Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde1] ,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling in hoger beroep
- bij de kortlopende schulden van 2016 is de loonvordering van [de oud-werknemer] opgenomen voor een bedrag van € 4.846,95;
- zonder deze loonvordering bedraagt het totaal van deze schulden € 55.429,05;
- bij de stelpost van € 2.000,- voor administratiekosten en reservering jaarwerk hoort de bijgevoegde factuur van 29 september 2017 van het administratiekantoor “On the Hill” van [de bestuurder SK] voor een bedrag van € 1.370,-; deze factuur lijkt op de eveneens bijgevoegde grootboekkaart echter geboekt te zijn voor een bedrag van € 1.000,-;
- het totaal aan activa bedroeg per 31 december 2016 € 58.675,-.
bewezendat er nog een andere schuld was. Dat is volgens hen een schuld aan “On the Hill” van in totaal € 1.050,-, maar zij leggen daar geen facturen of andere documentatie van over. Bovendien volgt juist uit de door hen in het kader van het arrest in het incident verstrekte overzicht met onderliggende documentatie van de kortlopende schulden ultimo 2016 dat - zelfs met aftrek van deze factuur - er nog een positief saldo zou zijn geweest bij [SK] . [geïntimeerden] c.s. bieden weliswaar aan alsnog aanvullende documenten over te leggen, maar dat is - mede in het licht van artikel 21 Rv en het feit dat deze zaak juist draait om het verhelderen van de bestedingen van de vennootschappen in aanloop naar de turboliquidatie - te laat. Het lag op de weg van [de bestuurder SK] om, gelet op de stellingen van [de oud-werknemer] , nader te onderbouwen welke betalingen zij voorafgaand aan de ontbinding van [SK] heeft verricht en hoe alle nog aanwezige baten zijn aangewend. Daarnaast lag het op haar weg om uit te leggen waarom het geld dat in ieder geval op 31 december 2016 nog beschikbaar was niet is gebruikt om (een deel van) de loonvordering van [de oud-werknemer] te voldoen. Ook dat heeft [de bestuurder SK] niet nader toegelicht.