ECLI:NL:HR:2000:AA8895
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- W.H. Heemskerk
- H.A.M. Aaftink
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- Rechtspraak.nl
Cassatie over de bewijslast in arbeidsovereenkomst en agentuurovereenkomst
In deze zaak heeft eiser tot cassatie, aangeduid als [eiser], verweerster in cassatie, aangeduid als [verweerster], gedagvaard voor de Kantonrechter te Heerlen. Eiser vorderde betaling van een bedrag van ƒ 64.200,--, terwijl verweerster in reconventie een bedrag van ƒ 111.491,07 aan provisie terugvorderde. De Kantonrechter heeft de vorderingen van eiser en verweerster afgewezen. Eiser heeft hoger beroep ingesteld bij de Rechtbank te Maastricht, die de vonnissen van de Kantonrechter heeft bekrachtigd. Eiser heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen de vonnissen van de Rechtbank. De Hoge Raad heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de Rechtbank een onjuiste rechtsopvatting heeft gehanteerd met betrekking tot de bewijslast. De Hoge Raad vernietigt de vonnissen van de Rechtbank en verwijst de zaak naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch voor verdere behandeling. Tevens is verweerster veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. De zaak betreft belangrijke juridische vragen over de bewijslast in arbeidsovereenkomsten en de mogelijkheid om in hoger beroep de grondslag van de vordering te wijzigen.