het vonnis in kort geding heeft betaald, met rente;
k. betaling van de proceskosten, waaronder de kosten van beslag en bewaring.