ECLI:NL:HR:2001:AB2432
Hoge Raad
- Cassatie
- P. Neleman
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- P.C. Kop
- W.H. Heemskerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over aansprakelijkheid en bewijslast bij arbeidsongeval
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 29 juni 2001 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen Industromontaza D.O.O. en [verweerder]. De zaak betreft een arbeidsongeval dat plaatsvond op 6 juni 1992, waarbij [verweerder] gewond raakte aan zijn knie tijdens werkzaamheden aan boord van het schip 'Nedlloyd Neerlandia'. [Verweerder] had Industromontaza gedagvaard voor de Kantonrechter te Rotterdam, waarbij hij schadevergoeding vorderde. De Kantonrechter heeft Industromontaza bij tussenvonnis van 13 januari 1998 toegelaten tot bewijsvoering over de toedracht van het ongeval. Industromontaza heeft de vordering bestreden, maar de Rechtbank te Rotterdam heeft het vonnis van de Kantonrechter bekrachtigd en de zaak naar de Kantonrechter verwezen voor verdere behandeling.
In cassatie heeft de Hoge Raad de vraag behandeld of de Rechtbank de bewijslast correct heeft verdeeld volgens artikel 7:658 lid 2 BW. De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank niet voldoende heeft gemotiveerd waarom de bewijslast niet in overeenstemming met de eisen van redelijkheid en billijkheid zou moeten worden verdeeld. De Hoge Raad vernietigde het vonnis van de Rechtbank en verwees de zaak naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor verdere behandeling. Tevens werd [verweerder] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van Industromontaza zijn begroot op ƒ 723,05 aan verschotten en ƒ 3.500,-- voor salaris.