6.28Tussen partijen is niet in geschil dat in het pand van tijd tot tijd van lekkages sprake is. Wel verschillen partijen met elkaar van mening over de vraag of die lekkages het gevolg zijn van het feit dat de dakgoten, platte daken en de daaraan gekoppelde afvoeren niet zijn berekend op de hoeveelheid water die afgevoerd moet worden dan wel dat deze lekkages (deels) een andere oorzaak hebben, bijvoorbeeld doordat de boven de bedrijfsruimte wonende studenten rommel in de goten achterlaten of dat bladeren in de dakgoten komen die niet tijdig bij het schonen van de dakgoten worden verwijderd, waardoor deze het hemelwater niet behoorlijk kunnen afvoeren dan wel dat (deels) sprake is van buiten de invloedssfeer van Oude Boteringe gelegen omstandigheden. Daardoor is ook voor het hof nochtans onduidelijk wat de oorzaak van de opgetreden lekkages en wateroverlast is, hoe deze verholpen respectievelijk voorkomen kunnen worden en voor wiens risico een en ander behoort te komen. Nu partijen de situatie rondom de lekkages en wateroverlast in het pand ieder anders hebben beoordeeld, heeft het hof op dit punt behoefte aan nadere voorlichting door een deskundige. Overeenkomstig haar bewijsaanbod zal Crazy Holding in de gelegenheid worden gesteld aan de hand van een deskundigenbericht te bewijzen dat de lekkages en wateroverlast het gevolg zijn van het feit dat de dakgoten, platte daken en de daaraan gekoppelde afvoeren niet zijn berekend op de hoeveelheid water die afgevoerd moet worden en/of dat deze lekkages (deels) worden veroorzaakt door in het pand wonende studenten. Voordat tot het inwinnen van een deskundigenbericht zal worden overgegaan, zal het hof partijen in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten - bij voorkeur na onderling overleg - over de persoon van de te benoemen deskundige, de aard van de benodigde deskundigheid en over de aan de deskundige te stellen vragen. Het hof zal de zaak hiertoe naar de rol verwijzen. Het hof stelt zich voor dat aan de deskundige in elk geval de volgende vragen worden voorgelegd:
Op welke momenten hebben zich sinds 4 november 2019 lekkages en vormen van wateroverlast in de bedrijfsruimte voorgedaan en wat was/waren daarvan naar uw inzicht de oorzaak/oorzaken?
Is of kan één van de oorzaken onder sub a geweest het achterlaten van rommel van in het pand wonende studenten in of bij de dakgoten, platte daken en de daaraan gekoppelde afvoeren?
Is of kan één van de oorzaken onder sub a geweest ander (woon- en leef-)gedrag van in het pand wonende studenten?
Is op basis van de processtukken en de situatie ter plaatse in te schatten wat de gevolgen van de lekkages en vormen van wateroverlast waren, welke maatregelen daartegen zijn of konden worden ondernomen en hoe lang die wateroverlast heeft geduurd?
Aan welke eisen op het gebied van de afvoer van regenwater dienen bij een pand als het onderhavige de dakgoten, platte daken en de daaraan gekoppelde afvoeren redelijkerwijs te voldoen ter voorkoming van wateroverlast en/of lekkages?
Voldoen de dakgoten, platte daken en de daaraan gekoppelde afvoeren van het pand aan de in uw antwoord op vraag e genoemde eisen? Zo ja, waaruit blijkt dit?
Indien uw antwoord op vraag f negatief luidt, welke maatregelen zijn nodig om de dakgoten, platte daken en de daaraan gekoppelde afvoeren wel aan de in uw antwoord op vraag e genoemde eisen te laten voldoen en welke tijd en kosten zijn hiermee naar uw schatting gemoeid?
Kunt u aangeven of en zo ja welke preventieve maatregelen nodig zijn in of aan het pand om wateroverlast door studenten en/of het achterlaten van rommel in of bij de dakgoten, platte daken en de daaraan gekoppelde afvoeren tegen te gaan? Kunnen bijvoorbeeld alle daken vanuit het pand worden gereinigd of moet dat (mede) buitenom gebeuren? Indien dat laatste het geval is, op welke wijze geschiedt dat en wat zijn daarvan in de regel de kosten?
Heeft u verder nog opmerkingen die voor deze zaak van belang zijn?