Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
werkdiagnoseis vermeld
pijn knie links, geen fractuur, dd/ bandletsel. Naar aanleiding van dit onderzoek, heeft een collega-huisarts [geïntimeerde] op 5 juni 2018 verwezen naar de afdeling Orthopedie van het ziekenhuis te Goes. In de verwijzing wordt onder andere vermeld ten aanzien van het letsel
forse hemarthrose met instabiele knieen
intra-artic schade.
I want to inform you that I will not be at work tomorrow because my knee hurts a lot. I wish you a good holiday
4.Beoordeling
Ladders en trappen worden zodanig geplaatst dat bij gebruik hun stabiliteit altijd is gewaarborgd. In ieder geval worden hiertoe de volgende, zo nodig gecombineerde, maatregelen genomen:
Anders dan [geïntimeerde] meent, is op grond van deze bepaling enkel een antislipbeveiliging vereist voor de voet van een (losse) ladder en dus niet voor de treden ervan. Dit volgt uit de toelichting op het destijds geldende artikel 7:23a Arbobesluit en eveneens uit de toelichting op de wijziging van dat artikel.
[appellante] heeft tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep verklaard dat het een voor de onderhavige werkzaamheden gebruikelijke (aan de steiger vastgezette) ladder met gebruikelijke treden, dus zonder anti-slipbeveiliging, betrof. [geïntimeerde] heeft dit niet gemotiveerd betwist. Nu het stijgen op en dalen van een ladder zonder anti-slipbeveiliging geen bijzondere kennis en vaardigheden vereist, en ook geregeld in privétijd door werknemers wordt gedaan voor klussen in en rondom huis of elders, valt, zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien dat, ondanks het ontbreken van een wettelijke verplichting, van [appellante] verwacht had mogen worden dat de treden van de desbetreffende ladder een anti-slipbeveiliging hadden. Het ongeval van [geïntimeerde] heeft, uitgaande van enkel de ladder met treden zonder antislipbeveiliging als oorzaak van het ongeval, niet plaatsgevonden in een werkomgeving, of tijdens werkzaamheden, die zodanige risico's van dit soort ongevallen opleveren dat de zorgplicht van [appellante] meebracht dat zij maatregelen had moeten treffen in de vorm van het aanbrengen van anti-slipbeveiliging op de treden van de desbetreffende ladder om een valongeval als dat van [geïntimeerde] te voorkomen (HR 7 december 2007, ECLI:NL:HR:2007:BB5625). Hierbij heeft het hof zich rekenschap gegeven van de regel dat art. 7:658 BW enerzijds een hoog veiligheidsniveau van werktuigen vereist, maar anderzijds geen absolute waarborg schept voor de bescherming van de werknemer tegen het gevaar van arbeidsongevallen (HR 5 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3519).
vooral als de ondergrond door neerslag glad is geworden, en dat op het gebied van instructie meer geregeld kan worden. Hij kreeg op 4 juni 2018, een regenachtige dag, de opdracht van zijn leidinggevende een bezem/stoffer en blik en vuilniszakken naar een ander dak te brengen. Toen hij met deze spullen in zijn handen de ladder betrad, is hij gevallen. Hij verwijst in dit verband naar art. 7.23a lid 2 sub a Arbeidsomstandighedenbesluit (
Bij gebruik van ladders en trappen hebben werknemers altijd veilige steun en houvast.(…)
a. het met de hand dragen van lasten op een ladder of een trap mag in geen geval een veilig houvast belemmeren;). [geïntimeerde] blijft bij zijn tijdens de comparitie na antwoord afgelegde verklaring.
voorstellen (herinneren)dat [geïntimeerde] daarbij iets in zijn handen had.
dat ik naar het andere dak moest. Ik moest wat zakken meenemen, en een schoffel. Dat gebeurde eigenlijk dagelijks, dat er spullen mee moesten.[De leidinggevende]
stond naast mij, op de steiger, zo’n halve meter van mij vandaan, toen hij dat tegen me zei. Ik heb gezegd dat ik eerst wilde afmaken waar ik mee bezig was. Dat mocht niet. Ik moest direct gaan. Daar, op dat bovenste stuk van de steiger, waren we met 3 of 4 man. Het was nogal druk. Er moesten spullen van boven naar beneden en andersom. Het was druk en hectisch. Ik moest zakken en bezems meenemen en naar het andere dak gaan om de pannen eraf te halen en schoon te maken. Ik heb meegenomen wat hij me vroeg mee te nemen. Een rol vuilniszakken en bezems. Dus mijn handen waren vol. Ik wil benadrukken dat het een heel hectisch en druk moment was. De situatie was absoluut niet veilig. Met de bezems bedoel ik een stoffer en blik. Ik moest naar dat andere dak en ben met mijn gezicht naar de ladder toe afgedaald. Dus stap voor stap, voet voor voet. Het was een gewone ladder. Met mijn beide handen vol. Ik weet niet precies hoe het komt dat ik ben gevallen. Het was vrij hoog en na 1 of 2 treden viel ik al. Ik droeg speciale werkschoenen.
met beide handen volde ladder is afgedaald. Het hof heeft ter zitting aan de orde gesteld of en zo ja, hoe het mogelijk is om
met beide handen voleen ladder af te dalen. Volgens [appellante] is het onmogelijk om de desbetreffende ladder, die in een hoek van ongeveer 40 graden staat, af te dalen, zonder dat de handen de ladder vasthouden. De handen dienen zich om en om links en rechts te verplaatsen om af te dalen van de ladder, aldus [appellante] . [geïntimeerde] is op de mondelinge behandeling in hoger beroep niet verschenen, waardoor het hof geen antwoord hierop van hem heeft gekregen. Ook zijn advocaat heeft hierop geen antwoord kunnen geven op grond van informatie die hij van [geïntimeerde] had gekregen. Zijn advocaat heeft ter zitting enkel veronderstellingen (
met een paar vingers de trap vasthoudenen
omhelzen van de ladderdoor [geïntimeerde] ) geuit. [geïntimeerde] is aldus in de gelegenheid is gesteld om de door het hof gewenste inlichtingen te verstrekken en zijn betwisting van het verweer van [appellante] nader te motiveren, maar hij heeft daaraan niet voldaan. Het hof acht het verweer van [appellante] dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan daarom voorshands bewezen. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, is de stelling van [geïntimeerde] dat hij
met beide handen volde ladder is afgedaald ongeloofwaardig, omdat algemeen bekend is dat dat (fysiek) niet of nauwelijks mogelijk is. [geïntimeerde] zal overeenkomstig zijn aanbod in eerste aanleg, in aanmerking genomen de devolutieve werking van het hoger beroep, in de gelegenheid worden gesteld om tegenbewijs te leveren tegen het verweer van [appellante] dat zij aan haar zorgplicht heeft voldaan. Nu in dat verweer door [appellante] ervan uitgegaan wordt dat [geïntimeerde] met lege handen de trap is afgedaald, zal het tegenbewijs zich dienen te richten op de betwisting van [geïntimeerde] van dat verweer inhoudende dat hij
met beide handen volde ladder is afgedaald.