ECLI:NL:HR:2005:AP1424
Hoge Raad
- Cassatie
- A.G. Pos
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- Rechtspraak.nl
Belastingverdrag Nederland – België; voorkoming dubbele belasting; dagenbreuk bij berekening arbeidsinkomsten
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 september 2003, betreffende een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 1998. De belanghebbende, woonachtig in Nederland, had in dat jaar gewerkt voor een Belgische vennootschap en verzocht om een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting op basis van het belastingverdrag tussen Nederland en België. De Inspecteur had de aanslag opgelegd naar een belastbaar inkomen van ƒ 131.924, met een vermindering van ƒ 10.306. Na bezwaar werd de aanslag door de Inspecteur gehandhaafd, maar het Hof verklaarde het beroep van belanghebbende gegrond en verhoogde de vermindering tot ƒ 11.515.
Belanghebbende ging in cassatie, waarbij de Hoge Raad de zaak beoordeelde. De kern van het geschil betrof de berekening van de dagenbreuk, die bepalend is voor de vermindering van belasting. Het Hof had geoordeeld dat het aantal werkdagen in de noemer van de dagenbreuk gesteld moest worden op 261, het aantal kalenderdagen minus de weekeinddagen, en dat vakantiedagen buiten beschouwing moesten blijven. Belanghebbende betoogde echter dat ook vakantiedagen en feestdagen in mindering moesten worden gebracht, waardoor de noemer op 213 zou uitkomen.
De Hoge Raad oordeelde dat het Hof ten onrechte geen rekening had gehouden met vakantiedagen en andere dagen waarop geen arbeid verricht hoefde te worden. De Hoge Raad verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak van het Hof, en stelde de aanslag vast op ƒ 131.924 met een vermindering van ƒ 14.109. Tevens werd de Staatssecretaris van Financiën veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende. Dit arrest verduidelijkt de wijze waarop de dagenbreuk moet worden berekend voor de toepassing van het belastingverdrag, en geeft richtlijnen voor de behandeling van ziektedagen en vakantiedagen in deze context.