Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland over een voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2012. De inspecteur had een voorlopige aanslag opgelegd en belastingrente berekend, maar belanghebbende betwistte de hoogte van deze belastingrente. De rechtbank had het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep ging. Tijdens de zitting op 22 maart 2017 werd het geschil besproken, waarbij belanghebbende aanvoerde dat de inspecteur in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur had gehandeld door de belastingrente te berekenen zonder rekening te houden met een herziene aangifte die eerder was ingediend. Het Hof oordeelde dat de inspecteur niet onzorgvuldig had gehandeld en dat de berekening van de belastingrente in overeenstemming was met de wet. Het Hof verklaarde het hoger beroep gegrond, maar beperkte de heffingsrente tot een berekening tot 13 juni 2014. Tevens werd de inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende, die in totaal op € 2.472 werden vastgesteld.