Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
Uitspraak van 6 oktober 2021
[X] te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, de Inspecteur,
Procesverloop
Feiten
"Overwegende dat:
Komen overeen als volgt:
"IN AANMERKING NEMENDE DAT:
VERKLAREN TE ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT:
het Hof leest: de B.V.]. [De B.V.] is bekend met de huidige exploitatie-overeenkomst tussen [belanghebbende] en [huurder] en de daarin opgenomen voorwaarden ten aanzien van overdracht e.d.
het Hof leest: belanghebbende]. [Belanghebbende] zal op zijn beurt 1/3 van dit bedrag, onder aftrek van nader te specificeren directe kosten waaronder een vergoeding (rente enz) voor pand, ondergrond, algemene kosten enz. overboeken naar [de B.V.] (of, verrekenen met aflossing en rente ingevolge door [belanghebbende] verstrekte lening)
Artikel 1 - hoofdsom
Oordeel van de Rechtbank
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
Beoordeling van het hoger beroep
Proceskosten en griffierecht
Beslissing
- bevestigt de uitspraak van de Rechtbank;
- veroordeelt de Inspecteur tot het betalen van een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn aan belanghebbende van € 500;
- veroordeelt de Inspecteur in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 2.805; en
- gelast de Inspecteur aan belanghebbende het betaalde griffierecht van € 131 in verband met het hoger beroep bij het Hof te vergoeden.