Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- 6 dagen waarop eiser slechts tussen luchthavens in Frankrijk vloog;
- 17 dagen waarop eiser stand-by was op de luchthaven Charles de Gaulle;
- 6 dagen waarop eiser een training had nabij de luchthaven Charles de Gaulle;
- 4 dagen waarop eiser in Frankrijk verbleef vanwege een focusgroep.
Hof: behoudens een aftrek van € 3 voor buitenlandse bronbelasting].
3.Geschil in hoger beroep
4.Het oordeel van de rechtbank
5.Beoordeling van het geschil
Kamerstukken II1973/74, 12 628, nr. 1, p. 3.
die Staatmet betrekking tot de belastingen die het onderwerp van de Overeenkomst uitmaken”. Aangezien het in dit geval gaat om de toepassing van het Verdrag op de Nederlandse inkomstenbelasting, heeft de niet omschreven uitdrukking ‘internationaal verkeer’ uit het Verdrag de betekenis van die uitdrukking volgens de wetgeving van Nederland. Artikel 3, tweede lid, van het Verdrag voorziet in dit geval dus niet in een betekenis volgens de wetgeving van Frankrijk.
Hof: ex artikel 8, eerste lid, OESO-modelverdrag] – that is, to tax them in the Contracting State in which the place of effective management of the enterprise concerned is situated. This provision assumes that the internal law of that State allows it to tax the remuneration of a person in the service of the enterprise concerned, irrespective of his fiscal domicile. (…)”
pro rata partetoerekenen aan zowel het internationaal als binnenlandse vliegverkeer.
6.Kosten
7.Beslissing
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 108.203 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 969, met inachtneming van een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting van (in box 1) € 3.183 en een aftrek (in box 3) van € 3 aan buitenlandse bronbelasting;
- bepaalt dat de in rekening gebrachte belastingrente dienovereenkomstig wordt verminderd;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 2.403;
- draagt de inspecteur op aan belanghebbende het in beroep en hoger beroep betaalde griffierecht ad € 46 respectievelijk € 128, in totaal € 174 te vergoeden.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag. Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie www.hogeraad.nl).
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.