Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
AVROTROS
AVROTROS,
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 30 oktober 2017 met grieven,
- de memorie van antwoord van 21 november 2017 met producties,
- het pleidooi van 28 november 2017, waarbij door de advocaten van beide partijen pleitaantekeningen zijn overgelegd.
3.De vaststaande feiten
grieven 1 en 2) gericht. Het hof zal hierna onder 3.2 met inachtneming van deze grieven en met wat in hoger beroep tussen partijen verder is komen vast te staan, mede gelet op de inhoud van de overgelegde en niet betwiste stukken, de feiten zelf vaststellen. De grieven behoeven om die reden geen afzonderlijke inhoudelijke behandeling.
€ 1.000,- bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 20 dagen hechtenis. Dit arrest is onherroepelijk geworden.
2 augustus 2017 [B] schuldig bevonden aan de op 1 oktober 2015 en 31 maart 2016 opzettelijk en wederrechtelijke beschadiging van de op het perceel van [geïntimeerde] bevindende auto’s en het op 4 april 2016 wederrechtelijk binnendringen in het besloten erf van [geïntimeerde] . [B] is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarbij een maatregel is opgelegd strekkende tot beperking van de vrijheid voor de duur van vijf jaren.
Het conflict begint in 2000 als de familie [geïntimeerde] hun huis, hierboven in beeld koopt naast [B] . [B] heeft recht van overpad, maar dat wordt betwist door [geïntimeerde] . Gek, want zonder dat overpad kan [B] helemaal niet in zijn huis komen.
4.Het geschil en de procedure in eerste aanleg
5.De beoordeling van de (overige) grieven
grieven 3 en 4dat de in dat arrest genoemde omstandigheden voor deze zaak niet relevant zijn omdat geen sprake is van ernstige beschuldigingen of verdachtmakingen kan niet worden gevolgd, alleen al omdat “de aard van de gepubliceerde verdenkingen en de ernst van de te verwachten gevolgen op wie die verdenkingen betrekking hebben”, slechts één van de in het arrest genoemde omstandigheden is die bij de afweging in aanmerking moet worden genomen.
21 september 2009 en 14 november 2016 ook al aandacht heeft besteed. In die uitzendingen komen [geïntimeerde] en zijn partner uitgebreid aan het woord. AVROTROS stelt dat zij [B] steeds in de gelegenheid heeft gesteld op het verhaal van de familie [geïntimeerde] te reageren, maar dat [B] dit in het verleden steeds heeft geweigerd. In de bewuste uitzending van EenVandaag van 17 augustus 2017 worden [B] en (oud) buurtbewoners [D] en [C] door AVROTROS in de gelegenheid gesteld hun kant van het verhaal vertellen. [geïntimeerde] is door AVROTROS niet in de gelegenheid gesteld daarop te reageren.
grief 9terecht stelt. Dat geldt ook voor zover de verslaggeefster op grond van de eerdere uitzendingen weet dat het verhaal van [B] en [C] en [D] niet strookt met het verhaal van [geïntimeerde] of met de feiten zoals die onder andere blijken uit de onder 3.2 genoemde uitspraken. Een en ander is namelijk inherent aan de door AVROTROS gekozen opzet van het programma. Wel geldt in de gekozen opzet dat van AVROTROS mag worden verwacht dat zij voldoende afstand houdt tot de uitlatingen en waardeoordelen van [B] en [C] en [D] , opdat de kijker deze niet opvat als feitelijke bevindingen of waardeoordelen van AVROTROS zelf. Naar het voorlopig oordeel van het hof heeft AVROTROS in het algemeen in de uitzending voldoende afstand bewaard, door duidelijk onderscheid te maken tussen de opmerkingen en de vragen van de verslaggeefster en de antwoorden daarop van [B] en [C] en [D] .
grief 6aanvoert, dat er op haar een verzwaarde norm rust ten aanzien van de inhoud. Het houdt slechts in dat zij zich ervan dient te vergewissen dat de door haar gepresenteerde feiten voldoende steun vinden in onder andere de onder 3.2 genoemde stukken. Daarbij blijft overigens gelden dat in de wijze van presentatie aan AVROTROS in beginsel een grote vrijheid toekomt.
Anders dan in de door AVROTROS overgelegde nieuwsberichten, wordt in de uitzending niet gerefereerd aan een algemeen debat over die vraag. Dit is ook niet de context waarin het programma is geplaatst. De uitzending kiest een veel smaller perspectief, namelijk het tonen van ‘de andere kant’ van dit concrete conflict tussen [geïntimeerde] en [B] , en staat dus slechts in een los verband tot het door AVROTROS bedoelde publieke debat.
"(…) maar dat (recht) wordt betwist door [geïntimeerde] ,gevolgd door: “
Gek, want zonder dat overpad kan [B] helemaal niet in zijn huis komen"zijn dus onjuist. Het hof is met de voorzieningenrechter van oordeel dat AVROTROS met deze opmerking de kijker de onterechte boodschap meegeeft dat de ruzie is ontstaan omdat [geïntimeerde] het [B] onmogelijk wilde maken zijn huis te bereiken.
Pesterijen over en weer" (4:55). Die opmerking dient te worden beschouwd in het licht van de daaraan voorafgaande opmerkingen van [D] met betrekking tot de camera die [geïntimeerde] op de voordeur van [B] had gericht. De kwestie met de camera is onderwerp geweest van de hiervoor onder 3.2.7 genoemde procedure. De kwalificatie van de betreffende gedragingen van [geïntimeerde] als "pesterijen" valt binnen de journalistieke vrijheid van AVROTROS. Dat de pesterijen van [B] vele malen ernstiger zijn dan genoemde pesterijen van [geïntimeerde] doet daar niet aan af. Overigens is dit voor de kijker ook duidelijk uit de in de uitzending getoonde beelden van [B] , waarbij hij onder andere de auto van [geïntimeerde] beschadigt en bij [geïntimeerde] inbreekt.
grief 11terecht aanvoert, dat de gehele uitzending moet worden verwijderd. De gehele verwijdering van de uitzending is naar het oordeel van het hof, gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden, niet noodzakelijk en niet proportioneel. Aan het gerechtvaardigde belang van [geïntimeerde] om gevrijwaard te blijven van de onder 5.20 vastgestelde inbreuk, kan ook worden voldaan door alleen de betreffende mededeling te verwijderen. Het vonnis zal op dit punt worden vernietigd. De oorspronkelijke vordering van [geïntimeerde] zal worden toegewezen als hierna bepaald.
grief 12is terecht voorgesteld. AVROTROS had kunnen volstaan met de mededeling dat de opmerkingen
"(…) maar dat wordt betwist door [geïntimeerde] . Gek, want zonder overpad kan [B] helemaal niet in zijn huis komen"niet juist zijn. De rectificatie had in zoverre moeten worden toegewezen. Omdat AVROTROS ten gevolge van de betekening van het bestreden vonnis de door de voorzieningenrechter bevolen rectificatie al heeft geplaatst, heeft [geïntimeerde] geen belang bij een aangepaste (minder verstrekkende) rectificatie.
6.De beslissing
19 december 2017.