Uitspraak
mr. A.A. Leroux, kantoorhoudende te Eindhoven,
mr. H.J.M. Smelt, kantoorhoudende te Eindhoven,
mr. H.J.M. Smelt, kantoorhoudende te Eindhoven.
1.Het verloop van het geding
- verzoekster als MBH;
- [A] als [A] ;
- verweerster als Omines Services;
- belanghebbende als NKH;
- [B] als [B] ;
- verweerster en belanghebbende gezamenlijk als NKH c.s.
2.De feiten
Ik heb moeten vaststellen dat de facturatie door Omines Internetbureau B.V. aan Omines Services B.V. niet onderbouwd is en niet gebaseerd is op geleverde diensten. Op geen enkele manier correspondeert de urenadministratie met de facturatie. Feitelijk komt het erop neer dat u Services aan het "leeghalen" bent.
Het is spijtig te moeten vernemen dat je niet tevreden bent over de manier waarop Omines Internetbureau B.V. en Omines Services B.V. onderling hun kosten verdelen. Ik sta vanzelfsprekend achter het beginsel dat de vennootschappen onderling zoveel mogelijk marktconform handelen (…).
Sinds de oprichting heeft Omines Services B.V. nooit de beschikking gehad over eigen medewerkers, en al haar werkzaamheden en sales ingekocht bij Omines Internetbureau B.V. Het was op dat moment voorzien en bij alle aandeelhouders bekend dat de inkomsten van Services niet op voorzienbare termijn dekkend zou zijn om dit tegen reguliere tarieven te doen. Er is toen overeengekomen dat, tot nader order, Omines Internetbureau B.V. haar facturatie jaarlijks zou maximeren tot de in Omines Services B.V. beschikbare middelen. Om praktische redenen is dit uitgevoerd in de vorm van een maandelijks voorschot op basis van te verwachten kosten, en aan het eind van het jaar een afrekeningsfactuur op basis van totalen. Dit is sinds de oprichting consistent zo uitgevoerd, in vol zicht en met medeweten van uw cliënt, en hij heeft jaarlijks zijn goedkeuring uitgesproken over dit beleid. Begrijpelijk, gezien dat inhield dat de werkmaatschappij Omines Internetbureau B.V. doorlopend substantiële kortingen heeft verleend aan de B.V. waarin hij participeert. Op geen enkel moment is er een onderlinge factuur gestuurd op basis van in de maand ervoor werkelijk gemaakte uren gezien Omines Services B.V. zulke variabele uitgaven regelmatig niet zou kunnen bekostigen op basis van haar eigen relatief constante inkomsten. Binnen bovenstaande kaders ontvangt u mijn antwoorden op de drie door dhr. [A] aangekaarte kwesties:
Ons vooralsnog beperkte onderzoek was erop gericht informatie te verkrijgen die een interpretatie van de gerapporteerde resultaten van Omines Services BV over de afgelopen jaren mogelijk zou maken. Kernvraag hierbij was of met name de hoogte van de omvang van de doorbelaste kosten van Omines Internetbureau BV gerechtvaardigd waren.
conclusie op bestelling” is, omdat de conclusie niet gestoeld is op feiten en cijfers die Contzé tot zijn beschikking had maar op speculatie en zonder wederhoor is ingekleurd.
Allereerst wil ik een aantal aspecten aangaande de totstandkoming van mijn rapportage van 31 maart jl. duidelijk benoemen:
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer is niet aannemelijk geworden dat NKH als bestuurder van Omines Services voldoende oog heeft gehad voor het tegenstrijdig belang dat daarbij speelt en voor het belang om met het oog daarop maatregelen te treffen. Van bijzondere waarborgen of zorgvuldigheidsmaatregelen (bijvoorbeeld inschakeling van onafhankelijke derden en het betrachten van een ruime mate van transparantie) of specifiek in verband hiermee gemaakte expliciete afwegingen door NKH ter voorkoming van benadeling van Omines Services (en daarmee ook van MBH) is niet gebleken.” In 3.8 overwoog zij:
De Ondernemingskamer plaatst verder vraagtekens bij de deugdelijkheid van de financiële administratie van Omines Services. Gelet op hetgeen partijen naar voren hebben gebracht in hun processtukken met producties, waaronder het rapport en het addendum van Contzé, lijken duidelijke afspraken (of een duidelijke vastlegging daarvan) tussen Omines Services en Omines Internetbureau met betrekking tot het doorbelasten van kosten voor de afname van diensten door Omines Services van Omines Internetbureau te ontbreken en is onduidelijk hoe de doorbelasting van kosten is uitgevoerd. Het gaat dan om afspraken met betrekking tot onder meer (i) het van toepassing zijnde tarief voor doorbelaste uren, (ii) de criteria die leiden tot het doorbelasten van uren, (iii) de mate waarin [A] werkzaam was voor Omines Services en (iv) de overheadkosten. In dit verband klaagt MBH er terecht over dat zij onvoldoende door NKH wordt geïnformeerd, nu NKH een informatievoorsprong op MBH heeft en er sprake is van een tegenstrijdig belang. Gelet op het rapport en het addendum van Contzé is aannemelijk dat niet voldaan is aan de norm dat in een geval als het onderhavige de verdeling van kosten tussen beide vennootschappen berust op eenduidige, zakelijke en controleerbare criteria.”
intercompanydoorbelasting van kosten over de boekjaren 2013 tot en met 2019, (2) erkenning van een vordering van Omines Internetbureau ten bedrage van € 422.994 als het saldo dat vanaf 2013 te weinig in rekening was gebracht bij Omines Services, (3) afdracht van het banksaldo boven € 5.000 aan Omines Internetbureau ter aflossing van die vordering en (4) afzien van nieuwe discussies over de onderlinge facturatie tussen Omines Services en Omines Internetbureau over de periode van 2013 tot en met 2019.
3.De inhoud van het verslag
rode uren”. Eerdere registraties waren volgens [B] niet meer beschikbaar voor de onderzoeker. Uit dat onderzoek is haar onder meer het volgende gebleken:
De bouw van websites wordt uitgevoerd door Omines IB. Nadat een website gebouwd is en live gaat, worden er nog wel uren geboekt op het project omdat in het begin de werkzaamheden nog bij de bouw horen. Na een aantal weken gaat het om hosting en kleine reparatiewerkzaamheden die onder de SLA vallen in het geval dat die was afgesloten. Vanaf dat moment zouden er geen grote hoeveelheid uren op het project geboekt mogen worden.
rode uren” uit de urenadministratie
nietkunnen dienen als onderbouwing voor de uren die ten laste van Omines Services moeten komen. Het onderzoek naar de “
rode uren” voor contracten van enkele grote klanten wijst volgens haar uit dat de betekenis van “
rode uren” niet was dat het ging om uren die voor rekening van Omines Services moesten komen. Naar de mening van de onderzoeker behoren veel “
rode uren” voor vijf van de zeven grote contracten om verschillende redenen niet voor rekening van Omines Services te komen, omdat Omines Services daarbij zelf geen contractspartij was (bij drie van de zeven grote contracten) en/of omdat Omines Internetbureau een groot deel van de betreffende uren rechtstreeks in rekening kon brengen bij de klant. De overhandigde urenregistratie kan volgens haar daarom niet als basis genomen worden voor de werkzaamheden die voor Omines Services werden uitgevoerd. Daarmee acht zij het tegelijk ook onmogelijk om een redelijke doorbelasting van kosten voor te stellen. Ook de stelling van [B] dat op basis van de omzet van beide vennootschappen 1/3 van de overhead en de overige bedrijfskosten van Omines Internetbureau aan Omines Services moet worden toegerekend is niet verifieerbaar voor de onderzoeker omdat haar onderzoek zich niet heeft gericht op (de omzet van) Omines Internetbureau en: “[d]
aarnaast kan de onderzoeker niet beoordelen of toerekening van overhead op basis van omzet een goede verdeelsleutel zou zijn. [B] heeft verklaard dat de activiteiten van Omines IB de hoofdactiviteit waren en dat de activiteiten van Omines Services daaraan ondersteunend waren. De onderzoeker kan zich daarbij – ook gezien de verhuur van servers die in de omzet van Omines Services begrepen is – voorstellen dat de activiteiten van Omines IB de meeste management-aandacht nodig hebben en dat dat gegeven in een verdeelsleutel voor overhead verdisconteerd zou moeten worden.”
Besluiten tot uitvoering van werkzaamheden uit contracten van Omines IB ten laste van Omines Services.
Doorbelasting/toerekening van overheadkosten en werkzaamheden door medewerkers van Omines IB, inclusief vaststelling van te hanteren tarieven, al dan niet onderbouwd met urenspecificaties.
Betalingen van Omines Services aan Omines IB.
Op basis van het onderzoek is de onderzoeker van mening dat de ontvangen urenregistratie onvoldoende onderbouwing levert voor de doorbelasting van Omines IB aan Omines Services. Veel uren komen naar de mening van de onderzoeker niet in aanmerking voor doorbelasting aan Omines Services omdat i) er geen sprake was van een klantrelatie met Omines Services en/of omdat ii) werkzaamheden werden uitgevoerd zonder dat daarvoor een verplichting was vanuit Omines Services en/of omdat iii) de werkzaamheden door Omines IB in rekening werden of konden worden gebracht.
dividend en negatief eigen vermogen) komt niet terug in het tweedefaseverzoek van MBH en zal daarom verder onbesproken blijven.
4.De gronden van de beslissing
rode uren” zijn geboekt en zo ten laste van Omines Services zijn gekomen. Hierdoor is Omines Services financieel ernstig benadeeld ten gunste van Omines Internetbureau, bij wie die uren eigenlijk hadden moeten vallen. NKH heeft op die manier gelden van de vennootschap weggesluisd naar de vennootschap waarvan zij enig aandeelhouder is. NKH heeft, ondanks dat zij daarbij een tegenstrijdig belang had, als bestuurder van Omines Services besloten over de doorbelasting van kosten aan Omines Services en is daarover niet transparant geweest ten opzichte van minderheidsaandeelhouder MBH.
Onderzoek: verantwoording, samenvatting bevindingen, overwegingen onderzoeker) heeft de onderzoeker een aantal opmerkingen gemaakt over de reacties namens NKH c.s. op de conceptverslagen. Zij heeft daarover onder meer opgemerkt dat zij reacties van partijen heeft verwerkt in het eerste concept en vervolgens een tweede conceptverslag aan hen heeft voorgelegd, waarop het commentaar van partijen opnieuw tot enige aanpassingen heeft geleid. De reacties namens NKH c.s. heeft zij als bijlage bij het onderzoeksverslag gevoegd, opdat de Ondernemingskamer daar kennis van kan nemen. Verder schrijft zij dat zij geen aanwijzingen heeft ontvangen dat medewerkers het interview als intimiderend hebben ervaren.
rode uren” en/of overhead dragen haar conclusie dat de urenregistratie onvoldoende onderbouwing levert voor de doorbelasting van Omines Internetbureau aan Omines Services. Haar onderzoek naar de urenregistratie van de werkzaamheden voor de zeven grootste klanten vanaf maart 2015 tot en met eind 2020 biedt een nadere onderbouwing van die conclusie. Uit dat onderzoek blijkt dat ten aanzien van veel uren die zijn doorbelast aan Omines Services een grondslag voor die doorbelasting ontbrak omdat i) er geen sprake was van een klantrelatie met Omines Services en/of omdat ii) werkzaamheden werden uitgevoerd zonder dat er daarvoor een verplichting was vanuit Omines Services en/of omdat iii) de werkzaamheden door Omines Internetbureau bij klanten in rekening werden of konden worden gebracht. De Ondernemingskamer stelt op grond van het voorgaande allereerst vast dat de financiële administratie van Omines Services in de onderzoeksperiode ondeugdelijk was. De doorbelasting van kosten door Omines Internetbureau was bovendien zo wezenlijk voor de onderneming van Omines Services, dat het niet behoorlijk administreren van de onderlinge rechten en verplichtingen tussen de twee vennootschappen het bestaansrecht van de onderneming raakt.
Besluit tegenstrijdig belang” d.d. 28 januari 2013, nu dat alleen zag op een mogelijk tegenstrijdig belang in verband met de inbreng destijds door NKH in Omines Services.
5.De beslissing
intercompanydoorbelasting van kosten over de boekjaren 2013 tot en met 2019, (2) erkenning van een vordering van Omines Internetbureau ten bedrage van € 422.994 als het saldo dat vanaf 2013 te weinig in rekening was gebracht bij Omines Services, (3) afdracht van het banksaldo boven € 5.000 aan Omines Internetbureau ter aflossing van die vordering en (4) het afzien van nieuwe discussies over de onderlinge facturatie tussen Omines Services en Omines Internetbureau over de periode van 2013 tot en met 2019;