ECLI:NL:GHAMS:2024:2405
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en onaanvaardbaar zware financiële last in leaseovereenkomsten
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een hoger beroep in een effectenleasezaak tussen Dexia Nederland B.V. en een particuliere lessee, aangeduid als [geïntimeerde]. De zaak betreft leaseovereenkomsten die [geïntimeerde] met Dexia heeft afgesloten, waarbij zij stelt dat deze overeenkomsten een onaanvaardbaar zware financiële last voor haar vormden. Dexia betwist dit en heeft in hoger beroep een vordering ingesteld om het eerdere vonnis van de kantonrechter te vernietigen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat Dexia onrechtmatig had gehandeld door haar zorgplicht te schenden bij het aangaan van de leaseovereenkomsten. Het hof bevestigt dat de schadevergoeding in effectenleasezaken moet worden afgehandeld volgens het hofmodel, dat eerder door het hof is vastgesteld. Het hof oordeelt dat de leaseovereenkomsten 2, 4 en 5 geen onaanvaardbaar zware financiële last voor [geïntimeerde] vormden, terwijl leaseovereenkomst 3 dat wel deed. Het hof concludeert dat Dexia verantwoordelijk is voor twee derde van de restschuld en de rente, aflossing en kosten van leaseovereenkomst 3. De resterende termijnen en beëindigingskosten die Dexia in rekening heeft gebracht, worden als oneerlijk beding aangemerkt en komen te vervallen. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vorderingen van beide partijen gedeeltelijk toe, met een kostenveroordeling voor [geïntimeerde].