Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 augustus 2018 tot en met 31 december 2018 in de gemeente Alkmaar, en/of elders in Nederland door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid (telkens) [benadeelde 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2015 tot en met 18 januari 2016 in de gemeente Alkmaar, en/of elders in Nederland door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid (telkens), [benadeelde 2] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
hij - als rij-instructeur - op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 oktober 2015 tot en met 18 januari 2016 in de gemeente Alkmaar, en/of elders in Nederland ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige [benadeelde 2] , geboren op [geboortedag 2] 1998, door (telkens) tijdens de rijlessen en/of in het kantoor van de rijschool
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 2021 tot en met 31 januari 2022 in de gemeente Alkmaar, en/of elders in Nederland door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid (telkens) [benadeelde 3] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverwegingen
“Zij voelde zich niet goed als ze bij hem was. Zij kwam thuis en zei: “Ik haat rijles en ik haat die man”. Ik vroeg waarom. Iedere keer zei ze tegen mij: “Die man doet raar en is niet normaal. (…)”.”Bij de rechter-commissaris verklaarde de moeder van [benadeelde 3] in gelijke zin en voegde daar nog aan toe:
“Een reden om aangifte te doen was: [benadeelde 3] had haar rijbewijs gehaald, maar ze was niet blij. Ze was depressief. Ze had het er steeds over. Waarom ze rijles bij hem gehad had, waarom dit soort dingen gebeurd waren en waarom ze niet meteen was gestopt bij hem. Ze ging het er steeds over hebben, zichzelf kapot maken. Soms huilen.”
“Ik zag op Facebook dat zij geslaagd was bij hem. Ik kwam haar in de stad tegen en begon er over dat zij bij hem had gelest. Ik vroeg aan haar hoe dat voor haar was. Zij vertelde dat het helemaal niet fijn was en vertelde haar verhaal tegen mij.”Bij de rechter-commissaris werd aan [benadeelde 1] de vraag gesteld, wie in dit gesprek als eerste de negatieve ervaringen aansneed. [benadeelde 1] antwoordde:
“Dat was ik. Omdat ik aan haar houding merkte dat er iets aan de hand was. (…) Ze was heel gesloten. Ze leek een beetje geschrokken. Ze had net haar rijbewijs gehaald. De meeste mensen, die hun rijbewijs halen, zijn blij. Dat kon ik aan haar niet aflezen.”
“Ze heeft verteld dat de rijschoolhouder vaak handtastelijk is geweest tijdens de rijles. (…) en hoe ze daarmee gezeten heeft in die tijd. Ze vond het behoorlijk erg. (…) Terwijl ze het vertelde was ze trillerig. Je zag een stukje angst in haar. Dit was in de tijd dat wij iets met elkaar hadden. (…) Je zag een angst in haar en het trillen in haar stem.”Ten overstaan van de politie had [getuige 2] – die van ongeveer februari tot en met april 2016 een relatie met [benadeelde 2] had, nadat [benadeelde 2] haar rijbewijs had gehaald – al verklaard:
“Wat mij bijstaat is dat de stress en nervositeit dagelijks wel te zien en te merken was aan haar.”
hand op het bovenbeenvan de aangever heeft gelegd en (ii) een of meermalen een
kus op de wang of handvan de aangever heeft gegeven. Het hof verwijst naar de inhoud van de bewijsmiddelen. Het hof is van oordeel dat ten aanzien van de situatie/context (het geven van rijles aan een leerling), het slachtoffer (telkens een jonge vrouw) en de wijze van handelen van de verdachte (het leggen van zijn hand op het bovenbeen van de aangever en het geven van een kus op de wang of hand van de aangever, zoals in de bewijsmiddelen weergegeven) sprake is van zodanig essentiële overeenkomsten dat, kort gezegd, tot toepassing van schakelbewijs kan worden overgegaan. Dat er in het handelen van de verdachte ook verschillen zitten, doet aan deze essentiële overeenkomsten niet af. Evenmin volgt het hof het betoog van de raadsman dat de overeenkomsten te algemeen van aard zijn om als schakelbewijs te kunnen dienen.
Bewezenverklaring
hij in de periode van 25 augustus 2018 tot en met 31 december 2018 in de gemeente Alkmaar en/of in Nederland door een andere feitelijkheid telkens [benadeelde 1] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten
hij in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 18 januari 2016 in de gemeente Alkmaar en/of in Nederland door een andere feitelijkheid telkens [benadeelde 2] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten
hij in de periode van 1 december 2021 tot en met 31 januari 2022 in de gemeente Alkmaar en/of in Nederland door een andere feitelijkheid telkens [benadeelde 3] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, te weten
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
telkensop:
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
Vorderingen van de benadeelde partijen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.