Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
Beslissing
2.Feiten
Feiten
563 m³ (inclusief een aanbouw van 128 m³) en de oppervlakte van het perceel is 773 m².
De woning is daarnaast voorzien van een carport (43 m²).”
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
Beoordeling van het geschil
7 februari 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:1115), gesteld dat verweerder ook de door hem aangedragen objecten [a-straat 3] , [c-straat 1] en [d-straat 1] , in de waardering dient mee te nemen. De rechtbank volgt eiser niet in zijn betoog. Ten aanzien van het object [a-straat 3] heeft verweerder onweersproken gesteld dat het object een ander type woning (geschakelde woning) is dan de woning van eiser en daarom niet bruikbaar is als onderbouwing van de waarde van de woning. Het object [c-straat 1] is onder de vraagprijs verkocht en trekt het gemiddelde van de door eiser berekende waarde aanzienlijk omlaag. Het object [c-straat 1] verkeerde volgens verweerder in gedateerde staat. De gedateerde staat volgt ook uit de door eiser overgelegde foto’s van [c-straat 1] . Eiser is in zijn berekening voor [c-straat 1] en de woning desalniettemin uitgegaan van hetzelfde niveau van kwaliteit, onderhoud en voorzieningen. De rechtbank is van oordeel dat eiser hierdoor onvoldoende rekening heeft gehouden met de verschillen. Indien het door eiser genoemde object [d-straat 1] in de waardering zou worden meegenomen dan leidt dat tot een hogere waarde dan vastgesteld, zodat de rechtbank deze verder buiten beschouwing laat. De door eiser genoemde objecten kunnen dan ook buiten beschouwing blijven. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat eiser op zijn beurt in zijn vergelijking de door verweerder gehanteerde vergelijkingsobjecten buiten aanmerking heeft gelaten, terwijl van die vergelijkingsobjecten wel is komen vast te staan dat deze voldoende vergelijkbaar zijn. Dat maakt dat de vergelijking van eiser, gelet op de hierboven genoemde arresten, onvolledig is. Hierdoor is onduidelijk of en in hoeverre de door eiser aangedragen objecten binnen de door eiser gemaakte vergelijking moeten leiden tot de conclusie dat de waarde van de woning te hoog is vastgesteld. Ook om die reden faalt het betoog van eiser. Gelet op deze uitkomst ziet de rechtbank geen aanleiding om het nader stuk van eiser tardief te verklaren, omdat het niet buiten de 10-dagentermijn genoemd in artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht is ingediend.
5.Beoordeling van het geschil
6.Kosten
7.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
www.hogeraad.nl. Informatie over de inlogmiddelen vindt u op
www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.