Uitspraak
6 augustus 2020, 18 oktober 2022 en 1 november 2022 en, overeenkomstig het bepaalde bij
artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
hij, op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 16 mei 2000 tot en met 1 januari 2001 te Amsterdam en/of Hilversum en/of Naarden en/of elders in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) of meer ander(en) meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door (een) listige kunstgre(e)p(en), en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een groot aantal, althans een of meer perso(o)n(en) (telkens) heeft/hebben bewogen en/of doen bewegen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), waaronder:
- [slachtoffer01] (G05): hfl. 40.000, althans enig geldbedrag en/of
- [slachtoffer02] (G10): hfl. 16.000, althans enig geldbedrag en/of
- [slachtoffer03] (G11): hfl. 16.000, althans enig geldbedrag en/of
- [slachtoffer04] (G22): hlf. 8.000, althans enig geldbedrag en/of
- [slachtoffer05] (G26): hfl. 16.000, althans enig geldbedrag en/of
- [slachtoffer06] (G29), hlf. 16.000
- per CV telkens één gecertificeerde speelfilm zal worden geproduceerd met [bedrijf01] B.V. als producent (D-001, p. 1116) en/of
- de CV van de te produceren speelfilm alle rechten zal bezitten of mede zal bezitten die nodig zijn voor het vervaardigen en exploiteren van de speelfilm (D-001, p. 1118) en/of
- dat minimaal 91% van het commanditair kapitaal zal worden aangewend om de voortbrengingskosten van de speelfilm te financieren (D-001, p. 1119) en/of
- met de Belastingdienst afspraken worden gemaakt met betrekking tot de fiscale behandeling van de investering in de CV, welke afspraken worden vastgelegd in een winstvaststellingsovereenkomst (D-001, p. 1121) en/of
- op basis van de winstvaststellingsovereenkomst de fiscale informatie welke de CV elk jaar aan de participanten zal verstrekken ten behoeve van het invullen van de aangifte inkomsten- en vermogensbelasting vooraf door de Belastingdienst wordt gecontroleerd (D-001, p. 1121) en/of
- participanten bij deelname in één van de door [bedrijf01] opgerichte film-cv's als ondernemers worden aangemerkt voor de toepassing van de Nederlandse Wet op de Inkomstenbelasting en daarom gebruik kunnen maken van een aantal belastingfaciliteiten die alleen voor ondernemers gelden, zoals de investeringsaftrek, de willekeurige afschrijving en de stakingsvrijstelling
- een gegarandeerd rendement op de investering verzekerd was (D-001, p. 1131, 1132),
hij, op een of meer tijdstip(pen), in of omstreeks de periode van 10 september 2001 tot en met 1 januari 2002 te Amsterdam en/of Hilversum en/of Naarden en/of elders in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) of meer ander(en) meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, door (een) listige kunstgre(e)p(en), en/of door een samenweefsel van verdichtsels, een groot aantal, althans een of meer perso(o)n(en) (telkens) heeft/hebben bewogen en/of doen bewegen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), waaronder:
- [slachtoffer02] (G10): hfl. 16.750, althans enig geldbedrag en/of
- [slachtoffer07] (G16): hfl. 33.500, althans enig geldbedrag en/of
- [slachtoffer05] (G26): hfl. 16.750,
- per CV telkens één gecertificeerde speelfilm zal worden geproduceerd met [bedrijf01] B.V. als producent (D-900, p. 2149) en/of
- de CV van de te produceren speelfilm alle rechten zal bezitten of mede zal bezitten die nodig zijn voor het vervaardigen en exploiteren van de speelfilm (D-900, p. 2150) en/of
- minimaal 90,72% van het commanditair kapitaal zal worden aangewend om de voortbrengingskosten van de speelfilm te financieren (D-900, p. 2151) en/of
- met de Belastingdienst afspraken worden gemaakt met betrekking tot de fiscale behandeling van de investering in de CV, welke afspraken worden vastgelegd in een winstvaststellingsovereenkomst en/of (D-900, p. 2153) en/of
- op basis van de winstvaststellingsovereenkomst de fiscale informatie welke de CV elk jaar aan de participanten zal verstrekken ten behoeve van het invullen van de aangifte inkomsten- en vermogensbelasting vooraf door de Belastingdienst wordt gecontroleerd (D-900, p. 2153) en/of
- participanten bij deelname in één van de door [bedrijf01] opgerichte film-cv's als medegerechtigden worden aangemerkt voor de toepassing van de Nederlandse Wet op de Inkomstenbelasting en daarom gebruik kunnen maken van een aantal belastingfaciliteiten die alleen voor medegerechtigden in film CV's gelden, zoals de investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving (D-900, p. 2154) en/of
- de gegarandeerde minimum opbrengst per participatie hfl. 9.250 bedraagt en uiterlijk januari 2003 zal worden uitgekeerd en het minimum netto rendement op de investering 10,4% zal bedragen (D-900, p. 2158 en 2159),
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 6 april 2001 tot en met 7 april 2003, te Amsterdam en/of te Hilversum en/of te Apeldoorn en/of te Heerlen en/of (elders) in Nederland, alleen, althans tezamen en in vereniging met (een) ander(en), (telkens) opzettelijk (een) bij de Belastingwet voorziene aangifte(n), als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de inkomstenbelasting (IB) over het jaar 2000 ten name gesteld van de volgende personen:
- [slachtoffer06] , ingediend op 11 juli 2001 (A-12) en/of
- [slachtoffer04] , ingediend op 3 oktober 2001 (A-14) en/of
- [slachtoffer05] , ingediend op 7 mei 2002 (A-36) en/of
- [slachtoffer01] , ingediend op 19 juli 2001 (A-38) en/of
- [slachtoffer02] , ingediend op 6 april 2001 (A-42) en/of
- [slachtoffer03] , ingediend op 17 oktober 2001 (A-44) en/of
- [slachtoffer05] , ingediend op 7 april 2003 (A-51) en/of
- [slachtoffer07] , ingediend op 2 april 2002 (A-53) en/of
- [slachtoffer02] , ingediend op 16 april 2002 (A-57),
Het participeren in één van de veertig CV’s geeft het recht op Willekeurige afschrijving van de Voortbrengingskosten van de betreffende bioscoopfilm en bovendien het recht op Investeringsaftrek en Stakingsvrijstelling als ondernemer.
Een door de Completion Guarantor gestelde garantie dat de Speelfilm zal worden afgemaakt en opgeleverd conform het goedgekeurde script, tegen het van tevoren vastgestelde Budget en voor of op de overeengekomen uiterste opleverdatum, of dat, indien de productie zou worden opgegeven, de geïnvesteerde gelden worden terugbetaald. [17]
Met de Belastingdienst zullen door de Beherend Vennoot ten behoeve van de Participanten afspraken worden gemaakt met betrekking tot de fiscale behandeling van de investering in de CV, uitgaande van de huidige stand van wetgeving en jurisprudentie. Deze afspraken worden vastgelegd in een winstvaststellingsovereenkomst. Op basis van de winstvaststellingsovereenkomst wordt de fiscale informatie welke de CV elk jaar aan de Participanten zal verstrekken ten behoeve van het invullen van de aangifte inkomsten- en vermogensbelasting, vooraf door de Belastingdienst gecontroleerd. [26]
Het fiscale resultaat van de CV bestaat uit inkomsten uit de uitbating van de filmrechten en genoten rente-inkomsten verminderd met: de door de Beherend Vennoot te maken beheerskosten, de Emissiekosten, de afschrijving op de Voortbrengingskosten van de Speelfilm, en overige kosten. In de winstvaststellingsovereenkomst wordt de basis vastgesteld waarover de willekeurige afschrijving en de Investeringsaftrek mag worden berekend. [27]
2 De daadwerkelijke Voortbrengingskosten van de gecertificeerde Speelfilm bedragen minimaal 91% van het Commanditair Kapitaal;
3 [bedrijf02] verleent een Minimum Opbrengstgarantie ter hoogte van 50% van het Commanditair Kapitaal;
8 In de berekeningen wordt er vanuit gegaan dat de exploitatie-opbrengsten binnen één maand nadat deze door de CV zijn ontvangén pro rato aan de Participanten zullen worden uitgekeerd.
9 In de rekenvoorbeelden worden een aantal scenario’s geschetst:
Door de investering in de Speelfilm bij financieringsmodel A in één jaar af te schrijven en door de additionele Investeringsaftrek krijgt de Participant per Participatie een aftrekpost voor de inkomstenbelasting groot naar verwachting NLG 9.965,- (zijnde de totale investering per Participatie ad NLG 8.000,- plus 27% Investeringsaftrek over de Voortbrengingskosten ad NLG 7.280,-). Bij een 60% tarief betekent dit een belastingbesparing van NLG 5.979,- en bij een 50% tarief betekent dit een belastingbesparing van NLG 4.983,- per Participatie.
Voorts is van belang de gegarandeerde minimum opbrengst. Deze bedraagt bij staking maximaal NLG 4.000,- per Participatie. Deze uitkering en de daarbij behorende Desinvesteringsbijtelling van 27% vallen in beginsel onder de Stakingsvrijstelling en zijn gelet op de hoogte van de Stakingsvrijstelling belastingvrij. Door de gerealiseerde belastingbesparing en de minimum opbrengst heeft de Participant zijn/haar investering terugverdiend en een winst geboekt van respectievelijk NLG 1.979,- en NLG 983,- per Participatie.
De overeenkomst tussen [bedrijf01] B.V. en [bedrijf02] heeft voor de Participanten het gunstige gevolg dat het te verwachten rendement van respectievelijk NLG 1.979,- en NLG 983,- in ieder geval behaald zal worden zelfs als de Speelfilm minder dan 84% van zijn Voortbrengingskosten oplevert, terwijl bij een hogere opbrengst van de Speelfilm de CV voor 75% in de meeropbrengst meedeelt. [30]
Bij staking zal de koopprijs vastgesteld worden. De CV krijgt hierdoor een vordering op [bedrijf02] . Dit risico wordt gemitigeerd door de Letter of Credit ter hoogte van 50% van het Commanditair Kapitaal, welke door de CV als voorwaarde is gesteld voor de Minimum Opbrengstgarantie. Dit geldt voor films gefinancierd volgens financieringsmodel A. Voor films gefinancierd volgens financieringsmodel B is dat risico niet aanwezig aangezien de Financierende Bank dit risico voor haar rekening neemt. [32]
Bijlage FRaamovereenkomst [bedrijf01] B.V. en [bedrijf02] B.V.
- [bedrijf02] in deze onder meer als financier optreedt en onder andere in haar doelstelling heeft het verkopen van Speelfilms op de internationale markt;
komen als volgt overeen
[bedrijf01] en [bedrijf02] zullen per film en aldus per CV een overeenkomst sluiten welke specifiek betrekking heeft op de desbetreffende Speelfilm. Deze overeenkomst zal in ieder geval behelzen dat [bedrijf02] het alleenrecht van exploitatie en verkoop zal verwerven. De filmrechten zullen nimmer door [bedrijf02] worden verkocht aan een aan haar of haar bestuurders gelieerde onderneming, dan wel aan [bedrijf01] of een aan haar of haar bestuurders gelieerde onderneming.
Bijlage LInschrijfformulier
Verklaart bij deze
g Ondergetekende verleent hierbij aan de Beherend Vennoot onherroepelijk volmacht om voor rekening van en in naam van ondergetekende al datgene te doen dat noodzakelijk of wenselijk is voor het door ondergetekende toetreden tot de CV (zie punt e.) met inbegrip van de ondertekening van een toetredingsverklaring of -overeenkomst.
De Overgangsregeling Film CV’s 2001 behelst onder meer een regeling waardoor de medegerechtigde in een film CV onder voorwaarden gebruik kan blijven maken van
Voorts is van belang de gegarandeerde minimum opbrengst. Deze bedraagt NLG 9.250,- per Participatie en is belastingvrij. Door de gerealiseerde belastingbesparing en de minimum verkoopprijs heeft de Participant zijn/haar investering terugverdiend en een winst geboekt van NLG 1.210,- per Participatie. Doordat het vermogen dat de Participant van de CV investeert niet meetelt voor de berekening van de vermogensrendementsheffing in Box 3 verkrijgt de Participant daarenboven nog een belastingvoordeel ad NLG 295,- per Participatie. Dit belastingvoordeel wordt deels (NLG 100,-) behaald via de aangifte Inkomsten belasting 2001, deels (NLG 147,-) via de aangifte Inkomstenbelasting 2002 en deels
(NLG 48,-) via de aangifte Inkomstenbelasting 2003. In de berekening van het minimum netto rendement ad 10,4% op jaarbasis is rekening gehouden met het feit dat het voordeel van de besparing op de vermogensrendementsheffing later in de tijd zal plaatsvinden.
3.CV 4, 5 en 6
the bad guy in this scheme’ omdat het vooraf risico’s heeft gedekt. [bedrijf02] zal de rechten direct terug verkopen zonder dat [fonds01] of de participanten op de hoogte zijn van deze ‘
pre-sale’.
feevan 1% ontvangen voor hun werkzaamheden. [45]
“Het geld (89,5%) uit Amerika zal aldus binnen 48 uur na ontvangst door de notaris weer terug zijn in Amerika, maar dan plotseling aangegroeid tot 100%. De 89,5% heet 'lening', de 100% heet 'productiekosten'. Na levering van de film door de uitvoerend producent aan de CV heet de 100% 'voortbrengingskosten', en de 89,5% 'verkoopopbrengst'.” De ‘geldcaroussel’ moet vóór 1 januari 2001 hebben gedraaid. De verdachte denkt dat er vast wel productiemaatschappijen te vinden zijn die één of meer films hebben te produceren in 2001 waarop zij middels het heen en weer sturen van geld 10,5% winst kunnen maken.
deposit of a loan to [bedrijf02] BV’. Het gaat dan om € 1.153.000,- en USD 48.000,- en de verdachte geeft vervolgens aan hoe dat verdeeld over drie Amerikaanse rekeningen overgemaakt moet worden aan [bedrijf02] . Nadere instructies naar welk rekeningnummer van [bedrijf02] het overgemaakt moet worden volgt bij aparte fax op maandag 18 december.
Loan deposit’. Op account 1 ‘( [account01] )’ zal hij ontvangen €1.570.000,-. Op account 2 ‘( [account02] )’ zal hij ontvangen € 622.000,- en op account 3 ‘( [account03] )’ ontvangt hij € 171.000,-. De verdachte merkt nog op dat bij de door hem aangenomen koers een valutawinst wordt behaald van bijna USD 20.000,-, welk bedrag [naam02] kan besteden aan iets leuks voor zijn vrouw en kinderen.
het hof begrijpt: [naam01]) kan aantonen dat 30% van de budgetten op 31 december 2000 onherroepelijk waren uitgegeven. de jurisdictie van de Nederlandse Belastingdienst reikt natuurlijk niet verder dan de Nederlandse staatsgrens, zodat daadwerkelijk onderzoek naar de betalingen van [bedrijf03] niet zullen kunnen plaatsvinden. daar hoef je je dus geen zorgen over te maken.”
21 september 2001 waaruit blijkt dat de deal rond ‘ [deal01] ’ nog niet ‘signed and sealed’ is. [59]
- [fonds01] is op zoek naar filmmaatschappijen die een film op de stapel hebben liggen en daarvoor alle randvoorwaarden, tot en met de cast, al hebben ingevuld waarbij tevens wordt beschikt over voldoende financiële middelen om de film zelf tot stand te brengen.
- De filmmaatschappijen kunnen een extra bedrag ter grootte van 21,5% van het budget krijgen als zij met betrekking tot een bepaalde film in zee gaan met [fonds01] . Vervolgens dient 11% van het budget van de film te worden doorbetaald aan [bedrijf02] . Per saldo kan de filmmaatschappij derhalve een bedrag van 10,5% van het budget verkrijgen.
- [fonds01] financiert 21,5% van het budget met de inleg van de participanten; de overige 78,5% van het budget moet worden geleend van een bank of financiële instelling. Als later blijkt dat geen enkele bank bereid is om deze lening te verstrekken wordt deze lening uiteindelijk door [bedrijf02] verstrekt.
- [bedrijf02] zal daarvoor een garantie afgeven, waarvoor [bedrijf02] als tegenprestatie de exploitatierechten op de film ontvangt.
- [bedrijf02] en [fonds01] zijn geen gelieerde partijen.
- De door [bedrijf02] ontvangen rechten worden vervolgens voor 11% van het budget terug verkocht waarbij eerst de licenties voor de exploitatierechten voor een bepaalde periode worden verkocht en na een jaar het restant van de aan [bedrijf01] verkochte rechten.
- De door [bedrijf02] van [fonds01] ontvangen zekerheidstelling zal aan de filmmaatschappij/eigenaar van het auteursrecht worden overgedragen ten einde deze de zekerheid te geven dat de rechten die zij aan [bedrijf01] heeft verkocht naar haar terug zullen komen, zonder het risico te lopen dat derden deze kunnen bezwaren.
- naar drie rekeningen van [bedrijf03] met de volgende bedragen: NLG 3.459.824,70 (rekeningnummer voor CV 4, omgerekend 22,4% van het geplande budget), NLG 1.370.707,62 (rekeningnummer voor CV 5, omgerekend 22,2% van het geplande budget) en NLG 376.834,41 (rekeningnummer voor CV 6, omgerekend 22,4% van het geplande budget),
- naar [bedrijf08] B.V. (een vennootschap van de verdachte)
loan deposit’) in Amerikaanse dollars moeten plaatsvinden aan [bedrijf02] . [69] Deze bedragen worden overgemaakt naar de USD-rekening [rekening02] van [bedrijf02] . [70]
[deal01] ’,zijn geen betalingen aan de film(productie)maatschappij en geen definitieve overeenkomsten met betrekking tot de film aangetroffen. Evenmin is een bevestiging van de ontvangen gelden voor deze film aangetroffen. [74] Uit een e-mail van september 2001 volgt dat de ‘
[deal01] ’-deal nog steeds niet ‘
signed en sealed’is [75] , dat aan [naam06] [76] een origineel getekende ‘
Short Form Assignment’ met als datum ‘
as of’ 18 december 2000 is gezonden [77] , dat de door [bedrijf06] ondertekende overeenkomsten een handschrift bevat dat lijkt op dat van de verdachte [78] en dat uit een uitdraai van de website van [bedrijf06] met betrekking tot de door haar geproduceerde film ‘
[deal01] ’nergens de naam van [bedrijf01] , [bedrijf02] en/of [naam01] wordt genoemd [79] .
loan deposit’een totaalbedrag (CV4, 5 en 6) van USD 1.134.000,-. Vervolgens betaalt [bedrijf03] aan film(productie)maatschappij [bedrijf10] een totaalbedrag van USD 639.896,- (CV 4) en aan [project01] (CV 5) een totaalbedrag van USD 239.000,-. De inleg van participanten is overgemaakt naar bankrekeningen van [bedrijf03] , waarvan vaststaat dat [naam02] over twee van de betreffende rekeningen de beschikking had. Zeer korte tijd na deze overboekingen is een groot deel van het geld terug op een Nederlandse bankrekening van [bedrijf02] , waarover de verdachte de beschikking had. De betalingen aan de filmproductiemaatschappijen zijn gering en niet voldoende om de met de productie gemoeide kosten te dekken. Van een betaling aan een filmproductiemaatschappij voor CV 6 is niet gebleken. Hieruit volgt dat alleen sprake is geweest van geldstromen die waren bedoeld om de schijn te wekken dat filmproducties in de Verenigde Staten werden gefinancierd. In werkelijkheid zijn geen films voor rekening en risico van de films geproduceerd.
4.CV 9
Op 24 en 27 december 2001 worden vanaf rekening [rekening03] ten name van Stichting Beheer Derdengelden [fonds01] de geïncasseerde participaties ter waarde van in totaal NLG 4.794.201,-
(€ 2.175.513) overgeboekt naar de [bedrijf13] -rekening [rekening04] ten name van [bedrijf12] . [85]
9 januari 2002 wordt een bedrag van USD 885.591,- overgemaakt naar [bedrijf02] onder vermelding van ‘
Loan Deposit’. Buiten deze overboekingen zijn vanuit [bedrijf03] geen betalingen richting [bedrijf02] of [bedrijf07] waargenomen. Op 9 januari 2002 wordt een overboeking gedaan van USD 885.591,63,- (€ 991.149,-) naar ABN AMRO-rekening [rekening02] , de USD-rekening van [bedrijf02] .
. [89] De tegenwaarde van de USD 850.000,-, te weten € 951.315,-, wordt bijgeschreven op de Nederlandse rekening van [bedrijf02] . Op het moment van deze bijschrijving bedroeg het saldo op deze rekening € 0,50. Direct na binnenkomst van dit bedrag vinden er een aantal afschrijvingen plaats, waaronder € 217.814,- naar de rekening van [bedrijf14] B.V. onder vermelding van ‘1000 minus 500 01-05 minus 20, origin. NLG 480.000’ en
aan zijn brein ontsproten is’ [109] .
6.Bespreking van de tenlastegelegde feiten
the bad guy’ en worden [fonds01] noch private partners (lees: de participanten) geïnformeerd over de werkwijze van de voorgestelde ‘
pre-sale’. Uit de faxberichten van 14 juni 2000 en 4 december 2000 van de verdachte aan [naam02] blijkt dan dat het doel van de constructie niet was het daadwerkelijk bijdragen aan de productie van films, maar dat enkel van belang was dat de ‘(geld)carrousel’ goed functioneerde. Uit de e-mail van de verdachte aan [naam02] van 24 juli 2002 leidt het hof ten slotte af dat de verdachte [naam02] geruststelt dat de jurisdictie van de Nederlandse Belastingdienst niet verder reikt dan de Nederlandse staatsgrens zodat daadwerkelijk onderzoek naar de betalingen van [bedrijf03] niet zullen gaan plaatsvinden.
hij op meer tijdstippen in de periode van 16 mei 2000 tot en met 1 januari 2001 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich of anderen wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een groot aantal personen telkens heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, waaronder:
- [slachtoffer01] : hfl. 40.000 en
- [slachtoffer02] : hfl. 16.000 en
- [slachtoffer03] : hfl. 16.000 en
- [slachtoffer04] : hlf. 8.000 en
- [slachtoffer05] : hfl. 16.000 en
- [slachtoffer06] , hlf. 16.000
- per CV telkens één gecertificeerde speelfilm zal worden geproduceerd met [bedrijf01] B.V. als producent en
- de CV van de te produceren speelfilm alle rechten zal bezitten of mede zal bezitten die nodig zijn voor het vervaardigen en exploiteren van de speelfilm en
- dat minimaal 91% van het commanditair kapitaal zal worden aangewend om de voortbrengingskosten van de speelfilm te financieren en
- met de Belastingdienst afspraken worden gemaakt met betrekking tot de fiscale behandeling van de investering in de CV, welke afspraken worden vastgelegd in een winstvaststellingsovereenkomst en
- op basis van de winstvaststellingsovereenkomst de fiscale informatie welke de CV elk jaar aan de participanten zal verstrekken ten behoeve van het invullen van de aangifte inkomsten- en vermogensbelasting vooraf door de Belastingdienst wordt gecontroleerd en
- participanten bij deelname in één van de door [bedrijf01] opgerichte film-cv's als ondernemers worden aangemerkt voor de toepassing van de Nederlandse Wet op de Inkomstenbelasting en daarom gebruik kunnen maken van een aantal belastingfaciliteiten die alleen voor ondernemers gelden, zoals de investeringsaftrek, de willekeurige afschrijving en de stakingsvrijstelling
- een gegarandeerd rendement op de investering verzekerd was,
hij op meer tijdstippen in de periode van 10 september 2001 tot en met 1 januari 2002 in Nederland, telkens met het oogmerk om zich of anderen wederrechtelijk te bevoordelen, door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, een groot aantal personen telkens heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, waaronder:
- [slachtoffer02] : hfl. 16.750 en
- [slachtoffer07] : hfl. 33.500 en
- [slachtoffer05] : hfl. 16.750,
- per CV telkens één gecertificeerde speelfilm zal worden geproduceerd met [bedrijf01] B.V. als producent en
- de CV van de te produceren speelfilm alle rechten zal bezitten of mede zal bezitten die nodig zijn voor het vervaardigen en exploiteren van de speelfilm en
- minimaal 90,72% van het commanditair kapitaal zal worden aangewend om de voortbrengingskosten van de speelfilm te financieren en
- met de Belastingdienst afspraken worden gemaakt met betrekking tot de fiscale behandeling van de investering in de CV, welke afspraken worden vastgelegd in een winstvaststellingsovereenkomst en
- op basis van de winstvaststellingsovereenkomst de fiscale informatie welke de CV elk jaar aan de participanten zal verstrekken ten behoeve van het invullen van de aangifte inkomsten- en vermogensbelasting vooraf door de Belastingdienst wordt gecontroleerd en
- participanten bij deelname in één van de door [bedrijf01] opgerichte film-cv's als medegerechtigden worden aangemerkt voor de toepassing van de Nederlandse Wet op de Inkomstenbelasting en daarom gebruik kunnen maken van een aantal belastingfaciliteiten die alleen voor medegerechtigden in film CV's gelden, zoals de investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving en
- de gegarandeerde minimum opbrengst per participatie hfl. 9.250 bedraagt en uiterlijk januari 2003 zal worden uitgekeerd en het minimum netto rendement op de investering 10,4% zal bedragen,
hij op meer tijdstippen in de periode van 6 april 2001 tot en met 7 april 2003 in Nederland, telkens opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten aangiften voor de inkomstenbelasting (IB) over het jaar 2000 ten name gesteld van de volgende personen:
- [slachtoffer06] , ingediend op 11 juli 2001 en
- [slachtoffer04] , ingediend op 3 oktober 2001 en
- [slachtoffer05] , ingediend op 7 mei 2002 en
- [slachtoffer01] , ingediend op 19 juli 2001 en
- [slachtoffer02] , ingediend op 6 april 2001 en
- [slachtoffer03] , ingediend op 17 oktober 2001en
- [slachtoffer05] , ingediend op 7 april 2003 en
- [slachtoffer07] , ingediend op 2 april 2002 en
- [slachtoffer02] , ingediend op 16 april 2002,
7 april 2003. Vanaf 21 september 2005 is door slachtoffers aangifte gedaan van oplichting en de verdachte is voor het eerst in december 2007 enkele malen verhoord en het hof neemt aan dat het de verdachte in 2007 duidelijk was dat hij vervolgd zou worden voor een of meer strafbare feiten. De rechtbank heeft op 14 maart 2019 vonnis gewezen. De rechtbank had bij een voortvarende behandeling van de zaak, en gelet op de ingewikkeldheid van de aard hiervan, uiterlijk eind 2011 vonnis moeten wijzen. Het hof stelt de overschrijding in eerste aanleg op ruim zeven jaar. Ook de procedure in hoger beroep heeft, mede door de coronapandemie, lang geduurd. Het hof doet bij arrest van 15 november 2022 uitspraak. De overschrijding van de redelijke termijn bedraagt daarmee in hoger beroep een jaar en acht maanden. Het hof zal deze overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg en in hoger beroep in het voordeel van de verdachte verdisconteren in de strafmodaliteit en strafmaat.
Voor de participanten die een vergoeding hebben ontvangen vanuit Belangenvereniging CV 9, is het hof van oordeel dat hun schade reeds is vergoed zodat voor participaties in CV 9 geen schadevergoeding wordt toegekend.
[naam12] heeft zich niet als benadeelde partij gevoegd, maar wel in hoger beroep verzocht de schadevergoedingsmaatregel op te leggen. Het hof ziet hierin reden om te bepalen dat de door hem geleden schade moet worden vergoed omdat de verdachte hiervoor aansprakelijk is.
CV 9. In het ingediende schadeformulier is alleen een schadevergoeding gevraagd voor de schade geleden door het participeren in CV 4 (twee participaties), reden waarom het hof alleen voor deze twee participaties de schadevergoedingsmaatregel oplegt.
geldboetevan
€ 50.000,00 (vijftigduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
285 (tweehonderdvijfentachtig) dagen hechtenis.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
€ 1.403.315,22 (eenmiljoen vierhonderddrieduizend driehonderdvijftien euro en tweeëntwintig cent)als vergoeding voor materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
360 (driehonderdzestig)dagen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting per gedupeerde telkens vervangen door gijzeling van het aantal dagen dat in de bijgevoegde bijlage is vermeld. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.